3
Dat nu een bedrag van ƒ500.wordt gevraagd, is het
gevolg van de omstandigheid, dat onze vereeniging indien
haar een jaarlijksch subsidie uit de gemeentekas van ƒ200.
werd verleend, elk jaar voor een groot tekort zou komen te
staan, tenzij zij zou willen besluiten hare werkzaamheden in
te krimpen, wat allerminst gewenscht zou zijn. Tot nu toe kon
voor het aanvullen van de te korten over toevallige baten
als de opbrengst van een liefdadigheidsconcert, of het nog
aanwezige kapitaal beschikt worden. Een verwijzing naar de
begrooting over het jaar 1912, die hierbij gaat, waarop nog
een gemeentelijke subsidie van 200.voorkomt, mogeaan-
toonen, hoezeer onze vereeniging deze geldelijke steun van de
gemeente dringend noodig heeft.
Daarbij komt, dat de uitgaven sinds 1910 zijn toegenomen,
doordat een hooger bedrag voor salarissen moest worden uit
getrokken (ƒ60.meer), en doordat voor het eerst over het
jaar 1912 een zeer matige huur (ƒ120.door hópital Wallon
in rekening is gebracht voor bij onze vereeniging in gebruik
zijnde lokaliteiten, terwijl de kosten voor gas- en watergebruik
de exploitatierekening van de keuken te zeer drukten en dus als
afzonderlijke uitgave (ƒ80) op deze begrooting voorkomen.
Het komt ons overbodig voor het nut van onze vereeniging
voor uw college uiteen te zetten. In de vier jaren van haar
bestaan heeft zij in zeer ruimen kring nut gesticht, en werd
jaarlijks ten behoeve van aa van alle in een jaar te Leiden
geboren zuigelingen door onze vereeniging raad gegeven. In
andere steden werd nooit dit groote getal bereikt en werd
veelal van gemeentewege veel grooter subsidie aan een der
gelijke vereeniging verleend.
Redenen, waarom het bestuur uw college verzoekt aan de
Vereeniging «Zuigelingenzorg" een jaarlijksch subsidie van
vijfhonderd gulden te willen verleenen.
W. Nolen, voorzitter.
F. van Panthaleon van Eck, penningmeesteres.
E. Gorter, secretaris.
N°. 7. Leiden, den 21 December 1912.
Curatoren van het Gymnasium hebben bij dezen de eer U
mede te deelen, dat de termijn van benoeming van den Heer
Dr. T. van Lohuizen, wederom verstreken is.
Daar het onderwijs van den heer van Lohuizen alle reden
geeft tot tevredenheid, hebben Curatoren mitsdien de eer U
voor te stellen den heer Dr. T. van Lohuizen met ingang van
5 December j.l. wederom voor den tijd van 1 jaar te benoemen
tot leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium, alhier,
op de zelfde voorwaarden als voorheen.
Het gunstig advies van den Heer Inspecteur der Gymnasia
zult U hierbij aantreffen.
Curatoren van het Gymnasium,
Fockema Andreae, Voorzitter.
de Jong, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 8. Leiden, 28 December 1912.
Regenten van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis te
Leiden, hebben de eer U ter voorziening in de vacature die
den 1-sten December j.l. in hun bestuur is ontstaan door bet
met dezen datum verleend ontslag aan Mevrouw W. M. Uhlen-
beck-Melchior, het volgende dubbeltal aan te bieden, met ver
zoek daaruit eene keuze te doen:
Mevrouw H. van GENDEREN- de Veer
en Mevrouw C. W. HELLEMA- van der Velden Erdbrinck.
Regenten van het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis.
J. C. van der Lip, Voorzitter.
A BR. Corts, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 9. Leiden, 30 December 1912.
Tijdens de ziekte van den commies le klasse aan de
afdeeling «Militie en Landweer" ter gemeente-secretarie, de
heer A. J. J. Sinclair de Rochemont en na diens overlijden
gedurende de vervulling der ontstane vacature, zijn diens
werkzaamheden ongeveer 6 maanden waargenomen door den
ambtenaar H. J. van Urk.
Aangezien de heer Van Urk deze werkzaamheden zeer tot
onze tevredenheid heeft verricht, is hij door ons met ingang
van 1 October 1912 van klerk bevorderd tot adjunct-commies,
hoewel hij in gewone omstandigheden vermoedelijk eerst
tegen 1 Januari 1914 die bevordering deelachtig zou zij.n
geworden.
Het komt ons echter voor, dat het alleszins billijk is, dat
hem, ook afgescheiden van die promotie, waardoor zijn tracte-
ment met 100 'sjaars is vermeerderd, eene gratificatie
wordt toegekend met het oog op den langen duur der waar
neming en de goede wijze, waarop die door hem is verricht.
Trouwens bij vorige dergelijke gelegenheden werd ook in den
regel tot het toekennen van eene belooning voor deze buiten
gewone diensten besloten.
Het bedrag der gratificatie dient o. i. bepaald te worden op
300, waarbij dan zoowel met den duur der waarneming
en de vervroegde bevordering tot adjunct-commies, als met
het verschil tusschen de minimum-bezoldiging van een com
mies le klasse en het traktement van den heer Van Urk is
rekening gehouden.
Wij geven U mitsdien in overweging aan den heer
H. J. van Urk als belooning voor de door hem bewezen
diensten gedurende de genoemde waarneming eene gratificatie
voor eens toe te kennen ten bedrage van f 300.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 10. Leiden, 2 Januari 1913.
In Uwe Vergadering van 1 Februari 1912 (Ingek. Stukken
no. 18) werd aan den toenmaligen keuringsveearts, tevens
adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis alhier, toe
stemming verleend om nevens zijne betrekking ook het ambt
.van Rijkskeurmeester te bekleeden.
üp dezelfde grondendie daartoe destijds door ons werden
aangevoerd, geven wij U ook thans, geheel overeenkomstig
het advies der Commissie voor het Openbaar Slachthuis, in
overweging den tegenwoordigen titularis, den heer J. Goed
hart, toestemming te verleenen eene eventueele benoeming
tot Rijkskeurmeester aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 11. Leiden, 2 Januari 1913.
Na aanvankelijk in haar hierachter afgedrukt adres van 2
November j.l. verzocht te hebben aan de Meisjes-Gezellen-
vereeniging alhier voor hare bijeenkomsten een of twee lo
kalen van het Caecilia-Gasthuis ten gebruike af te staan,
richtte de Voorzitster van genoemde vereeniging den 19en
November d.a.v. andermaal een request tot U, waarin zij
onder intrekking van het eerste adres vroeg hare vereeniging
over eenige vertrekken der bovenverdieping van het perceel
Pieterskerkgracht no. 11, alsmede over den bij dat perceel
behoorenden tuin de beschikking te geven.
Uit dit tweede adres, dat mede is afgedrukt, blijkt, dat
requestrante bij nadere overweging' de lokalen in het Caecilia-
Gasthuis minder geschikt acht voor het beoogde doel.
Ook bij ons College zou in gebruikgeving van die lokalen
bezwaar hebben ontmoet, aangezien zij, zooals in het rapport
van den Directeur van Gemeentewerken te lezen is, herhaalde
lijk voor gemeentelijke doeleinden moeten worden gebruikt.
De bovenverdieping en de tuin van het perceel Pieters
kerkgracht no. 11 zijn echter beschikbaar, aangezien slechts
een deel der benedenverdieping bij het genootschap- M. S. G.
in de avonduren in gebruik is en het perceel overigens op
het oogenblik nog geene bestemming heeft.
Slechts zullen aan den afstand zoodanige voorwaarden
moeten worden verbonden, dat uit het gemeenschappelijk
gebruik van het gebouw door twee vereenigingen geene
moeilijkheden kunnen voortspruiten, dat het gevaar voor
brand is uitgesloten en ook overigens voldoende zorg aan het
perceel wordt besteed.
Uit nader door het bestuur verstrekte inlichtingen is verder
gebleken, dat het nog niet beslist kan zeggen, welke vertrekken
der bovenverdieping de vereeniging denkt te gebruiken, aan
gezien zulks o. a. afhangt van de uitbreiding van het ledental
en den aard der te verrichten werkzaamheden. Op 20 December
j.l. bedroeg het ledental slechts 8, doch het bestuur verwacht,
dat dit aantal belangrijk zal toenemen, wanneer de vereeni
ging slechts de beschikking heeft over een geschikt lokaal
voor hare bijeenkomsten. Bij voorkeur zullen de vertrekken
des Woensdags- en Zaterdagsnamiddag worden gebezigd, doch
gebruik op de andere dagen der week is geenszins uitgesloten.
In verband met een en ander vraagt het bestuur derhalve de
volledige en voortdurende beschikking over de bovenverdieping.
Op de uren, dat de benedenverdieping bij M. S. G. in gebruik
is, zal dit o. i. echter niet mogelijk zijn.
De huurprijs zou, gelet op de geringe inkomsten der ver
eeniging en de groote uitgaven, die zij voor het in orde maken