DONDERDAG 7 NOVEMBER 1912.
193
Zitting van Donderdag 7 November 1913.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr.N.C. DE GIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen
1° Verzoek van J. Belt om bestendiging van de pacht van het
grasgewas van het Plantsoen, het Park, de kleine plant
soentjes, de Jan van Houtkade en de singeltaluds. (243)
2° Verzoek van J. N. Botermans en P. Kooreman om het hun
toebehoorend gedeelte van de Groenhovenstraat kosteloos in
eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. (244)
3° Verzoek van de Naaml. Vennootschap «Nationaal Grond
bezit" om het haar toebehoorend terrein aan den Witten
Singel nabij de Witte Rozenstraat kosteloos in eigendom en
onderhoud bij de gemeente over te nemen. (245)
4° Verzoek van P. J. Hartevelt inzake de demping van een
gedeelte sloot langs den Zoeterwoudsehen Singel vóór de
perceelen Sectie M m» 756, 757 en 1367. (246)
5° Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing
van het perceel Burgsteeg No. 6;
b. tot onderhandsche verhuring van een gedeelte van het
sub a bedoelde perceel aan H. Damen. (240)
6° Voorstel:
a. tot aankoop van de perceelen benoorden de Decimastraat,
kad. bekend Sectie K nis 544, 545 en 2454;
b. tot vaststelling van den desbetrefïenden suppletoiren
begrootingsstaat. (239)
7° Verordening, houdende wijziging der verordening van 12
October 1905, op het Bouwen en Sloopen (Gemeenteblad
No. 25). (241)
8° Verordening, houdende wijziging der verordening op het
Rijden, van den 23en Mei 1912 (Gemeenteblad No. 18). (242)
9° Praeadvies op de verzoeken van de afd. Leiden van den
Nederl. Bond van Confectiebedienden e. a om het sluitings
uur van winkels en magazijnen bij verordening te regelen.
(226)
Tegenwoordig zijn 29 leden, n.l. de heeren: Fokker, van
Hamel, Fischer, van der Eist, Reimeringer, Driessen, P. J.
Mulder, Bosch, Heeres, Corts, Sijtsma, Carpentier Alting, Roem,
van Tol, Zwiers, de Boer, van der Pot, A. Mulder, Kruimel,
van der Lip, Vergouwen, Timp, Korfï. Botermans, Korevaar,
Hoogenboom, Pera, Briët en van Gruting.
Afwezig zijn de heeren: Bots, wegens ongesteldheid en Aal-
berse, wegens kamerzitting.
De notulen van de beide vorige vergaderingen van 31
October 1912 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
1°. Mededeeling van den heer J. Korevaar P.Az. dat hij de
benoeming tot Commissaris der Stedelijke fabrieken van gas
en electriciteit aanneemt.
2°. Dankbetuiging van Dr. W. Stuurman, Directeur van het
Openbaar Slachthuis, voor de hem toegekende personeele
toelage.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 4 November 1912.
Ondergeteekende heeft de eer U zijn hartelijken dank te
betuigen voor de hem bij Uw Besluit van 31 October j.l.
toegekende personeele toelage.
Het in hem gestelde vertrouwen hoopt hij bij voortduring
waardig te blijven maken.
Met de meeste hoogachting,
W. Stuurman.
Directeur van het Openbaar Slachthuis.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
3°. Beschikkingen van Gedep. Staten op bezwaarschriften
tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1911.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van P. A. Roman e.a., allen bewoners van de
3-October- en de Duivenbodestraten, inzake den toestand dier
straten.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren!
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergetee-
kenden, allen bewoners der Duivenbode- en 3 Octoberstraat,
alhier
dat zij, tengevolge van een bestaand verschil tusschen eige
naren hunner woningen en die der grond en klinkers gelegen
vóór de perceelen, in een benarde positie verkeeren;
dat de klinkers zijn opgebroken en weggevoerd tot het
daarstellen van een afsluiting der beide straten, opdat hun
de toegang daartoe zooveel mogelijk worde belemmerd;
dat de kolken, tot afvoer van regenwater, zijn opgetrokken
en hunne uitloozing in de riolen op de meest revolutionnaire
wijze is dichtgeworpen, tengevolge waarvan nu reeds de
rioolinhoud zich boven den grond vertoont en, mede in ver
band met het natte jaargetijde, de straten in een modder-
massa zijn herschapen en de bewoners hierdoor eiken behoor
lijken toegang naar hunne woningen missen;
dat zij door het bovenomschrevene in een zéér ongezonde
en onhoudbaren toestand zijn geraakt, waarvan ziekte en
ongelukken het gevolg zouden kunnen zijn;
dat zij zich noodgedrongen tot uwen Raad wenden met
het eerbiedig verlangen dat het UEd. Achtbare Heeren moge
behagen dit hun beleefd verzoek n. 1.zóódanige maatregelen
te treffen dat aan dezen hoogst ernstigen toestand een einde
kome, als spoedeischend te willen behandelen.
't Welk doende enz.
Uw dw. dienaren
Leiden, 4 November 1912. P. A. Roman.
(Volgen de namen van nog 15 adressanten),
De Voorzitter. Mijne heeren! Burgemeester en Wethou
ders willen wel overwegen, wat in deze aangelegenheid is te
doen, maar zij gelooven niet, dat de Raad thans eenige
maatregelen zal kunnen nemen, omdat deze zaak thuis be
hoort niet bij den Raad, maar bij de Justitie. Het komt Burge
meester en Wethouders evenwel wenschelijk voor, dat er een
nieuw artikel in de verordening op het Bouwen en Sloopen
wordt ingevoegd, om te voorkomen, dat in de toekomst door
de macht der straateigenaren iets dergelijks weêr kan ge
beuren. Ik kan u verzekeren, dat de Commissie voor de Straf
verordeningen deze zaak zeer ernstig zal overwegen. Ik stel
u daarom voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Vergouwen. M. de V. Daar er een voorbeeld van
is, dat de tusschenkomst van Burgemeester en Wethouders
in deze zelfde buurt zeer gunstig heeft gewerkt, zou ik u
willen vragen, of het niet mogelijk zou zijn, dat dit nu ook
het geval zal wezen. Het is een onhoudbare toestand, waar
onder een groot aantal gemeentenaren lijdt. Zouden Burge
meester en Wethouders niet als bemiddelaar s kunnen optreden.
Zoo men hieraan niets kan doen krachtens eene verordening,
laat men het dan probeeren als bemiddelaar. Dit is toch
meermalen gebeurd, en de invloed van Burgemeester en Wet
houders is toch waarlijk niet zoo gering.
De heer Bosch. Ik vrees dat bemiddeling altijd geld zal
kosten aan de gemeente. Ik heb den toestand hedenmorgen
zelf in oogenschouw genomen en heb gezien, dat het ver
keer niet alleen is afgesloten door hooge barricades van opeen-
gestapelden steen, waardoor men zelfs geen groentenwagen
voor zijn deur kan krijgen, maar dat men ook de kolken
wegbreekt, zoodat de verbinding tusschen de woningen en
het riool verbroken werd. Dat moet natuurlijk tengevolge
hebben vervuiling en stank, wat niet alleen verschrikkelijk
is voor de bewoners, maar ook voor de omgeving. En op grond
daarvan meen ik, dat wel degelijk ingegrepen kan worden.
Ik heb mijzelf afgevraagd of een huis dan alleen onbewoon
baar moet worden verklaard wanneer de kamers te klein zijn;
kan het ook niet onbewoonbaar worden verklaard wanneer
de afvoer niet goed is geregeld, zooals hier het geval is. Ik
laat het verder aan Burgemeester en Wethouders over, die
ten deze wel den juisten weg zullen weten te bewandelen. In
elk geval is de toestand zeer afkeurenswaardig, en wanneer
ik daar woonde liet ik mij dadelijk op kosten van den huis
baas naar een betere woning vervoeren, want zoo iets is geen
enkelen huisbaas toegelaten.
De heer Sijtsma. Ik kan mij eenigszins aansluiten bij het
geen de vorige geachte spreker heeft gezegd over deze straten.
De toestand is werkelijk ellendig en ik verheug mij van
Burgemeester en Wethouders te hooren, dat er nu weldra
verandering zal komen in de verordening op het Bouwen en
Sloopen. De vorige maal toen wij een soortgelijken toestand
in de Stadhouderslaan bespraken heb ik er reeds op gewezen,
dat men geen vergunning moet geveu om te bouwen, voor
dat er voldoende zekerheid bestaat dat er een behoorlijke
straat zal komen.
Dat zal wellicht kunnen geschieden in den vorm van een
zeker bedrag, door de bouwers gestort in de gemeentekas,
waardoor de gemeente dan zoonoodig onmiddellijk de straat
kan overnemen en in orde maken.