30
den toestand van vóór het Kon. Besl. van 10 September 1910
in een dringende behoefte zou voorzien.
Op die wijze zou het maximum aantal te verplegen vrouwen
198 -(- 24 222 worden en dat der te verplegen mannen
na ingebruikneming van het kasteel 179 -j- 21 200;
voor den allereersten tijd zal danin afwachting van het
eventueel nieuw te bouwen paviljoen, weer voldoende plaats
ruimte zijn verkregen.
Op grond van een en ander hebben wij de eer U voor te
stellen ons College te machtigen tot H. M. de Koningin het
verzoek te richten ons vergunning te verleenen, om gedurende
het tijdvak aanvangende 1 Mei 1913 en eindigende 31 De
cember 1914 in twee houten hulppaviljoens op Endegeest 24
krankzinnige vrouwen te verplegen boven het vastgesteld
maximum aantal patiënten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 69. Leiden, 4 Maart 1913.
Nu op 1 Januari 1914 de reinigingsdienst hier ter stede
in eigen beheer zal worden genomen, is de vraag gerezen,
of het niet gewenscht zou zijn dan tevens maatre: elen te
nemen, om het bewaren, ophalen en vervoeren van het vuil
op meer hygiënische wijze te doen plaats hebben, dan tegen
woordig het geval is.
Thans worden allerlei soorten van bewaarbakken gebezigd.
Kisten, emmers, vaten, doozen en dergl. worden, in den regel
zonder eenige afsluiting, op straat neergezet tot de komst
van den vuilnisman, die den inhoud in den vuilniswagen
overstort en de ledige bakken, emmers, enz. weder neerzet.
Voorwaar een weinig hygiënische en aesthetische methode.
Door den wind waait stof uit de open bakken in de lucht,
ziektekiemen kunnen zich vrij verspreiden, de straatjeugd
vermaakt zich met het omverwerpen der emmers, honden en
andere dieren zoeken uit de bakken, wat van hun gading is,
terwijl ook de open bakken met allerlei vuil en onreinheid
gevuld een hoogst onsmakelijk gezicht vormen. Weliswaar
komt in de verordening op de Straatpolitie eene bepaling
voor, waarbij verboden wordt, om bakken, emmers en vaten,
vóór de komst der vuilnisophalers, op den openbaren weg te
plaatsen, doch in de praktijk is strenge opvolging van dit
voorschrift hoogst bezwaarlijk. Vooral in de achteraf gelegen
buurten is het regel, dat reeds geruimen tijd vóór de komst
van de vuilniskar de bakken enz. worden buitengezet. Trouwens
door dit tijdig buitenzetten wordt het vlugge ophalen zeer
bevorderd.
Evenals elders, met name in sommige gemeenten in Duitsch-
land, is geschied, zou in den bestaanden ongewenschten toe
stand op tweeërlei wijze verbetering kunnen worden gebracht.
In de eerste plaats zou in de verordening op de Straatpolitie
kunnen worden voorgeschreven, dat de bakken en emmers
op straat afgedekt moeten zijn, terwijl daarnevens het gebruik
van afsluitbare emmers van uniform model verplichtend ge
steld zou kunnen worden.
Bepalingen in dien geest, waardoor natuurlijk ook de ver-
brandingswaarde van het vuil toeneemt, aangezien bij het
gebruik van open bakken het huisvuil aan regen is bloot
gesteld en doorregend vuilnis veel moeilijker brandbaar is dan
het droge vuil, treft men o. a. aan in Fürth (Beieren).
Aldaar geschiedt het bewaren en het uitstorten van het
vuil in de wagens op uiterst doeltreffende wijze, zooals in
de ter visie liggende brochure uitvoerig beschreven is. Alle
huiseigenaren of gezinshoofden in Fürth zijn verplicht zich
een of meer van gemeentewege te verstrekken emmers aan
te schaffen. De emmers hebben een schuivend deksel, vast
aan het onderstel verbonden. De grootte van het deksel komt
overeen met die van de schuifdeksels, die de vulopeningen
van den vuilniswagen afsluiten. Nadat de emmer onderste
boven op een dezer deksels is geplaatst, wordt de schuif
teruggetrokken, waardoor tegelijkertijd het deksel van den
vuilniswagen wordt weggeschoven. De inhoud van den emmer
valt dus omlaag in den wagen, doch zóó, dat de vulopening
volkomen is afgesloten, de uitgestorte stof onzichtbaar blijft
en er dus van stofontwikkeling geen sprake kan zijn. Na de
lediging wordt de emmer in omgekeerde richting terugge
schoven, waardoor tevens de opening van den wagen wederom
wordt afgesloten. Over deze wijze van lediging, die buiten
gewoon eenvoudig, doeltreffend en hygiënisch is, is men in
Fürth bijzonder tevreden.
Met het opnemen van eene bepaling in de verordening op
de Straatpolitie, waarbij ten allen tijde verboden wordt niet
behoorlijk overdekte vuilnisbakken, vuilnisemmers of derge
lijke voorwerpen op den openbaren weg te plaatsen, kunnen
zoowel de Directeur van Gemeentewerken, als de Commissie
van Fabricage zich vereenigen. En ook ons College is van
oordeel, dat er alle aanleiding bestaat, om de Commissie voor
de Strafverordeningen uit te noodigen eene aanvulling der
verordening in dien geest te ontwerpen.
Over de middelen, om tot de invoering der bovengeschetste
uniforme vuilnisemmers te geraken, met welke invoering ook
nog dit voordeel gepaard gaat, dat de ophaaldienst, die anders
tegen '12 uur des middags moet zijn afgeloopen, zonder be
zwaar gedurende eenige uren in den namiddag kan worden
voorgezet, waardoor de bespanningen meer gebruikt worden
en minder talrijk kunnen zijn en de exploitatie van den dienst
dus goedkooper wordt, heerscht echter geen eenstemmigheid.
De Directeur van Gemeentewerken stelde aanvankelijk voor,
om de ingezetenen bij verordening te noodzaken zich van
eene van gemeentewege te verschaffen vuilnisemmer van uni
form model tegen betaling te voorzien, aangezien hij bevreesd
was, dat zonder dwang evenals thans allerlei voorwerpen als
bewaarbak voor het vuil in gebruik zouden blijven.
De meerderheid der Commissie deelde toen ter tijde die
meening in zooverre, dat ook zij algemeene invoering van
een uniformen vuilnisemmer verlangde, doch in tegenstelling
met den Directeur wenschte zij de emmers voorloopig koste
loos van gemeentewege verkrijgbaar gesteld te zien. Later
zouden dan de kosten van den reinigingsdienst in het alge
meen misschien kunnen worden gedekt door invoering van
eene algemeene reinigingsretributie.
De minder heid der Commissie echter kon zich ook met dat
gevoelen niet vereenigen. Zij was van oordeel, dat de inge
zetenen in de keuze van een vuilnisbak geheel vrij moesten
worden gelaten. Wanneer slechts van gemeentewege zooveel
mogelijk het gebruik der emmers werd bevorderd, door te
wijzen op het hygiënisch voordeel, het nut en de geriefelijk
heid aan dat gebruik verbonden, dan leed het h. i. geen
twijfel, of althans de meer welgestelde burgers zouden zich
het praktisch voorwerp spoedig aanschaffen. En werd door
dezen eenmaal het goede voorbeeld gegeven, dan zou in
voering ook in andere kringen wel spoedig volgen.
Een en ander is uitvoerig uiteengezet in de in de Lees
kamer ter inzage liggende rapporten.
Alvorens door ons College in deze eene beslissing genomen
wras, diende de Directeur van Gemeentewerken een nader
rapport in, waarin hij nadere inlichtingen verstrekte omtrent
den prijs der emmers, doch tevens meende een middenweg
te moeten voorstellen, die eenerzijds voor de gemeente niet
te bezwarend was, anderzijds de voordeelen der vuilnisemmers
duidelijk in het licht zou stellen en de kans zou openen, zij
het ook in een verwijderd verschiet, om tot algeheele invoe
ring der emmers te geraken. Dit voorstel kwam hierop neer,
dat de aanschaffing, overeenkomstig de meening van de min
derheid in de Commissie van Fabricage, althans voorloopig
niet verplichtend zou worden gesteld, doch dat den inwoners
zou worden bekend gemaakt, dat de emmers b.v. gedurende
de eerste 2 jaren in plaats van tegen den kostenden prijs van
f 2.50, voor f 1.50 per stuk verkrijgbaar waren. Wanneer er
dan tevens de aandacht op werd gevestigd, dat na verloop
van dien tijd de reductie op den prijs ophield, dan verwachtte
de Directeur, dat zeer velen zich spoedig zulk een emmer
zouden aanschaffen, te meer omdat een houten vuilnisbak
zelden lang in gebruik kan blijven en niet veel minder dan
f 1.50 kost.
Een gevolg van een dergelijke geleidelijke invoering der
vuilnisemmers van uniform model zou natuurlijk zijn, dat
elke vuilniswagen voorloopig twee verschillende openingen
zou moeten bevatten, nl. eene opening passende voor den model
emmer en de andere veel grootere opening voor de gewone
vuilnisbakken, doch daardoor zou ook het groote verschil
tusschen het stofvrij en het niet stofvrij inwerpen van het
vuil ten duidelijkste in het oog springen.
De Commissie van Fabricage, wier advies wij ook over dit
denkbeeld inwonnen, bleek ook thans niet eenstemmig.
De meerderheid n.l. kon, nu een algemeen gebruik van den
model-emmer niet direct zou worden bereikt, de noodzakelijk
heid niet inzien, dat de gemeente zich hiervoor nog een gel
delijk offer getroostte. Het resultaat, waarvoor zij eerst een
betrekkelijk groote uitgave door de gemeente gewettigd achtte,
werd op deze wijze immers toch niet verkregen en daarmede
verviel de redeneering, die haar destijds tot haar advies in
deze noopte. Bovendien noemde de meerderheid de kans ge
ring, dat eerder tot aankoop van den emmer zal worden over
gegaan, wanneer daarvoor niet f 2.50, maar f 1.50 werd ge
vraagd. Het verschil van deze prijzen was h. i. te klein, dan
dat het welslagen van deze taktiek waarschijnlijk werd en zij
adviseerde derhalve, om, wanneer de keuze werd vrijgelaten,
den prijs der emmers op f 2.50 te houden, zonder verdere
pogingen aan te wenden de invoering kunstmatig te be
spoedigen.
De minderheid daarentegen sloot zich geheel bij den Direc
teur aan, overtuigd als zij met dezen was, dat, wanneer een
maal de voordeelen der emmers voor ieder duidelijk gebleken
waren, de algeheele invoering wel spoedig een feit zou zijn.
Na kennisneming van al deze adviezen was voor ons College