60 met de verlangens, dikwijls eischen, der afnemers; er moet naar eene gezonde concurrentie worden getrachtcombi naties moeten worden overwogen van nieuwe vindingen moet, liefst spoedig, partij worden getrokkenverouderde systemen dienen tijdig te worden vaarwel gezegd, enz. Het denkbeeld handel brengt verder het nemen van spoedige besluiten met zich. Bij het bestuur der instellingen Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest is geregeld toezicht op eene goede behandeling der patiënten en een zuinig financieel beheer hoofdzaak. Vandaar, dat in de verordening op de Gestichten Endegeest en Voorgeest en het Sanatorium Rhijngeest bepaald is, dat bij afwisseling een der Commissarissen gedurende één maand met dit toezicht is belast, (art. 2). Bij een commissie van 5 personen, waarvan de Voorzitter niet als maand-commissaris optreedt, geeft dit voor elk der leden elk jaar 3 maanden toezicht. Van een Commissaris, die een dergelijke functie toch altijd als een bijzaak zal beschouwen, kan bezwaarlijk meer gevergd worden. Vandaar, dat deze Commissie niet minder dan 5 leden kan tellen. Hoewel ook de fabrieken een geregeld toezicht eischen, treedt hierbij toch meer het nemen van besluiten in zaken, die dikwijls niet te voorzien zijn, op den voorgrond. Daar voor is een kleine Commissie, die gemakkelijk bijeen te roepen is, het meest geschikt. De heer van der Eist spreekt in zijne toelichting van ge regelde vergaderingen eenmaal in de 6 weken. De bijeen komsten van onze Commissie hebben echter niet op geregelde tijden plaats. Zoo ligt er soms een termijn van 10 dagen, soms van 10 weken tusschen twee vergaderingen. Daar vele zaken niet tot eene vergadering kunnen blijven liggen, wordt veel schriftelijk afgedaan. Hierbij geldt als ongeschreven regel, dat de Commissie eenstemmig behoort te zijn. Is zulks een enkele maal niet het geval, dan circuleeren de stukken met eene nadere toelichting opnieuw, of wordt de zaak op eene vergadering besproken. De vergaderingen zijn, nagenoeg zonder uitzondering, voltallig. Indien het aantal Commissa rissen met twee zal worden vermeerderd, zal het moeilijker zijn voltallige vergaderingen te verkrijgen en zullen de stukken minder spoedig circuleeren. Het eerste bezwaar zou kunnen worden ondervangen, door op geregelde tijden te vergaderenmaar dan ontstaat de moeilijkheid, dat zaken, die niet kunnen blijven liggen en waarvan eene mondelinge bespreking wenschelijk is, schrif telijk moeten worden afgedaan. Het minder spoedig circu leeren der stukken zal tengevolge hebben, dat öf de Voor zitter, zonder daartoe direct te zijn aangewezen, telkens eene beslissing zal nemen, öf dat door de Commissie een harer leden als gedelegeerd lid wordt aangewezen en deze met de Directie der fabrieken de dringende zaken afdoet. In beide gevallen zal echter door één persoon eene groote verant woordelijkheid worden gedragen en zullen heel wat zaken worden afgedaan, zonder dat alle Commissarissen daarin ge kend zijn. Wij zouden nog kunnen denken, dat afwisselend een der Commissarissen als gedelegeerde werd aangewezen. Maar ook dit achten wij verkeerd, omdat dan in vele gevallen de be slissing bij den Directeur zal berusten. Het is geen bezwaar, dat de Directeur, zooals ook nu reeds het geval is, een overwegenden invloed heeft, maar thans zijn de drie Com missarissen in alle zaken ingewijd en kunnen te allen tijde ingrijpen. Als echter het volgen van de inzichten van den Directeur een gevolg wordt van de wijze van beheer, wordt het veel moeilijker daarin verandering te brengen. Wij wijzen er hier op, dat groote maatschappijen öf uit een aantal Commissarissen een drietal aanwijzen, die als ge delegeerden optreden öf door een klein aantal Commissarissen beheerd worden. Misschien, dat tegenover het bovenstaande de vraag gedaan zal worden: hoe gaat het in andere gemeenten in's-Graven- hage b.v., waar de Commissie voor de gasfabriek uit 5 leden bestaat Wij moeten hierop antwoorden, dat vergelijking met andere gemeenten niet mogelijk is. De Stedelijke Gasfabriek, vroeger alleen, thans in combinatie met de Stedelijke Electriciteits- fabriek, is steeds door Commissarissen beheerd geworden. Bij de wijziging der Verordening in de raadszitting van 26 Octo ber 1911 is ingelascht, dat de inrichtingen door een Commissie bestuurd worden onder toezicht en opperbeheer van Burge meester en Wethouders. Dit heeft den toestand echter weinig veranderd, in verreweg de meeste gevallen beslissen Commis sarissen zelfstandig. In andere gemeenten is het beheer der bedrijven in handen van B. en W. en worden deze door een Commissie van advies bijgestaan. Daar besluiten dus B. en W. en daar deze in den regel tweemaal 's weeks bijeenkomen, kan in spoedeischende gevallen direct eene beslissing genomen worden. Ook mogen wij niet vergeten, dat het arbeidsveld der Leidsche fabrieken in de laatste jaren zeer is uitgebreid. Al zijn in verschillende gemeenten de bedrijven grooter, er kunnen zich in Leiden een grooter aantal quaesties voordoen, en daarbij zullen de quaesties hier minder eenvormig zijn. Resumeerende deelen wij U mede, dat wij het voorstel tot uitbreiding van het aantal Commissarissen met twee niet kunnen ondersteunen, omdat: Ie. Bij de ontwikkeling der fabrieken de behoefte aan een grooter aantal Commissarissen zich niet heeft doen gevoelen; 2e. De uitbreiding der Commissie, indien de werkwijze dezelfde blijft, aanleiding tot oponthoud in de afdoening van zaken zal geven. In de toekomst zal in vele gevallen eer een meer dan minder spoedige afdoening vereischt worden 3e. Het te verwachten is, dat bij een grooter aantal Com missarissen de verantwoordelijkheid van één of twee personen zal toenemenen die van de overige Commissieleden zal verminderen. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, N. C. de Gijsei.aar, Voorzitter. P. J. M. Aalberse. J. Korevaar. Leiden, den 29en Januari 1913. Met belangstelling werd door onze Commissie kennisgenomen van het voorstel van Mr. A. van der Eist tot uitbreiding o.a. van de Commissie van Fabricage met twee leden. Het zij ons vergund, dienaangaande de volgende opmerkin gen ter kennis van Uw College te mogen brengen. Het is onze Commissie niet duidelijk geworden, hoe de heer van der Eist, na in zijne Toelichting tot het voorstel, alleen te hebben doen voorafgaan »dat de Comm. van Fabricage een zeer belangrijke taak heeft", zonder meer tot de conclusie kan komen »dat deze laak het best te vergelijken valt met die der Commissie van Beheer over Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest". Veeleer zouden wij onzerzijds willen constateeren, dat de mate van belangrijkheid van beide Commissiën wellicht elkan der evenaart; doch dat overigens eene vergelijking van beider werkzaamheden in vrijwel geen enkel opzicht kan worden getrokken. Immers de Commissie van Beheer is nagenoeg uitsluitend een College van Bestuur, eene Commissie van Uitvoering dus; terwijl daartegenover de Commissie van Fabricage bijna alleen een adviseerende functie heeft en dus eene Commissie vormt, die de zaken voorbereidt. Niet alleen wordt in art. 54 der Gemeentewet reeds uit drukkelijk een onderscheid gemaakt tusschen deze beide soor ten van vaste Raadscommissies, maar ook in de Reglementen, die door den Leidschen Gemeenteraad voor de beide lichamen in quaestie zijn vastgesteld, komt dit verschil in aard en werkkring volkomen tot zijn recht. Zoo lezen wij in art. 2 der Verordening van 19 Januari 1911 (Gem.bl. No. 1), dat het bestuur van de inrichtingen Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest onder toezicht en opper beheer van B. en W. aan de Commissie van Beheer is opgedragen; daarentegen heeft de Commissie van Fabricage tot taak over al hetgeen in art. 6 der Verordening van 31 Januari 1901 (Gem.bl. No. 4) aan hare zorg is toevertrouwd, slechts al zoodanige voorstellen te doen aan B. en W., als zij iri het belang dier zaken noodig acht. Zij deelt, volgens de opsomming in art. 7 dier laatste verordening aan B. en W. mede, zij doet aan deze verslag; zij dient hen van advies; kortom zij regelt, beslist of bestuurt niet zelve, gelijk de Com missie van Beheer over Endegeest doet. maar bereidt vrijwel uitsluitend voor, hetgeen door B. en W. of Raad, eerst daarna nog moet worden besloten. Slechts voor een klein onderdeel neemt zij zelve eene be- heerende functie waar, inzooverre zij de vaste werklieden dei- gemeente benoemt en ontslaat; evenals ook slechts in de tweede plaats de Commissie van Beheer soms adviseerend optreedt, n.l. wanneer aldus art. 3 der verordening van 27 Juli 1911 (Gem. blad No. 23) haar dit door deri Raad of B. en W. uitdrukkelijk wordt gevraagd. Eene vergelijking tusschen beider werkzaamheden kan wij herhalen het in vrijwel geen enkel opzicht worden getrokken. En nu moge het wellicht zijn nut hebben waar eene Commissie van Beheer in de allereerste plaats heeft als wij dit voor een oogenblik zoo mogen noemen eene taak van »mederegeeren" dat zulk een Regeerings-Commissie uit een 4-tal Raadsleden bestaat, opdat zij voldoenden waarborg biede, dat zij in den geest van den Raad het haar opgedragen deel der regeeringstaak vervultons ontgaat ten eenenmale de noodzakelijkheid om eene Commissie van advies, eene Commissie, die niet mederegeert, maar wier voorbereidende voorstellen eerst nog de sanctie van B. en W. behoeven, om eerst daarna, bijna altijd, nog aan den Raad ter beslissing te worden voorgelegd (zoodat niet slechts 2 of 4, maar 31

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 4