DONDERDAG 12 DECEMBER 1912. 233 Zitting van Donderdag 13 December 1913. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DEGIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen: 1° Voortzetting van de behandeling van het voorstel tot onder- handsche opdracht van het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden in de gemeente Leiden aan P. van Ulden. (260) 2° Praeadvies op de verzoeken van de afd. Leiden van den Nederl. Bond van Confectiebedienden e. a., om het sluitings uur van winkels en magazijnen bij verordening te regelen. (226) 3° Voorstel van de heeren van Gruting, Zwiers en Botermans in zake de wederinvoering van de kermis. (257) 4° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het inrich ten van het terrein der voormalige boomkweekerij ten behoeve van den aldaar te vestigen gemeentelijken reinigingsdienst. (275 en 284) 5° Voorstel om aan de Maatschappij Vesuvio" zoo noodig een bedrag van f 3000.extra uit te betalen, in Verband met de levering der vuilverbrandingsinstallatie. (288) 6° Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1912, waarvan de raming te laag is gebleken. (289) 7° Verzoek van C. van Veen geb. Sip, vroeger weduwe van G. de Vries om toekenning van eene jaarlijksche toelage ten behoeve van hare beide kinderen. (285) 8° Voorstel tot verhuring van perceelen weiland nabij de gestichten Endegeest, Voorgeesten Rhijngeest, respect, aan P. van der Mey Pzn, H. Filippo Fzn en J. de Groot. (286) 9° Verzoek van de Arbeiders-Geheelonthoudersvereeniging »De Vriendenkring" om het gebruik van een der lokalen van de school der 3e klasse No. 1. (287) 10° Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1912. (290) Tegenwoordig zijn 30 leden n.l. de heerenFokker, Fischer, Vergouwen, Timp, Bosch, A. Mulder, Heeres, de Boer, Boter mans, van Tol, Driessen, Zwiers, P. J. Mulder, Briët, Carpen- tier Alting, Corts, Reiineringer, van der Pot, Kruimel, Sijtsma, Korevaar, Korff, Aalberse, van Hamel, Pera, van Gruting, van der Eist, van der Lip, Hoogenboom en Roem. Afwezig is de heer Bots, wegens ongesteldheid. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 5 December 1912 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot onderhandsche opdracht van het maken der gewapend betonwerken voor het gebouw der vuilver brandingsinrichting aan de N. V. Wernink's Betonfabriek te Oegstgeest. 2°. Dankbetuiging van de Commissie ter voorbereiding van het Roode Kruisfeest voor het besluit tot kostelooze beschik baarstelling van de Gehoorzaal. 3°. Dankbetuiging van Ed. Udo voor het besluit tot onder handsche opdracht van de levering van het drukwerk voor de gemeente. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 7 Dec. 1912. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Ondergeteekende, Eduard IJdo, Boek- en Steendrukker alhier, brengt uw College zijn dank voor het besluit, hem onders hands weder voor 5 jaren te belasten met de verzorging van het drukwerk voor de Gemeente. De hem gebrachte lof voor zijne activiteit moge U de ver zekering geven, dat zijnerzijds alles zal worden aangewend om in de komende 5-jarige periode in alle opzichten aan de hem gegeven opdracht te voldoen. Van Uw College de Dnw. Dn. Eduard IJdo. 4°. Mededeeling van J. Verheul Dz. en J. de Quack dat zij hunne benoeming tot lid der Commissie van beoordeeling in zake den gevelwedstrijd aannemen. 5°. Mededeeling van Dr. H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, J. Hoogenraad, Dr. P. Th. L. Kan en L. van der Laan dat zij hunne benoeming tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie aannemen. 6°. Dankbetuiging van de Feestcommissie voor het Wapen- feest der Kon. Onderofficiers-Schermbond voor de door de gemeente geschonken medaille. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1° Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om goedkeuring van een plan van uitbreiding van het bestaande machinegebouw. 2°. Verzoek van D. Kruissink om 2 boomen te doen rooien staande vóór zijn perceel Zijlsingel 6. 3°. Verzoek van Mej. E. H. M. Landzaat om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school der 3de klasse No. 3. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Verzoek van den Christ. Leidschen Besturenbond om niet aan te nemen het voorstel tot wederinvoering van de kermis. Zal worden behandeld bij punt 3 der agenda. 5°. Verzoek van J. RoelofTs om vergunning tot het maken van een houten gebouw, dienende tot veestal, op het perceel in deri Cronensteinschen polder, kad. bekend Sectie M No. 1455. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Ik kan den heeren verder nog mededeelen, dat door Burgemeester en Wethouders aan de verschillende instellingen van weldadigheid verzocht is te willen mede deelen, of zij bereid zijn hunne medewerking te verleenen tot de oprichting van een Armenraad. De besturen van 19 dezer instellingen hebben ons bericht, dat zij daartoe bereid zijn, 8 moeten hun antwoord nog inzenden, terwijl van 2, n. 1. de Chr. Geref. gemeente en het College van Vrouwen Kraammoeders, de mededeeling is inge komen dat zij aan de tot stand koming van een Armenraad niet wenschen mede te werken. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend, naar aan leiding van deze ingekomen antwoordenalsnu het verzoek tot den Minister van Binnenlandsche Zaken te moeten richten, om de oprichting van een Armenraad in deze gemeente te bevorderen. Aan de orde is alsnu: I Voortzetting van de behandeling van het voorstel tot onder handsche opdracht van het baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden in de gemeente Leiden aan P. van Ulden. (Zie Ing. St. no. 260). Aangevangen wordt met de artikelsgewijze behandeling van de Verpacbtingsvoorwaarden. De artt. 1 en 2 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 3, luidende: De pachter moet dagelijks, Zon- en algemeen erkende feest dagen uitgezonderd, tusschen zonsopgang en zonsondergang met ten minste 8 bemande vaartuigen in de sub art. 2 be doelde wateren doen baggeren, doch met geene andere werk tuigen dan met den gewonen baggerbeugel zonder lip of punt, waarmede de vaste grond zoude kunnen worden weg genomen. Indien de weersgesteldheid of eenige andere ongunstige omstandigheid, ter beoordeeling van de verpachters, het bag geren niet toelaat, mag dit tijdelijk worden gestaakt. Als algemeen erkende feestdagen worden beschouwd de Nieuwjaarsdag, tweede Paaschdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de 3e October. De schuiten moeten ria afloop van de dagtaak gebracht worden buiten de Gemeente. De verpachters behouden zich het recht voor om ten allen tijde plaatsen, waar gebaggerd moet worden, aan te wijzen, alsmede om liet baggeren op bepaalde plaatsen en tijden of in de geheele gemeente te verbieden, welke verplichtingen of welk verbod de pachter onverwijld moet nakomen. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor in het eerste lid van dit artikel achter het woord «zonsonder- gang" in te voegen«gedurende den door Burgemeester en Wethouders aan te geven werktijd." De heer Cardentier Alting. M. d. V. Ik zou een inlichting willen vragen. Er wordt in dit artikel voor het eerst de uit drukking gebruikt: »de verpachters", welke nu verder telkens voorkomt, maar het is mij niet duidelijk gebleken, wie die verpachters zijn. Ik stel mij voor, dat de gemeente de mede contractant is, maar dan begrijp ik niet, wie met de ver pachters worden bedoeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1