33
of door niet-leden gebruik wordt gemaakt van het aan haar
afgestaan terrein naast de loods, hetgeen ook thans geacht
wordt hij de loods te hehooren en mitsdien in de verhuring
begrepen is.
Tegen de plaatsing van pen mijntoestel bestaat bij de
Commissie geen bezwaar, mits daardoor in geen enkel opzicht
kosten voor de gemeente ontstaan, terwijl zij ook aan den
wensch van de vereeniging, dat in de loods een spreekcel
met telephoon voor rekening der gemeente wordt geplaatst,
wil voldoen, aangezien de kosten van gas- en duinwater,
voortaan komen ten laste der vereeniging.
Wat de overige voorwaarden betreft, meenen wij met ver
wijzing naar het ter inzage liggend dossier te mogen volstaan.
Aangezien wij met het advies der Commissie volkomen
konden instemmen, brachten wij de voorwaarden, waaronder
wij bereid waren voor te stellen de loods te verhuren, ter
kennis van de vereeniging.
Met de meeste bepalingen ging deze accoord, terwijl de
door haar alsnog gewenschte wijzigingen grootendeels van
vrij ondergeschikt belang waren, zoodat daaromtrent spoedig
overeenstemming werd verkregen.
Slechts één punt was van meer belang. Zooals uit het
bovenstaande blijkt, is de Commissie voor het Marktwezen
en was ook ons College aanvankelijk van oordeel, dat in de
loods en op het daarbij behoorende terrein uitsluitend voor
leden van de vereeniging zou mogen worden geveild, zulks
ter voorkoming van benadeeling der gewone markt.
Bij de vereeniging bleek echter tegen een dergelijke bepa
ling onoverkomelijk bezwaar te bestaan, aangezien door haar
in het afgeloopen jaar voor niet minder dan f 15.000 van
niet-leden werd geveild en bij verlies daarvan met alleen het
veilingsbedrag aanmerkelijk zou verminderen, doch tevens
het veilingwezen zou worden ontwricht. Dat bedrag toch
werd in hoofdzaak verkregen door het veilen van aardbeien,
boonen en andere producten, welke door de vaste veilingbe
zoekers niet konden worden gemist De vereeniging verzocht
daarom ook in deze den bestaanden toestand te handhaven.
Ofschoon ons College algeheele handhaving van het verbod
om te veilen ten opzichte van niet-leden rationeeler en in
het belang der gewone markt voorkwam, meenden wij toch,
dat er wel termen waren, om althans eenigermate aan het
bezwaar der vereeniging tegemoet te komen en wel in dien
zin, dat aan de vereeniging werd toegestaan ook producten
van niet-leden te veilen, mits slechts de opbrengst der vei
lingen voor die niet-leden niet meer bedroeg dan j- der op
brengst van al de veilingen te zamen en de noodige controle
maatregelen werden genomen.
Op die wijze zou, waar tot nog toe de opbrengst der vei
lingen voor leden en niet-leden zich verhield als 4 1, in
den bestaanden toestand geen verandering worden gebracht
en de gewone markt dus ook niet in ongunstiger conditie
komen, dan thans.
Wij vertrouwen, dat ook de Commissie voor het Markt
wezen zich bij nader inzien wel met deze wijziging der door
haar aangegeven voorwaarden zal kunnen vereeoigen en geven
U alsnu onder verwijzing naar het in de Leeskamer liggend
concept-huurcontract, waarmede de vereeniging instemt, in
overweging:
a. te besluiten aan de Leidsche Tuinders-Patioons Veree
niging voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 April 1913, te
verhuren de veilingsloods aan de Boommarkt met aangrenzend
kantoor en mandenbergplaats, benevens tijdens de veilingen
het terrein voor en ter zijde van de loods tot nabij het Te
legraafkantoor tegen betaling van een huurprijs van f 750
'sjaars en verder onder de voorwaarden, in het concept
huurcontract opgenomen
b. in te trekken de verordeningen van 14 Maart 1907 (Gem.
Blad no. 4), regelende de heffing en invordering eener be
lasting voor het gebruik van het lokaal voor groenteveilingen
te Leiden, een en ander met ingang van 1 April 1913.
De in de verordening van 20 April 1911 houdende aan
wijzing van de dagenuren en plaatsen voor het houden
van de verschillende markten en van veilingen van groente,
ooft en aardappelen (Gem. Blad no. 12), gelijk deze gewij
zigd is bij verordening van 5 October 1911 (Gem. Blad no.
28), noodige wijzigingen zullen te zijner tijd bij Uwe Verga
dering aanhangig worden gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 73. Leiden, 5 Maart 1913.
Thans kunnen ook de perceelen Lammermarkt nis 28, 42
en 44 en het perceel 2e Binnenvestgracht no. 2 door de ge
meente worden aangekocht voor redelijken prijs.
Wij geven u mitsdien in overweging
a. tot den aankoop van de genoemde perceelen, kadastraal
bekend in Sectie B. nis 1283, 389, 390 en 383, te besluiten
voor de som van ƒ9100.— in'totaal, benevens de kosten van
overdracht;
b. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over-
gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot f 9464.
De koopprijs van de perceelen afzonderlijk is vermeld op
den in de Leeskamer liggenden begrootingsstaat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 74. Leiden, 5 Maart 1913.
Door een tweetal personen is een verzoek ingediend, om
het in Uwe Vergadering van 7 November j.l. aangekochte
land benoorden de Decimastraat, dat bestemd is, om tot volks
park te worden ingericht, te mogen huren.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat
verhuring van het land aan C. de Graaf, die het land ook
reeds van den vorigen eigenaar in huur had, het meest ge-
wenscht is, aangezien de door hem geboden huurprijs ad
f 275 'sjaars het aanbod van den tweeden adressant met
15 overtreft en hij ook overigens een geschikt huurder kan
worden genoemd.
De huurprijs bedraagt slechts ongeveer 17ï% van de koop
som van het land en is ook f 10 lager, dan aan den vorigen
eigenaar werd betaald, doch onder de bestaande omstandig
heden kan hij als voldoende worden beschouwd.
De voorwaarden, dien wij aan de verhuring zouden willen
verbonden zien, zijn de gebruikelijke en in de stukken nader
aangegeven. Een dier voorwaarden kent aan de gemeente het
recht toe de huur op een termijn van 3 maanden op te
zeggen, terwijl de huur in ieder geval op 31 December a.s.
zal eindigen. De aanleg van het volkspark, waarmede zoo
spoedig mogelijk een aanvang zal worden gemaakt, behoeft
door de verhuring derhalve niet te worden vertraagd.
Wij stellen U derhalve voor het door de gemeente aange
kochte weiland benoorden de Decimastraat en beoosten de
Kooilaan tot 31 December 1913 te verhuren aan C. de Graaf
alhier voor f 275 'sjaars, onder bepaling, dat de huur zal
geacht worden te zijn ingegaan op 1 Januari 1913 en verder
onder de gebruikelijke voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 75. Leiden, 6 Maart 1913.
Op 1 Mei a. s. eindigt de huur van het perceel Aalmarkt
n°. 6, laatstelijk krachtens Uw besluit van 27 Januari 1910
(Irigek. St. n°. 33) voor den tijd van 3 jaren verhuurd aan de
wed. G. Karg.
De erfgenamen van de inmiddels overleden huurster hebben
ons medegedeeld, het perceel niet te willen inhuren. Intusschen
zijn eenige verzoeken ingekomen van personen, die het huis
wenschen te huren. Met de Commissie vau Fabricage komt
ons inwilliging van het verzoek van A. Wiggers, die het pand
wil huren voor 5 jaren tegen den tegenwoordigen huurprijs
en onder de gebruikelijke voorwaarden, het meest aanbeve
lenswaardig voor.
Wij geven U mitsdien in overweging het perceel Aalmarkt
n°. 6 voor den tijd van 5 achtereenvolgende jaren, ingaande
1 Mei 1913, ondershands te verhuren aan A. Wiggers tegen
een huurprijs van f 275.— per jaar en verder onder de ge
bruikelijke voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 76. Leiden, 7 Maart 1913.
Door M. A. A. Steijns, leeraar in de gymnastiek alhier, is
tot ons College het verzoek gericht het thans door hem be
woonde perceel Pieterskerkgracht No. 5, welk huis behoort
bij het gemeentelijk gymnastieklokaal aldaar, wederom voor
den tijd van twee jaren te mogen huren tegen den bestaanden
huurprijs. Adressant heeft daarbij echter den wensch te ken
nen gegeven, om het huurcontract in dien zin te wijzigen,
dat de huurder bij ontslag uit zijne betrekking of bij over
lijden de bevoegdheid krijgt de huur op een termijn van 2
maanden te doen eindigen, in plaats van tegen het einde van
het kwartaal, volgende op dat, waarin het overlijden of ont
slag plaats had, zooals thans het geval is.
Noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College
bestaat tegen eene wijziging in dien geest bezwaar, aangezien
dan ook een eventueele opvolger van den heer Steijns als
leeraar in de gymnastiek zooveel te eerder over de woning
kan beschikken.
Echter dient ook de gemeente de bevoegdheid te hebben
de huur tusschentijds te beëindigen en wij zouden U daarom