62
N°. 128. Leiden, 25 April 1913.
Met het in nevensgaand schrijven van Commissarissen der
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit vervatte voor
stel, om het traktement van den adjunct-directeur der licht
fabrieken, den heer van Ammers, met ingang van 1 Mei
1913 met 500.te verhoogen, en de daarvoor aangevoerde
gronden, kunnen wij ons volkomen vereenigen.
Ingevolge artikel 6 der instructie van den adjunct-directeur
wordt diens jaartvedde vastgesteld binnen de grenzen van
3000.en 4500.In verband hiermede werd de heer
van Ammers verleden jaar op voorstel van Commissarissen
benoemd op een traktement van 3000.Commissarissen
deelden toen ter tijd echter reeds mede, dat zij, zoodra de
nieuw benoemde titularis in zijn werkkring zou zijn ingewijd
en zich daarin geheel thuis zou gevoelen, zouden voorstellen
het salaris op 3500.— te brengen. En aangezien dit thans
het geval is, hebben Commissarissen hun voorstel ingediend.
Het vrije gebruik van electriciteit tot een maximum van
1500 eenheden willen Commissarissen als personeele toelage
behouden, aangezien het gewenscht is, dat de adjunct-direc
teur verschillende electrische toestellen voor huishoudelijk
gebruik practisch aanwendt.
Overeenkomstig dit voorstel geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging de jaarwedde van den adjunct-directeur
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, den heer
R. van Ammers, met ingang van 1 Mei 1913 nader vast te
stellen op 3500.—, met behoud der personeele toelage voor
het vrij gebruik van electriciteit tot een maximum van
1500 eenheden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 17 April 1913.
Bij dezen hebben wij de eer U in overweging te geven bij
den Raad een voorstel aanhangig te maken tot ^erhooging
van de jaarwedde van den adjunct-directeur der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit, den heer R. van Ammers
w.i., met ingang van 1 Mei 1913 met 500.en deze dus
te brengen op 3500.—, met behoud der personeele toelage
voor het vrij gebruik van electriciteit tot een maximum van
1500 eenheden.
TOELICHTING.
In de Raadszitting van 27 Juni 1912 werd de heer R. van
Ammers w.i. op een jaarwedde van 3000.benoemd,
zijnde het minimum-salaris aan de betrekking verbonden, als
bepaald in art. 8 der Verordening van 22 Februari 1912
(Gemeenteblad n°. 8 van 1912), houdende instructie voor den
adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit.
Op 15 September d.a.v. is de nieuw benoemde in dienst
der gemeente Leiden getreden.
De heer van Ammers heeft zich in zijn werkkring doen
kennen als een ijverig ambtenaar, die zich geheel aan zijn
taak wijdt. Met de voortdurende uitbreiding der Electriciteits-
fabriek nemen de eischen, die aan hem gesteld worden en
zijne verantwoordelijkheid toe.
Eenerzijds staan wij thans weder voor eene belangrijke
uitbreiding der fabriek met een nieuwe hoogspanningsruimte
en schakelinstallatie, anderzijds wordt de kring, waarin elec
trische stroom wordt afgeleverd, grooter. De vraagstukken,
die zich hierbij voordoen, zijn van nieuwen aard en eischen
van den adjunct-Directeur naast eerr goed inzicht een nauw
gezette studie. De voorbereiding van hetgeen hierbij gedaan
moet worden, berust nagenoeg geheel bij den adjunct-
Directeur.
Op bovengenoemde gronden achten wij deze salarisverhoo-
girrg gewettigd.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
P. J. M. Aalberse.
J. Korevaar.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.