DONDERDAG 7 NOVEMBER 1912. 195 noodigt de Commissie voor de Strafvorderingen uit eene zoodanige verordening te ontwerpen, gaat over tot de orde van den dag. Fokker. K. Sijtsma. J. Botermans. C. W. van der Pot Hz Aan den Raad der Gemeente Leiden. Zullen worden behandeld bij punt 9 der agenda. 9°. Schrijven van P. H. J. Rienks om alsnog te mogen reclameeren tegen zijn aanslag in de plaatselijke directe belasting. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 5 November 1912. Aan de Gemeente Raad der Gemeente Leiden. Edel Achtbaren Heeren. Bij de uitreiking der billetten der Plaatselijke Directe belas ting op 3 Juli 1.1. vervoegde ik mij, na enkele dagen, ten kantoren v. d. Heer Controleur der belastingen, om mijn reclame óók over 1912 intedienen. Mijn bezwaar schrift over anno 1911 bij Heeren Gedepu teerde Staten ingediend, waarvan ik de Heer Controleur mede- deeling deed, was nog niet over beschikt, en advieseerde mij de Heer Controleur: te wachten met mijn reclame over 1912 tot Heeren Gedeputeerde Staten daarover wèl zouden beslist hebben, onder bijvoeging der mondelinge verzekering, dat mijn reclame, nu ik ZEd. daarmede in kennis had gesteld, wel in orde was. Op 31 October 1.1. krijg ik schriftelijke mededeeling van Heeren Gedeputeerde Staten en vervoeg mij daarop heden 5 November bij den Heer Controleur, die mij nü mededeelt dat hij mijn reclame nü niet meer kan accepteeren. De misleiding waarvan ik de dupe ben, wilde ik gaarne aan uw Edelachtbaar College kenbaar maken, tevens U verzoekende mij in deze wèl recht tewillen verschaffen en welwillend mijn reclame bij indiening te willen accepteeren. Hoogachtend Uw dw. dienaar P. H. J. Rienks, Vischmarkt 15. De Voorzitter. Dit is een reclame die te laat is ingekomen en waaraan dus geen gevolg kan worden gegeven. Doch met het oog op den ambtenaar, die hier eenigszins wordt beschul digd, wensch ik er een paar woorden bij te voegen. De Controleur der belastingen is steeds gewend om hen, die bij hem komen, te wijzen op den termijn voor reclame; dat heeft hij zich vast voorgenomen en dat doet hij ook bij iedereen; hij heeft den ambtenaren van de belastingen gezegd dit ook te doen. Misschien heeft hij nu tegen Rienks gezegd gij zoudt wellicht nog wat kunnen wachten, totdat gij een beschikking hebt van Gedeputeerde Staten op uwe reclame van het vorige jaar, omdat deze reclame precies dezelfde was als over dit jaar, maar hij is bepaald overtuigd, dat hij Rienks gewaarschuwd heeft om op tijd te reclameeren; hij is dus zooals hij uitdrukkelijk verklaard heeft, in deze geheel zonder schuld. Maar Rienks was erg gejaagd en zenuwachtig en heeft den Controleur wellicht niet goed begrepen, doch deze heeft niet gezegd, dat hij in ieder geval wachten moest tot de beslissing van Gedeputeerde Staten zou zijn gekomen. Nu onderstel ik wel dat Rienks te goeder trouw is geweest; financieel nadeel is er echter uit deze quaestie toch niet voor hem voortgevloeid. De aanslagen van verleden jaar en nu zijn volkomen gelijk. Waar nu de eene reclame is afgewezen, is er geen reden om te veronderstellen dat Gedeputeerde Staten nu een andere beslissing zouden hebben genomen. Er kan evenwel niet gezegd worden, dat door onachtzaamheid van den Controleur iemand te laat zou hebben gereclameerd. Ik stel dus voor het adres van Rienks aan te nemen voor kennisgeving. Daartoe wordt besloten. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat, met ingang van 18 December a.s. zijn verleend: aan A. M. T. van Gelder, weduwe van den Commies le kl. ter Secretarie A. J. J. S. de Rochemont, een weduwenpension van 489.'sjaars, en aan E. M. M. de Rochemont, dochter van genoemden ambtenaar, een kinderenpensioen van 163. per jaar. De Voorzitter. Alhoewel het eene vraag is, die omgaat buiten de agenda, zou ik willen vragen of misschien een van de leden heeft medegenomen het praeadvies betreffende de winkelsluiting. Dit stuk wordt vermist. Het is nogal lastig, omdat er slechts een enkel exemplaar van bestaat. Misschien heeft een van u het per abuis bij zich gestoken. Ik stel er prijs op het te mogen terugontvangen. Aan de orde is alsnu I. Verzoek van J. Belt om bestendiging van de pacht van het grasgewas van het Plantsoen, het Park, de kleine plant soentjes, de Jan van Houtkade en de singeltaluds. (Zie lng. St. No. 243). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. II. Verzoek van J. N. Botermans en P. Kooreman om het hun toebehoorend gedeelte van de Groenhovenstraat kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. (Zie lng. St. No. 244). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. III. Verzoek van de Naaml. Vennootschap „Nationaal Grond bezit" om het haar toebehoorend terrein, aan den Witten Singel nabij de Witte Rozenstraat kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. (Zie lng. St. No. 245.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. IV. Verzoek van P. J. Hartevelt inzake de demping van een gedeelte sloot langs den Zoeterwoudschen Singel vóór de perceelen Sectie M nis. 756, 757 en 1367. (Zie lng. St. No. 246.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. V. Voorstel a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing van het perceel Burgsteeg No. 6; b. tot onderhandsche verhuring van een gedeelte van het sub a bedoelde perceel aan H. Damen. (Zie lng. St. No. 240 De beraadslaging wordt geopend. De heer Fokker. M. d. V. Naar ik gelezen heb in de stukken rust op den heer H. Damen de verplichting om na afloop van de huur den scheidingsmuur tusschen het aan de gemeente en het aan hem toebehoorende perceel te doen opmetselen. Nu zou ik gaarne willen weten of deze muur dan het eigendom zal wezen van de gemeente en den heer Damen te zamen, of alleen van den heer Damen. Is de muur eene ge- meene scheiding, dan zal de op te metselen muur dit ook moeten zijn. Daarom stel ik voor in het belang der gemeente te bepalen, dat de muur zal zijn een gemeene scheidsmuur. De Voorzitter. Ik begrijp niet goed, mijnheer Fokker, wat uwe bedoeling is. De zaak is deze: De muur, die zal worden weggebroken, is gemeen, dus zal hij na het opmetselen ge meen eigendom blijven. De heer Fokker. Wanneer dit de bedoeling is M. d. V., dan ga ik met het voorstel mee. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het praeadvies besloten. VI. Voorstel: a. tot aankoop van de perceelen benoorden de Decimastraat, kad. bekend Sectie K n 544, 545 en 2454; b. tot vaststelling van den desbetreffenden suppletoiren be- grootingsstaat. (Zie lng. St. No. 239). De Voorzitter. Hieromtrent is het volgende voorstel bij mij ingekomen: Ondergeteekende verzoekt een vergadering met gesloten deuren naar aanleiding van punt 6. A. van der Elst. Het voorstel wordt voldoende ondersteund. De Voorzitter. Er zijn nog meer punten in een besloten vergadering te bespreken. Die vergadering zal dus wel eenigen tijd kunnen duren. Ik zou daarom willen voorstellen om nu met de behandeling van de andere punten van de agenda voort te gaan. Wij kunnen dan zien hoever wij komen en, mochten de debatten blijken niet vroegtijdig af te loopen, dan kunnen wij de openbare vergadering schorsen. De heer Heeres. M. de V. Ik zou u wel in overweging A. VAN DER ElST.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 3