141 de noodige werkzaamheden kunnen uitvoeren, mits de noodige veiligheidsmaatregelen worden in acht genomen en zoodra mogelijk aan Woubrugge van deze werkzaamheden wordt kennis gegeven. De gelegen kabels worden in het plaveisel door een vol doend aantal merksteenen, welke ten minste om de 20 M. en bij elke mof moeten worden aangebracht, aangeduid. Ten raadhuize van Woubrugge wordt door Leiden eene nauwkeurige teekening bijgehouden, waarop alle door Leiden gelegde kabels en geplaatste onderstations met de noodige aanwijzingen zijn vermeld. Woubrugge verbindt zich zulk eene teekening van haar laagspanningsnet en van de ge maakte aansluitingen bij te houden, welke teekening op ver zoek aan Leiden ter inzage zal worden gegeven. Wanneer dit door Woubrugge in het belang der gemeente wordt noodig geacht, is Leiden verplicht hare leidingen met toebehooren, hetzij in haar geheel, hetzij gedeeltelijk, op te nemen en te verleggen. Woubrugge is alleen en uitsluitend verplicht daarvoor te vergoeden de werkelijk gemaakte kosten. Zijn door Leiden dergelijke werken uitgevoerd zonder aan vrage van Woubrugge, dan behoeft daarvoor door Woubrugge geene vergoeding gegeven te worden. Art. 15. De stroomlevering door Leiden aan Woubrugge geschiedt verder volgens de bepalingen van de aan deze overeenkomst gehechte «Verordening betreffende de levering van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit", vast gesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne open bare vergadering van 31 Januari 1907, gewijzigd bij raads besluit van 14 Mei 1908 en zooals deze nader mocht worden gewijzigd, alles voorzoover deze van toepassing zijn en voor zoover hiervan niet bij deze overeenkomst uitdrukkelijk wordt afgeweken. Art. 16. Deze overeenkomst eindigt na afloop van den in art. 1 ge noemden termijn; zij wordt telkenmale stilzwijgend met één jaar verlengd, tenzij een der partijen zes maanden vóór het einde van dien termijn of van een jaarlijkschen verlengings termijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt. Art. 17. Alle geschillen tusschen Leiden en Woubrugge, uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, bullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsrechters, door partijen in gemeen overleg te benoemen of, indien bedoeld overleg tot geene overeenstemming heeft geleid, binnen vier weken, nadat de eene partij de andere schriftelijk heeft uitgenoodigd tot benoeming over te gaan, door den bevoegden rechter. De scheidsrechters zullen als goede mannen naar billijkheid recht spreken en zelf de regelen der procedure vaststellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 255. Leiden, 12 November 1912. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec triciteit alhier berichten ons, dat door hen een contract voor electriciteitslevering aan de panuenfabriek van den heer D. van Oordt, gelegen aan de Heimanswetering nabij 's Molenaars in de gemeente Oudshoorn kan worden afgesloten. Van uit de kom der gemeente Woubrugge zou dan, na de tot standkoming van de overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan die gemeente, circa 2.5 K.M. hoogspanningskabel langs de Heimanswetering moeten worden gelegd en zij verzoeken ons daarom U voor te stellen deze kabeilegging goed te keuren, indien de zooeven bedoelde overeenkomst is tot stand gekomen. In de veronderstelling, dat tegen het aangaan van die over eenkomst Uwerzijds geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging de kabellegging ten behoeve van de aansluiting der genoemde pannenfabriek aan de elec- trische centrale goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 256. Leiden, 13 November 1912. Door het feestcomité ter voorbereiding van de groote Nationale Scherm wedstrijden door den Koninklijken Onder officiers Schermbond in December alhier te houden, wordt bij nevensgaand adres verzocht een medaille of prijs voor die wedstrijden van gemeentewege beschikbaar te stellen. Wij meenen, doch slechts in dit bijzondere geval, wel vrijheid te kunnen vinden U voor te stellen op het verzoek een gunstige beschikking te nemen. Immers aan deze wedstrijden zullen een groot getal mili tairen van ons garnizoen deelnemen, terwijl Uwe Vergade ring reeds meermalen blijken heeft gegeven van sympathie voor het Leidsche garnizoen. Bovendien is ons bij onderzoek gebleken, dat door verschillende gemeentebesturen medailles voor deze wedstrijden werden beschikbaar gesteld. Wij geven U mitsdien in overweging ten behoeve van de in December a. s. door den Koninklijken Onderofficiers Scherm bond te houden schermwedstrijden een zilveren medaille van gemeentewege beschikbaar te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 26 October 1912. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Het feestcomité ter voorbereiding van de groote Nationale Schermwedstrijden, van 16 t/m 20 December in deze Gemeente te houden ter gelegenheid van het 12 wapenfeest van den Koninklijken Nederlandsche Onderofficiers Schermbond heeft de eer het navolgende beleefd onder Uwe aandacht te brengen. Ter gelegenheid van die wedstrijden zullen gedurende een week van Maandag Zaterdag ongeveer 300 vreemdelingen in deze Gemeente vertoeven. Bij de reeds gegeven wapenfeesten in andere gemeenten, werden steeds voor die wedstrijden door de Gemeente prijzen geschonken, o. m. bijvoorbeeld door de Gemeenten Amsterdam, 's Gravenhage, Hoorn's-Hertogenbosch enz. Het feestcomité hierboven genoemd heeft daarin vrijheid gevonden ook aan de Raad der Gemeente Leiden een verzoek te richten het streven van den Bond door het beschikbaar stellen van eene medaille of prijs te willen steunen. Namens het feestcomité voornoemd, A. M. van Waasdijk, Sergeant-majoor 4 R. Inf. Leiden. N°. 257. Leiden, 14 November 1912. Ons praeadvies over nevensgaand, in onze handen gesteld, voorstel van de heeren van Gruting, Zwiers en Botermans, om tot wederinvoering van de kermis te besluiten, kan kort zijn. Ons College staat toch volkomen op het standpunt, indertijd door zijne meerderheid ingenomen naar aanleiding van het voorstel van de heeren Briët c.s., om in het vervolg geen standplaatsen meer te verhuren of beschikbaar te stellen voor het houden van een kermis (zie Ingek. Stukken No. 302 van 1910), dat het voor de gemeente niet gewenscht is- stand plaatsen voor het houden van kermissen te verhuren. Wij meenen dus, ook al zijn de redenen, die de leden van ons College tot dit standpunt hebben geleid, niet in elk opzicht dezelfde, voor de nadere motiveering naar ons praeadvies van 5 October 1910 te mogen verwijzen. Slechts zij hieraan nog toegevoegd, dat het ons voorkomt, dat, nu de kermis eenmaal is afgeschaft en die afschaffing bij de overgroote meerderheid der bevolking hoegenaamd geen tegenstand heeft ontmoet, er nog te minder aanleiding is de kermis weder in te voeren. Wij geven U derhalve in overweging het voorstel van de heeren van Gruting c.s. niet aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. De ondergeteekenden hebben de eer de volgende motie voor te stellen: De Raad der gemeente Leiden besluit tot wederinvoering van de jaarmarkt of kermis en noodigt Burg1' en Weths uit de noodige voorstellen te doen tot vaststelling, aanvulling of wijziging der desbetreffende verordeningen en tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1913. v. Gruting. Zwiers. J. Botermans. N°. 258. Leiden, 14 November 1912. Van wege de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding is op 9 November j.l. een spelleiderscursus alhier geopend. Deze cursus zal des Zaterdags gedurende 2 uren op het aan de afdeeling verhuuide terrein aan den Zoeterwoudschen Singel worden gehouden en tegen het einde der maand Maart van het volgende jaar eindigen. Hij is voor de deelnemers, onderwijzers en onderwijzeressen uit Leiden en omstreken, kosteloos toegankelijk, terwijl de reiskosten aan de deelnemers, die buiten Leiden wonen, worden vergoed. Namens het bestuur is nu tot ons College het verzoek ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 5