139 Wij geven U mitsdien in overweging aan Mej. J. M. S. Rosier, op haar verzoek, met ingang van 15 Februari 1913 eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 4e klasse No. 1. Het advies, door het Hoofd der betrokken school te dezer zake uitgebracht, is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Hurg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende heeft de eer U beleefd te verzoeken haar wel, met ingang van 15 Februari a. s., eervol ontslag te willen verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4e klasse No. 1. Hoogachtend Uw Dw. Dresge Leiden, 6 November 1912. J. M. S. Rosier. N°. 253. Leiden, 12 November 1912. Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift van Mevrouw W. M. Uhlenbeck geb. Melchior, geven wij U in over weging haar, op haar verzoek, met ingang van 1 December a.s., eervol ontslag te verleenen als Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, onder dankbetuiging voor de vele diensten, door haar in die betrekking aan het gesticht bewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 8 November 1912. Onder terugzending van het verzoek van Mevrouw W. M. UhlenbeckMelchior, om ontslag als Regentes van ons Wees huis, hebben wij de eer U mede te deelen, dat er bij ons tegen inwilliging van dat verzoek geen bezwaar bestaat en dat wij U mitsdien in overweging geven den Gemeenteraad voor te stellen het gevraagde ontslag eervol te verleenen, onder dankzegging voor de vele diensten door deze Regentes aan ons Gesticht bewezen. Regenten van het H.G. of Arme Wees- en Kinderhuis, J. O. van der Lip, Voorzitter. Abr. Corts, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden Leiden, 22 October 1912. Aan Ileeren Raadsleden v. d. Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. De ondergeteekende ziet zich tot haar groot leedwezen om gezondheidsredenen genoodzaakt tegen 1 Dec. a.s. haar ontslag aan te vragen uit het college van Regenten van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, waartoe zij door U April 1903 werd benoemd. Met de meeste hoogachting Uw dienstwillige W. M. UhlenbeckMelchior. N°. 254. Leiden, 12 November 1912. Eenigen tijd geleden wendde het gemeentebestuur van Woubrugge zich tot de Directie der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit alhier met het verzoek, om ook tusschen die gemeente en Leiden eene overeenkomst tot electriciteits- levering aan te gaan. Aanvankelijk ondervonden de onderhandelingen, zooals Com missarissen der Lichtfabrieken in hun schrijven mededeelen, eenige vertraging in verband met andere plannen, die in onderzoek waren, alsook met het oog op de mogelijkheid, om vanuit de gemeente Alkemade niet alleen de kom van Wou brugge, doch tevens Hoogmade van electriciteit te voorzien. Bovendien wenschte de gemeente Woubrugge te onderzoeken, of het financieel mogelijk zoude zijn de exploitatie der elec- triciteitslevering zelve ter hand te nemen en den stroom alleen »en gros" van Leiden te betrekken. Dit nu bleek na een vanwege de gemeente Woubrugge ingesteld onderzoek door verschillende gunstige omstandig heden inderdaad het geval te zijn. En aangezien nu ook de Directie der Electriciteitsfabriek alhier een dergelijke wijze van stroomlevering de meest verkieselijke vond, werd in overleg met het gemeentebestuur van Woubrugge een concept overeenkomst, waarin de voorwaarden van stroomlevering waren omschreven, opgemaakt. De concept-overeenkomst wijkt uit den aard der zaak af van de tot nog toe met andere gemeenten gesloten contracten. In het bijzonder toch moest onze gemeente er op bedacht zijn, dat Woubrugge niet door het volgen van een bijzondere tariefpolitiek een ongunstige aansluiting voor Leiden zoude worden. Door de verschillende daarop betrekking hebbende bepalingen in de concept-overeenkomst meenen Commissarissen echter dit bezwaar te hebben ondervangen. Overigens zijn de bepalingen zooveel mogelijk in overeen stemming met die van de reeds met andere gemeenten afge sloten contracten. Tenslotte zal in verband met de electriciteitsvoorziening van Woubrugge het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der Elec triciteitsfabriek met een bedrag van 22.000.moeten worden verhoogd. Wij geven U mitsdien overeenkomstig het advies van Commissarissen in overweging: 1°. over te gaan tot de vaststelling van de hierbij over gelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Woubrugge door de Leidsche Electriciteitsfabriek 2°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met een bedrag van f 22.000, onder bepaling, dat jaarlijks door die fabriek aan de gemeente zal worden betaald 4,5 rente van het door haar geleende kapitaal en dat te beginnen met het jaar 1913 jaarlijks 5% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging; 3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot 22.000. CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende de levering van elec triciteit aan de gemeente Woubrugge door de Leidsche Electriciteitsfabriek Artikel 1. WToubrugge verbindt zich, met ingang van 1 December 1912 tot en met 31 December 1942, electrische energie te betrekken uitsluitend van Leiden. Art. 2. Woubrugge zal aan de aangeslotenen in hare gemeente de electriciteit leveren. Met electriciteitsverbruikers in de gemeente Woubrugge en in het gedeelte van de gemeente Oudshoorn, gelegen ten zuiden van de kom van Woubrugge en ten noorden van Mid delweg en Heuvelweg, welke direct aan het hoogspannings kabelnet zijn of worden aangesloten, kan echter Leiden zelf contracten voor stroomlevering aangaan, wanneer Woubrugge daartoe niet bereid is. In elk geval worden contracten met verbruikers met meer dan 50 K.W. aansluitwaarde direct door Leiden afgesloten. Art. 3. Het maximum-vermogen, dat Leiden voor Woubrugge beschikbaar moet houden, wordt vastgesteld op 200 K.W. Verhooging van dit vermogen kan met goedvinden van beide partijen plaats hebben. De spanning, waarmede dit vermogen wordt overgebracht, wordt aanvankelijk op 10.000 Volt draaistroom bepaald bij 50 perioden per seconde; de verbruiksspanning in Woubrugge op 216/125 Volt. Art. 4. Voor rekening van Leiden komen aanleg, onderhoud en vernieuwing van het hoogspanningsnet, met inbegrip der vol ledig ingerichte onderstations, welke op de bij deze overeen komst gevoegde en eventueel later bij te werken en bij te voegen gewaarmerkte teekeningen zijn aangegeven. Door Woubrugge zal geene vergoeding voor het gebruik van den ondergrond ten behoeve van dit hoogspanningsnet, noch eenige andere recognitie, hoe ook genaamd, gevorderd mogen worden. De benoodigde ruimte voor de door Leiden te plaatsen onder stations wordt door Woubrugge kosteloos in gebruik afgestaan. De benoodigde ruimte voor de door Woubrugge eventueel op te stellen contrólemeters wordt in de onderstations door Leiden eveneens kosteloos ter beschikking gesteld. Art. 5. Woubrugge verleent aan Leiden vergunning tot het leggen, hebben en onderhouden in hare wegen, straten, pleinen, enz. van kabels, ook van die ten behoeve van de electriciteits voorziening van gemeenten (waaronder begrepen buurtschappen), andere publiekrechtelijke lichamen of particulieren, enz. buiten de grenzen van Woubrugge. Voor zoover die wegen aan anderen dan de gemeente Wou brugge toebehooren, staat Woubrugge niet in voor de ver- eischte vergunningen; echter zal Woubrugge onmiddellijk na

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 3