78 school of scholen daarvoor in de eerste plaats in aanmerking moesten komen. Aan deze vragen is het advies van den Arrondissements- Schoolopziener in het bijzonder gewijd. Hij vindt het niet gewenscht de vervolgklasse te verbinden aan de scholen 3e klasse No. 7 en 8, resp. gelegen aan den Zuidsingel en de Medusastraat. Beide scholen liggen dicht bij elkaar aan een uithoek der stad; de afstand is voor vele leerlingen te groot. Hij vestigt daarom de aandacht op de school 3e klasse No. 6 aan de Paul Krugerstraat. Weliswaar is daar geen lokaal vrij, maar men zou zich kunnen behelpen, door in een groot lokaai eene afscheiding te maken. Verder wil hij de jongens en meisjes niet in één klasse onderwijs doen ontvangen, en zou hij bij de vaststelling van het leerplan rekening willen houden met de verschillende behoeften van de jongens en de meisjes. Na nauwgezette overweging en na raadpleging van de verschillende hoofden der scholen komt het ons voor, dat voorloopig slechts bij wijze van proef aan één school der 3e klasse een vervolgklasse moet worden verbonden. Blijkt het, dat het aantal leerlingen voor één klasse, met b.v. een maximum van 30 leerlingen, te groot is, dan kan nog altijd aan eene tweede school eene vervolgklasse worden gevormd. De eerste vervolgklasse moet o. i. verbonden worden aan de school 3e klasse n° 8 aan de Medusastraat. Deze school verdient de voorkeur boven die aan den Zuidsingel, aangezien de wijk, waarvoor de school aan de Medusastraat bestemd is, steeds grooter wordt, terwijl de school aan den Zuidsingel in eene constante wijk gelegen is. Bovendien is de mogelijk heid niet uitgesloten, dat in October eene groote klasse in laatstgenoemde school moet worden gesplitst en in verband daarmede het 13e lokaal in gebruik moet worden genomen. In de andere scholen 3e klasse zijn geen lokalen beschikbaar. Zij moeten dus o. i. buiten beschouwing blijven, terwijl de school aan de Brandewijnsteeg, als zijnde eene school 4e klasse, ons voor het beoogde doel minder geschikt voorkomt. Het afstandsbezwaar met betrekking tot de school aan de Medusastraat achten wij van niet zoo groote beteekenis. Ver schillende leerlingen, die de le klasse scholen bezoeken, hebben ook groote afstanden af te leggen en onder die leer lingen zijn vele jonge kinderen, in tegenstelling met die eener vervolgklasse, die alle 12 jaar of ouder zijn. De bezwaren, door den Arrondissements-Schoolopziener te berde gebracht tegen het onderbrengen van jongens en meisjes in ééne klasse, geven ons geen vrijheid U voor te stellen voor de meisjes eene aparte vervolgklasse te vormen. In de hoogste klasse der school 2e klasse voor jongens en meisjes aan de Oude Vest ontvangen toch ook jongens en meisjes van 12 a 13 jaar gezamenlijk onderwijs, terwijl ook op de Hoogere Burgerschool en het Gymnasium van scheiding geen sprake is. Bovendien kunnen de meisjes, die de vervolgklasse volgen, handwerkonderwijs blijven genieten op hare oude school, hetgeen geoorloofd is volgens artikel 22 der verorde ning, regelende de inwendige inrichting der scholen. De afstandsbezwaren voor de handwerklessen vervallen hierdoor, terwijl bij eene dergelijke regeling tevens uitbreiding van het handwerkpersoneel onnoodig wordt. Nu de op te richten vervolgklasse voor alle leerlingen zal openstaan, m. a. w. deel zal uitmaken van verschillende scholen, verdient het aanbeveling het leerplan voor die klasse te doen opmaken door alle betrokken hoofden van scholen. Het goedgekeurde leerplan kan dan in het vervolg voor alle vervolgklassen, die mochten worden opgericht, gelden, daar uniformiteit in deze een gebiedende eisch is. De vervolgklasse, die wij met 1 October a.s. zouden willen vormen, behoort o. i. een yaarklasse te zijn. Voor de leer lingen, die derhalve in April 1914 voor de vervolgklasse in aanmerking komen, dient aan een andere school een vervolg klasse te worden verbonden. Wij doen hieromtrent echter thans nog geen voorstel, aangezien de stichting der vervolg klasse op 1 October a.s. door ons als een proef wordt beschouwd. Slaagt deze proef echter, dan zullen wij te zijner tijd een voorstel tot uitbreiding bij U aanhangig maken. De kosten, aan de oprichting der vervolgklasse in de school aan de Medusastraat verbonden, zullen niet bijzonder groot zijn. Een der onderwijzers van bijstand, die in de leerstof voor de hoogere leerjaren geheel thuis is, kan door het hoofd der school worden belast met het onderwijs in de vervolg klasse, terwijl in de plaats van dien onderwijzer een tijdelijke kracht kan worden aangesteld. Ook de kosten van het aan schaffen en onderhouden der leermiddelen zullen geen groote financieële offers van de gemeente vergen. Met het oog op de financiën der gemeente behoeft dus zeker niet te worden afgezien van de door ons aangegeven proef. De leerlingen, die afkomstig zijn van de 3e klassescholen, zullen hetzelfde schoolgeld blijven betalen; die der 4e klasse- scholen zullen echter van die betaling moeten worden vrijge steld, in verband waarmede een kleine aanvulling der veror dening regelende de heffing van schoolgelden noodig is. Teneinde tenslotte aan de oprichting der vervolgklasse voldoende bekendheid te geven, zullen de hoofden der scholen 3e en 4e klasse in het begin der maand September aan de ouders der leerlingen uit de 12e klasse mededeeling doen van de oprichting, indien daartoe door Uwe Vergadering mocht worden besloten. Op grond van een en ander geven wij u derhalve in over weging a. aan de school der 3e klasse No. 8 aan de Medusastraat met ingang van 1 October 1913 eene vervolgklasse met één jarigen cursus te verbinden, toegankelijk voor de leerlingen, afkomstig van alle scholen 3e en 4e klasse, die het onderwijs wenschen voort te zetten na de 12 halfjaarsklassen te hebben doorloopen b, vast te stellen de navolgende verordening, houdende wijziging der verordening van 19 April 1900, regelende de heffing van schoolgelden aan de openbare scholen voor lager onderwijs te Leiden VERORDENING, houdende wijziging der verordening van 19 April 19Ó0 (Gem. Blad No. 10), regelende de heffing van schoolgelden aan de openbare scholen voor Lager Onderwys te Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 9 Maart 1911 (Gem. Blad No. 8). Eenig Aktikel. Art. 2 voorlaatste alinea van bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt: »Deze scholen zijn bestemd voor de kinderen van min vermogenden. Echter worden tot deze scholen ook toegelaten kinderen van bedeelden en on vermogenden, die, nadat zij de 12e klasse van eene vierde klasse-school hebben doorloopen, het onderwijs volgen in eene vervolgklasse, verbonden aan eene»school voor minvermogenden. Voor deze kinderen is het onderwijs kosteloos." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Gemeenteraad. Edelachtbare Heren, De afdeling «Leiden» van de «Bond van Nederlandsche Onderwijzers" verzoekt U beleefd, een onderwijsinrichting te stichten, waar de leerlingen van de scholen der 3e en 4e klasse, nadat zij deze met vrucht hebben doorlopen, gelegen heid kunnen vinden, zich tijdens de dagschooluren verder te bekwamen in de gewone vakken van het lager onderwijs. De redenen, die tot dit verzoek hebben geleid, zijn vervat in bijgaande toelichting. Met verschuldigde eerbied, Namens de afdeling «Leiden» van de B. v. N. O., J. M. Vcs Rz., Voorzitter. L. v. Asperen, Sekretaris. Leiden, Augustus 1912. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Het Bestuur der Afdeeling Leiden van «Volksonderwijs» neemt ingevolge besluit van de algemeene ledenvergadering van 4 Maart 1913 de vrijheid, Uwe aandacht te vragen voor het feit, dat nog steeds te Leiden geen inrichting bestaat, waar de leerlingen van de 3e en 4e klasse-scholen, die de 12 klassen dezer scholen hebben doorloopen en ingevolge de Arbeidswet nog geen arbeid mogen verrichten, voortgezet onderwijs kunnen erlangen, dat overdag gegeven wordt en zich aanpast aan hunne behoeften. De wenschelijkheid van eene dergelijke inrichting werd reeds betoogd in een in Augustus 1912 door de Afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers aan Uwen Raad gericht adres met memorie van toelichting, welk adres op 3 September 1912 iri handen van Burgemeester en Wet houders werd gesteld ter fine van preadvies. Nu opnieuw aan de 3e en 4e klasse-scholen een cursus ten einde loopt, verzoekt onze Afdeeling U met aandrang, te willen bevorderen, dat in de dringende behoefte aan boven genoemde instelling worde voorzien. Namens de Afdeeling Leiden van «Volksonderwijs», H. J. Zwiers, Voorz. P. A Hibma, Secr. Leiden, 5 Maart 1913. No. 157. Leiden, 27 Mei 1913. In verband met de voorbereiding van verschillende buiten gewone werken, zooals de nieuwe Hoogere Burgerschool, het nieuwe paviljoen voor Endegeest, het volkspark e. a., waar voor nog geen gelden zijn toegestaan, moest afzonderlijk personeel in dienst worden genomen, welks salaris moest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 4