202
DONDERDAG 7 NOVEMBER 1912.
De Voorzitter. Aan de orde zou nu zijn punt IX van de
agenda. Ik hoor echter van verschillende zijden stemmen
opgaan om nu niet tot de behandeling hiervan over te gaan.
Ik stel dus voor de behandeling van dit punt uit te stellen
tot een volgende vergadering, welke dan door mij over
14 dagen of 3 weken zal worden belegd.
Daartoe wordt besloten.
De heer Reimeringer. M. de V. Als voorzitter van de
Commissie van Financiën wensch ik alsnog mede te deelen,
dat tegen aankoop van de huizen, waartoe zooeven is besloten,
bij de Commissie geen bezwaar bestaat.
De Voorzitter. Het was mijn voornemen om het oordeel
van de Commissie van Financiën te vragen, maar door de
voorlezing van het voorstel heb ik het weder vergeten. Ik
dank de Commissie zeer voor het uitbrengen van haar advies.
Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering
gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. j. GROEN ZOON.
