40 weldra een tweeden stap moeten doen en dienstwoningen moeten stichten, die door de gehuwde uitwonende verplegers kunnen worden betrokken. Ir. deze richting gingen Meerenberg, Castricum, de Christe lijke Gestichten, Maasoord e.a. ons reeds voor; men bouwde daar voor dit personeel eenvoudige doelmatige woningen in de onmiddellijke nabijheid van het gesticht en reeds is men over de daarmede verkregen resultaten aanvankelijk zeer tevreden. Ook onze Commissie meent daarom, dat thans het oogen- blik is aangebroken om ook voor Endegeest dezen nieuwen weg te betreden. Gelijk gezegd reeds anderen gingen ons in deze voor en overijld zijn wij dus niet te werk gegaan; wij hebben reeds geprofiteerd van de ervaringen door de andere besturen opgedaan en kunnen daarmede ook verder ons voordeel blijven doen. Wij willen bovendien ook thans nog geen al te grooten ommekeer van zaken zien tot st^nd gebracht; slechts naar de vorming van een kern van, door gunstige levensvoorwaarden, betere verplegers moet o. i. voorloopig worden gestreefdwel licht zal op den duur hun invloed alleen reeds het gehalte der anderen ten goede komen. Trouwens een deel der verplegenden zal toch altijd inwo nend moeten blijven, al zouden wij zeker geneigd zijn bij goed voldoen van dezen nieuwen maatregel dit inwonend deel lang zamerhand tot het noodige te beperken. Daarom willen wij voorloopig slechts overgaan tot den bouw van een blok woningen, geschikt voor een viertal gezinnen. Blijkens de hierbij overgelegde teekeningen, hebben wij ons die gedacht op een terrein, schuin tegenover Endegeest's hoofdingang aan den straatweg Haarlem—Den Haag gelegen. Dit terrein, dat aan de gemeente Leiden behoort, is thans als weiland verhuurd aan J. de Groot, maar kan volgens contract tusschentijds, voorzoover noodig, aan dien huurder worden onttrokken. Voor den thans bedoelden bouw zou, met inbegrip van den voor de tuintjes benoodigden grond, over circa 1122 M2. moeten worden beschikt. Op den duur zouden meer dere huizen ter plaatse kunnen worden gesticht, die dan door straten met elkander zouden moeten worden verbonden, gelijk op de mede hierbij gaande situatie-teekening is ont worpen. Ofschoon het aan onze gemeente behoorend weiland buiten het uitbreidingsplan der gemeente Oegstgeest is ge houden, zijn deze straten toch zoodanig geprojecteerd, dat zij bij dit uitbreidingsplan volkomen aanpassen. Iedere woning zou o. i. moeten bestaan uit beneden voor- en achterkamer en keuken; op de eerste verdieping zou men met 2 slaapkamers en een eventueel nog voor kleinere kamertjes in te richten zolderruimte kunnen volstaan. Aldus zóu aan de verplegers een tehuis worden aangeboden, dat. wat de kosten van inrichting en bewoning betreft, geen al te hooge eisehen stelt en dat toch zeker niet achterstaat bij hetgeen men in den stand der betrokkenen gewoonlijk aantreft. Volgens de gegevens, die ons door den Directeur der Gemeentewerken werden verstrekt, zou met den bouw van een dergelijk blok woningen circa f 11750.zijn gemoeid. Bovendien zijn wij van meening dat wij de gemeente moeten schadeloos stellen voor hetgeen zij aan huur voor het in beslag te nemen terrein derft. Dit zou op twee manieren kunnen geschieden; al naar gelang wij óf alleen de ter onzer beschikkingstelling vragen van de 1122 M2., die wij voor den bouw noodig hebben óf wel het geheele land van de gemeente als het ware over nemen om dit, voorzoover wij het niet direct noodig hebben, in het vervolg van onzentwege te verhuren. In dit laatste geval zouden wij dan willen beslag leggen op de perceelen 2 en 3 van het met J. de Groot loopend huur contract, welke perceelen kadastraal bekend zijn onder Nrs 590, 591, 592, 1027, 411 en 412 van Sectie B der gemeente Oegstgeest en tezamen een grootte hebben van 4 H.A. 16 A. en 23 c.A. Op deze wijze zal de gemeente de jaarlijksche huur van die perceelen ad f 325.derven, hetgeen gelijk staat met de rente ad 4% van een kapitaal van f 8125. Men zou het dus in dit geval kunnen beschouwen, alsof de gemeente aan onze exploitatie, behalve de bovengenoemde bouwsom ad circa 11750.—, bovendien een kapitaal van 8125.— leent, tezamen dus f 19875.— of in ronde cijfers f 20000. Wanneer de Raad zou kunnen toestaan, dat dit bedrag door ons in 40 jaar werd afgelost en 4 rente's jaars daarover werd betaald, dan zou dus de stichting der verple gerswoningen onze exploitatie op jaarlijks gemiddeld 1010. komen te staan en het eerste jaar op 1300.welke be dragen moeten worden verminderd met de som, die wij in het vervolg aan huur van het niet in gebruik te nemen ge deelte van het land jaarlijks zullen ontvangen. Deze wijze van verrekening zou onze Commissie het aan genaamst zijn; zij heeft dit voordeel, dat wij bij eventueele uitbreiding van het aantal dienstwoningen het terrein daar voor beschikbaar hebben, zonder dat wederom nieuwe ver rekeningen met de gemeente daardoor behoeven plaats te vinden. Immers op de andere manier krijgen wij slechts de 1122 M2., die wij direct noodig hebben; wel betalen wij daarvoor jaar lijks een kleiner bedrag aan rente en aflossing, maar wij derven dan ook de huur van het resteerend weiland en moeten wat het bezwaarlijkst is zoodra er aan stichting van meer woningen behoefte blijkt te zijn, weer opnieuw een basis van verrekening met de gemeente overeen zien te komen. Mocht daarom Uw College in principe met onze plannen zich kunnen vereenigen, dan bevelen wij U de door ons eerst besproken financieele afwikkeling dezer aangelegenheid ten zeerste aan en wij hebben mitsdien de eer U in overweging te geven den Raad voor te stellen a. ten behoeve van den bouw van 4 verplegerswoningen nabij Endegeest te Uwer beschikking te stellen ter storting in het Afschrijvings- en Vernieuwingsfonds van Endegeest een bedrag van f 11875.zijnde de geraamde bouwsom ad ƒ11750.vermeerderd met de f 125.die dienen om een rond bedrag van ƒ20000.te verkrijgen; b. voor hetzelfde doel af te staan de perceelen weiland, kad. bekend gemeente Oegstgeest Sectie B Nrs 590, 591,592, 1027, 411 en 412, tezamen groot 4 H.A. 16 A. 23 c.A. tegen een waarde van 8125. c. goed te vinden, dat deze sommen, tezamen bedragende f 20000.—, uit de exploitatie der onder ons beheer staande inrichtingen in 40 jaren zullen worden afgelost, terwijl daar van een rente zal worden betaald van 4°/o in het jaar. De Commissie van Beheer, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. Q. J. Terpstra, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 97. Leiden, 2 April 1913. Ook tegen het in nevensgaand schrijven van de Commissie van Beheer over de gestichten EndegeestVoorgeest" en »Rhijngeest" aangegeven voorstel tot wijziging van art. 2 van het huishoudelijk reglement voor die gestichten, ten einde de aan te stellen gehuwde uitwonende verplegers, evenals de hoofdverpleegsters, door de Commissie van Beheer te doen benoemen, bestaat onzerzijds geen bezwaar. Wij geven U mitsdien in overweging de navolgende ver ordening vast te stellen: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 27 Juli 1911 (Gem. Blad No. 24), houdende huishoudelijk reglement voor het krankzinnigengesticht „Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten „Voorgeest" en het sanatorium voor zenuwlijders „Rhijngeest". Eenig artikel. In artikel 2, 2e lid wordt achter «hoofdverpleegsters" inge voegd: de gehuwde uitwonende verplegers." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 22/31 Maart 1913. Wij hebben de eer Uw College mede te deelen, dat in de laatste vergadering van onze Commissie enkele, door den Geneesheer-Directeur ontworpen wijzigingen in het Regle ment voor het verplegend personeel werden goedgekeurd. Een daarvan betreft de benoeming en het ontslag van dit personeel, ingevolge de artt. 2 en 3 jto. 1 sub i van de Verordening van 27 Juli 1911 (Gemeenteblad No. 24) opge dragen aan den Geneesheer-Directeur, behalve wat de hoofd verpleegsters betreft, die door onze Commissie worden benoemd en ontslagen. Deze laatste bepaling zouden wij voor het vervolg ook voor de gehuwde uitwonende verplegers willen invoeren. Nu het toch in onze bedoeling ligt gelijk wij bij schrijven van 20 dezer No. 13 aan Uw College mededeel den om in de toekomst een deel der verplegers uitwonend te doen zijn en dezen een vrije gezinswoning te verschaffen komt het ons wenschelijk voor de benoeming en het ontslag ook van deze categorie van het verplegend personeel aan de Commissie van Beheer op te dragen. Verwacht mag name lijk worden, dat ook deze gehuwde verplegers op den duur voor langeren tijd aan de inrichtingen verbonden zullen zijn evenals dit met de Hoofdverpleegsters het geval pleegt te zijn. Het verdient dus aanbeveling dat ook hunne benoeming en ontslag aan de Commissie van Beheer kome. Wil deze nieuwe bepaling in het Reglement evenwel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 6