DONDERDAG 7 NOVEMBER 1912.
199
voor zijne toezegging. Het doet mij genoegen dat er eenige
verbetering zal plaats hebben, omdat de weg er werkelijk
gevaarlijk is. Er zijn zulke kuilen en oneffenheden, dat onge
lukken daarvan het gevolg kunnen zijn.
De heer Hoogenboom. Ik begrijp niet, dat de heer van
Gruting uit de toezegging van den Wethouder kan opmaken,
dat er iets gebeuren zal. Ik heb begrepen, dat er niets zal
gebeuren, omdat er geen fondsen zijn. Maar dat is toch een
argument dat m. i. niet opgaatwanneer de toestand zoo
slecht is, dan moet de uitvoering van verbeteringen direct
ter hand worden genomen. Het verkeer op den weg is werke
lijk gevaarlijkdoor het slippen van fietsen, kunnen er, in
verband ook met het rijden van trams, ongetwijfeld ongelukken
gebeuren.
De heer Fischer. Ik geloof dat de heer Hoogenboom mij
verkeerd heeft begrepen. Ik heb toegezegd da; het ergste in
orde zal worden gemaakt, doch dat de groote verbetering
eenige weken moet worden uitgesteld, omdat er geen fondsen
zijn. Doch waar onmiddellijk gevaar dreigt, zal dadelijk worden
ingegrepen.
De heer Hoogenboom. Ik begrijp niet, dat het vinden van
fondsen een quaestie is van een paar weken.
De heer Fischer. Ik heb niet gezegd een paar weken, maar
eenige weken.
De heer Hoogenboom. Odan wordt het een paar maanden.
De Voorzitter. Dan verander ik nu de openbare vergadering
in eene met gesloten deuren.
De openbare vergadering wordt na eenigen tijd heropend.
VI. Voorstel
a. tot aankoop van de perceelen benoorden d&Decimastraat,
kad. bekend Sectie K nis. 544, 545 en 2454;
b. tot vaststelling van den desbetreffenden suppletoiren be-
begrootingsstaat.
(Zie lng. St. No. 239.)
De heer van der Elst. M. d. V. Ik heb dit voorstel van
Burgemeester en Wethouders met groote sympathie ontvangen.
Het is waar, dat aan deze zijde der gemeente geen enkel ont
spanningsterrein zich bevindt. Daarom moet men, wanneer de
gelegenheid zich voordoet om een terrein te koopen, hiervan
gebruik maken.
Het eenige bezwaar, dat ik heb betreft den naam, dien Burge
meester en Wethouders aan dit terrein willen geven. Zij willen
het n.l. bestemmen voor volkspark. Ik geloof, dat het eene
illusie is te meenen, dat men daar een volkspark zal kunnen
aanleggen in navolging van het van der Werffpark. Gazons,
bloemenperken en dergelijke kan men daar nooit aanleggen.
Wel zal men van dezen grond kunnen maken een ontspannings
terrein. Dit terrein, dat zoover afligt van den openbaren weg
zal nooit voldoende kunnen worden gesurveilleerd; en evenmin
zal het publiek voldoende controle kunnen houden, zoodat ik
vermoed, dat men daar nooit een mooi park zal kunnen krijgen.
Men zal het gebruiken voor speelterrein.
Wordt het ingericht op de wijze van het van der Werffpark,
dan zal het heel wat kosten om het in goeden staat te houden.
Dit terrein kan evenwel mooi voor ontspanningsoord worden
ingericht voor de jeugd. Men kon er hoornen in planten, zit
plaatsen in aanbrengen, zandbakken en dergelijke dingen voor
kinderen maken. De menschen in deze buurt zullen, wanneer
het terrein werd ingericht tot park, daar nooit de noodige
zorg aan kunnen bestéden. Ik wijs hierop, nu Burgemeester
en Wethouders nog slechts voorstellen het terrein aan te koo
pen en op te hoogen, anders zouden Burgemeester en Wethou
ders kunnen meenen de vrijheid te bezitten dit terrein voor
volkspark in te richten.
Ik juich het voorstel van Burgemeester en Wethouders toe,
maar op voorwaarde, dat later beslist zal worden, waartoe dit
terrein zal worden bestemd.
De heer Reimeringer. M. de V. Ik heb met groote sym
pathie de voordracht van Burgemeester en Wethouders be
groet en ik breng gaarne hulde aan Burgemeester en Wet
houders, dat zij ten deze zoo diligent zijn geweest. Het plan
van een volkspark is al meermalen ter sprake gebracht, doch
altijd afgestuit op de hooge kosten. Thans kan het plan zon
der al te groote uitgaven worden verwezenlijkt. En vooral in
dat deel van de gemeente is zulk een park wenschelijk, omdat
men daar heeft een talrijke bevolking met veel kinderen.
Daargelaten nu, of men het terrein wil beplanten met boornen,
of er een speelplaats van maken, in ieder geval zou ik mijne
medeleden van den Raad wel willen adviseeren met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders mede te gaan.
De heer Carpentier Alting. M. de V. In aansluiting met
hetgeen door de beide vorige sprekers is gezegd, wil ik ook
gaarne mijn sympathie betuigen met het plan en hulde
brengen aan Burgemeester en Wethouders voor de indiening
van hun voorstel. Naar aanleiding van de toelichting van
Burgemeester en Wethouders wenschte ik echter nog een
opmerking te maken.
Nadat Burgemeester en Wethouders eerst hun plan heb
ben uiteengezet om op het aan te koopen terrein een
volkspark te stichten, komt het in de laatste alinea's van
het praeadvies aan den dag, dat Burgemeester en Wet
houders toch niet zoo stellig er op rekenen, dat het volks
park daar zal komen. Immers de mogelijkheid wordt on
dersteld, dat het terrein ook eventueel zou kunnen worden
bestemd voor bebouwing en stratenaanleg. Er blijkt dus ten
opzichte van de bestemming van het terrein bij Burgemeester
en Wethouders eenige wijfeling te bestaan. Nu zou ik het
zeer betreuren wanneer werd afgeweken van het idéé om
daar een volkspark of speelterrein te stichten. Om dus te
doen uitkomen, dat daar ter plaatse een volkspark zal komen,
zou ik in overweging willen geven om sub. a van het voor
stel aan het slot nog toe te voegen de woorden„teneinde dit
terrein geheel of gedeeltelijk te bestemmen voor volkspark of
speelterrein". Ik laat daarbij dus voorloopig nog in het mid
den of het wenschelijk is aan het zooeven kenbaar gemaakt
verlangen van den heer van der Eist te voldoen, volks
park of speelterrein is mij op 't oogenblik om het even
maar door deze toevoeging hebben wij dan althans uitgemaakt,
dat het terrein niet, niet geheel althans, zal worden bebouwd.
De heer Fokker. Met het laatste voorstel van den heer
Carpentier Alting kan ik mij in het geheel niet vereenigen.
Wanneer wij die bijvoeging in de acte van aankoop opnemen,
dan is de gemeente ook tegenover den verkooper gebonden
om het terrein te bestemmen voor volkspark, ook al konden
wij later een terrein krijgen, dat nog beter daarvoor geschikt
is, of indien later blijkt, dat inrichting van het terrein daar
voor volkspark te duur of om andere redenen ongewenscht
zou zijn. Ik geloof dat wij door opneming van die woorden
niet zouden handelen in het belang van de gemeente. Wan
neer de heer Carpentier Alting zijn wensch vervuld wil zien,
laat hij dan een motie in dien geest voorstellen, waarin de
Raad bijv. verklaart, dat het hem aangenaam zal zijn wanneer
het terrein voor volkspark bestemd wordt.
De heer A. Mulder. M. d. V. Ik heb eenigszins verbaasd
gestaan, dat deze zaak niet in de Commissie van Fabricage
is geweest. Dat spijt mij wel, niet omdat ik als lid van die
Commissie naar meer werk verlang, maar ik kan er nu
in het openbaar niet zoo in details over uitweiden omdat
er dan wellicht andere gedachten zouden zijn uitgesproken.
Nu er evenwel niets meer aan te doen is, wil ik ook hulde
brengen aan Burgemeester en Wethouders voor de indiening
van dit voorstel. Over het geheel genomen is de prijs wel
niet zoo bijzonder laag, maar toch ook niet bijzonder hoog.
Overigens sluit ik mij geheel aan bij hetgeen door den heer
Fokker is gezegd, nl. dat de Raad zich niet aan banden moet
leggen. Laten wij ons voornemen, maar er ons niet toe ver
binden, dat het terrein zal worden ingericht tot volkspark.
De omstandigheden toch kunnen later van dien aard zijn,
dat wij wellicht op ons oorspronkelijk plan zouden willen
terugkomen, omdat wij iets hadden gevonden, dat nog beter
voor dat doel geschikt was. Dan kunnen wij het besluit wel
weder wijzigen, maar dat kost altijd eenige moeite.
Dat Burgemeester en Wethouders nu met dit voorstel bij
den Raad komen, valt eigenaardig samen met het verzoek
van sociaal-democratische zijde gedaan om een volkspark
te krijgen.
Nu heeft het er den schijn van of de heeren socialisten
zoo'n groot succes hebben verkregen, terwijl daar absoluut
niets van aan is. Zulk een succes is totaal buitengesloten.
Reeds sedert jaren is er op aangedrongen een volkspark te
maken, maar steeds is het uitgesteld, omdat er geen geschikt
terrein voor was te vinden, althans niet te verkrijgen voor
een billijken prijs.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders juich ik
ten zeerste toe en zal er mijn stem aan geven.
De heer Vergouwen. M. d. V. De vorige sprekers hebben
het mij al zeer gemakkelijk gemaakt. Ik zou aanraden het
voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen en
over te gaan tot vaststelling van den suppletoiren begroo-
tingsstaat, dan kon de Gemeenteraad immers later nog altijd
beslissen, waartoe dit terrein zal worden bestemd. Hier komt
nog bij, dat men, om te voorkomen dat de aanleg van dit
terrein de financiën te zeer zal drukken, nog altijd een ge
deelte voor bouwterrein kan verkoopen. Bepalen wij thans,
dat dit terrein moet worden bestemd voor volkspark, dan is
zoo iets uitgesloten. Wij moeten toch ook rekening met de
financiën houden. Laten wij ons daarom thans niet aan een
bepaald plan binden, hoewel ik het terrein uitstekend geschikt
acht voor een volkspark, Wil men het later daartoe bestem-