DONDERDAG 20 FEBRUARI 1913.
29
III. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der
3e klasse No. 5.
(Zie Ing. St. No. 54.)
Wordt benoemd Mej. C. A. A. de Jong met 26 stemmen;
2 stemmen waren van onwaarde.
IV. Verzoek van H. M. Klaver om eervol ontslag als onder
wijzer aan de school der 4e klasse No. 2.
(Zie Ing. St. No. 44).
De Voorzitter. Mijne Heeren. Als intermezzo zullen wij
te midden van de benoemingen thans punt 4 in behan
deling nemen. Dit intermezzo was noodig, omdat indien het
ontslag, dat thans aan de orde is, wordt verleend, punt 5 het
gevolg is van punt 4.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt conform
het praeadvies besloten.
V. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 4e
klasse No. 2.
(Zie Ing. St. No. 54).
Wordt benoemd Mej. H. E. H. Meijkamp met 26 stemmen
2 stemmen waren van onwaarde.
VI. Benoeming van een onderwijzeres in de handwerken
aan de school der 3e klasse No. 5.
(Zie Ing. St. No. 55).
Wordt benoemd Mej. J. P. Los met 25 stemmen 3 stemmen
werden uitgebracht op Mej. A. van der Laaken.
De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stem
bureau voor de genomen moeite.
VII. Verzoek van J. Laterveer om eervol ontslag als onder
wijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4e k lasse No. 2.
(Zie Ing. St. No. 45).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
VIII. Verzoek van de N.V. »Rembrandt", Leidsche fabriek
van drops- en suikerwerken, om vergunning tot het bouwen
van een houten schuur op het terrein aan de Rijn- en Schie-
kade, Sectie M. No. 211.
(Zie Ing. St. No. 43).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform
het praeadvies besloten.
IX. Rekening, dienst 1912, van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
(Zie Ing. St. No. 53).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
(De heer Reimeringer had tijdens de behandeling van dit
punt tijdelijk de vergadering verlaten).
X. Verzoek van de Wed. F. van der Kloot-Rijnsburger om
ontslagen te worden van de huur van het perceel Lokhorst
straat No. 20.
(Zie Ing. St. No. 51).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XI. Voorstel om een gedeelte der collectie over sneeuw- en
ijssport uit het Stedelijk Museum »de Lakenhal'' in gebruik
te geven aan de A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland.
(Zie Ing. St. No. 46).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XII. Verzoek van de Vereeniging »de Practische Ambachts
school" om verhooging van de haar toegekende subsidie.
(Zie Ing. St. No. 47).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XIII. Verzoek van de vereeniging van hoofden van scholen
in Nederland in zake de oprichting van eene speciale school
voor tuchtelooze leerlingen.
(Zie Ing St. No. 48).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Stijsma. M. d. V. Ik kan mij zeer goed met het
praeadvies van het College van Burgemeester en Wethouders
vereenigen. Ik ben het eens met het advies van de Plaatselijke
Schoolcommissie, dat in de Leeskamer ter visie heeft gelegen,
dat de toestand hier niet zoodanig is, dat een speciale school
voor tuchtelooze leerlingen zou moeten worden opgericht. Ik
zou mij tevens willen aansluiten bij den wensch, die de
Schoolcommissie aan het eind van haar rapport heeft uitge
sproken, dat namelijk Burgemeester en Wethouders nu ook
eens definitief zouden overwegen de overweging is al lang
in de penof de oprichting van een school voor zwakzin
nigen, niet moet plaats hebben, wijl er thans een gereede aan
leiding zou bestaan voor de stichting van een dergelijke
speciale inrichting. Ik zou daarom de vraag willen stellen, in
hoeverre deze zaak voortgang heeft gehad en wanneer wij
zouden kunnen hopen op een voorstel dienaangaande van het
het College van Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter. Ik zou den heer Sijtsma even willen doen
opmerken, dat deze zaak thans niet aan de orde is. Het zou
daarom juister zijn, indien hij deze vraag stelde bij de rond
vraag; dan zouden Burgemeester en Wethouders daarop een
antwoord kunnen geven.
De heer Heeres. M. d. V. Wanneer ik een oogenblik. het
woord vraag naar aanleiding van deze zaak, dan is dat niet,
om mij te verzetten tegen de conclusie van het voorstel van
het College van Burgemeester en Wethouders. Ik zou evenwel
ongaarne zien, dat dit voorstel onder den hamer doorging
zonder dat een enkel woord uit den boezem van de vergade
ring zou zijn vernomen. Ik zou mij niet durven verzetten
tegen de opinie van de Plaatselijke Schoolcommissie, vóór
welke opinie natuurlijk te zeggen valt, maar in de jaren, dat
ik lid ben van de vereeniging „Pro Juventute" heb ik toch
wel eenige ervaring gekregen omtrent dat soort van kinderen,
dat beschouwd wordt als tuchtelooze kinderen. En ik wil eerlijk
bekennen, dat mij het advies van de Schoolcommissie heeft
verwonderd. Dat ligt misschien eenigszins aan de wijze, waarop
de Commissie de zaak heeft opgevat, want zij verstaat onder
tuchtelooze jeugddie kinderen, welke zijn weggezonden van
de school. M. d. V. Wanneer het zoover gekomen is, dat de
kinderen van de school zijn weggezonden, dat heeft men toch
wel te maken met uiterst-tuchtelooze kinderen. Er zijn evenwel
nog andere gevallenik wil ten minste constateeren, dat ik
in den tijd, welken ik lid ben van «Pro Juventute", vele gevallen
heb ontmoet waarbij ik dacht, dat zij zeer sterk op de grens
stonden van de zoogenaamde «tuchtelooze jeugd» en die grens
misschien wel overschreden. Ik weet van sommige gevallen,
die voorkwamen bij «Pro Juventute», wanneer het betrof
kinderen, die reeds den schooltijd-leeftijd waren overschreden,
dat wij de verzuchting slaaktenindien die kinderen vóór
hun 13 of 14 jaar onder eenigermate strenge tucht hadden
gestaan gedurende hun schooltijd, dan zouden zij niet zoover
zijn gekomen.
M. d. V. Deze zaak is van buitengewoon groot belang, niet
alleen, omdat de tuchtelooze kinderen gevaarlijk zijn voor zich
zelf, maar ook voor de kinderen, waarmede zij omgaan. Wan
neer men bij de justitie en van elders omtrent minderjarigen,
die voor de rechtbank moeten verschijnen, inlichtingen ontvangt,
dan gebeurt het zeer dikwijls, dat men tot de overtuiging
komt: Die jongen zou dat misdrijf uit eigen beweging niet
hebben gedaan, maar hij is daartoe gekomen, omdat hij door
een anderen jongen daartoe is verleid, die wel tot die categorie
van tuchtelooze kinderen behoort.
M. d. V. Hoewel ik mij dus bij de conclusie van het prae
advies van Burgemeester en Wethouders neerleg, zou ik het
College toch wel in overweging willen geven, om nog zeer
beslist aan deze zaak zijn aandacht te wijden. Ik meen, dat
deze aangelegenheid van zeer groot en blijvend belang is en
dat zij in het rapport van de Schoolcommissie te gunstig is
voorgesteld.
De Voorzitter. Ik dank den heer Heeres namens het
College van Burgemeester en Wethouders zeer voor zijne
wenken en ik meen in den geest van het College te spreken,
indien ik verklaar, dat het zijne aandacht aan deze zaak zal
blijven wijden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het praeadvies
besloten.
XIV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
aanbrengen van rolluiken aan de kamer van de belasting
ambtenaren op het Raadhuis.
(Zie Ing. St. No. 49).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Roem. M. d. V. Ik zal niet lang over deze zaak
spreken, en ook geen voorstel doen, om de helft van het
bedrag uit te trekken, om de helft van het door mij gewenschte
aantal rolluiken aan te brengen, want ik meen, dat de post
voor «Onvoorziene Uitgaven" voor andere doeleinden moet
worden gebruikt dan voor dergelijke zaken, hoe dringend ik
deze aangelegenheid ook vind. Ik ben van meening, dat slechts
in het uiterste geval aan den post voor «Onvoorziene Uit
gaven" mag worden getornd.