GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 149 OfiEKOÜEW BTVKKE3T. N°. 266. Leiden, 19 November 1912. Door Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrieiteit worden blijkens bnn hierachter afgedrukt schrijven verschillende veranderingen voorgesteld in de verordening van 31 Juli 1907 (Gem. Blad no 2) betreffende de levering van electrieiteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri eiteit, gewijzigd bij verordening van 14 Mei 1908 (Gem. Blad no 14). De veranderingen, die volgens Commissarissen door den groei van de electriciteitsfabriek en de gewijzigde omstandig heden, waaronder zij werkt, noodig zijn gebleken, spruiten voornamelijk voort uit de volgende overwegingen. In de eerste plaats is het in verband met de uitbreiding van de electriciteitslevering ook over verschillende buiten gemeenten wenschelijk enkele voorwaarden scherper te for muleeren, aangezien aan de gemeente de macht ontbreekt, om zoo noodig nog op andere wijze, dan tot nu toe in de veror dening is voorgeschreven, in te grijpen. In de 2e plaats is tengevolge van de electriciteitsvoorziening in gemeenten, waar geen gasfabriek bestaat, de behoefte ge bleken aan de invoering van een tarief, analoog aan de munt- gastarieven, waardoor het ook aan den kleinen verbruiker mogelijk gemaakt wordt, electrisch licht te krijgen, zonder dat daarbij de rentabiliteit van de electriciteitsfabriek uit het oog wordt verloren. Eene derde wijziging betreft* bet beschikbaar stellen van electromotoren in huur en op afbetaling, teneinde de aan sluiting der klein-industrie te bevorderen en bij tijdelijke werkzaamheden de aansluiting op het kabelnet in de hand te werken. Eindelijk is het tengevolge van de toeneming van het aan tal aansluitingen en de verbeterde constructie der electrici- teitsmeters mogelijk de huur dier meters te verlagen. Voor nadere toelichting der voorgestelde wijzigingen, die in de hierbijgaande concept-verordening met cursieve letters zijn aangeduid, meenen wij te kunnen volstaan met verwij zing naar het schrijven van Commissarissen. Slechts zij nog opgemerkt, dat het met het oog op de vele veranderingen in de verschillende artikelen aanbeveling ver dient de verordening ïh haar geheéf opnieuw vast te stellen. Wij geven u mitsdien in overweging tot vaststelling van de navolgende verordening over te gaan. VERORDENING betreffende de levering van electrieiteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrieiteit. Artikel 1. De aanvraag tot aansluiting geschiedt door invulling en onderteekening van een ten kantore der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrieiteit kosteloos verkrijgbaar formulier. Dit formulier wordt vastgesteld door Commissarissen en bevat onder meer opgave van de grootte der binnenleiding, de toestemming van den eigenaar van het perceel tot het aldaar aanbrengen, hebben en wegnemen van den aansluit- kabel en daarbij behoorende toestellen, en een verklaring van den aanvrager, dat hij zich onderwerpt aan de hieronder vol gende voorwaarden en de wijzigingen, welke daarin mochten worden gebracht. Art. 2. De aansluiting kan geweigerd worden, indien: 1°. de straatkabel naar het oordeel van Commissarissen te ver van het aan te sluiten perceel is verwijderd of de straat kabel niet zwaar genoeg is, of de aansluiting hinder in het kabelnet zou veroorzaken 2°. de aansluiting verlangd wordt voor tijdelijke doeleinden, zooals voor illuminatiën, verlichting van tenten, enz. 3°. de aansluiting moet dienen als aanvulling van een elec- trische inrichting. Wordt in een der in dit artikel genoemde gevallen aan sluiting gegeven, zoo kunnen Commissarissen daaraan bijzondere voorwaarden verbinden. Art. 3. Wanneer ter voldoening aan aanvragen voor levering van electrieiteit buiten de gemeente het kabelnet zal moeten wor den uitgebreid of verzwaard, berust de beslissing: voor aanvragen op een afstand van minder dan 1000 meter van de grens der gemeente Leiden of van de grenzen van gemeenten, waarmede door den Gemeenteraad van Leiden bijzondere overeenkomsten voor electrieiteitslevering zijn ge sloten, bij Commissarissen, voor aanvragen op verderen afstand bij den Gemeenteraad. Art. 4. Het maken en onderhouden der aansluiting, van den straat kabel tot en met den meter, incl. den eventueel te plaatsen transformator, geschiedt door en voor rekening der Electrici teitsfabriek, behoudens de voor den meter verschuldigde huur. Indien tusschen den straatkabel en den electriciteitsmeter meer dan 10 M. kabel moet worden gebruikt, is voor dat meerdere jaarlijks 25 ets. huur per strekkenden meter ver schuldigd. Zijn meerdere verbruikers door middel van een zelfden kabel aangesloten, zoo wordt deze geacht straatkabel te zijn en is derhalve geen huur verschuldigd. De huisaansluitingskast, de meter en de eventueel benoo- digde transformator met toebehooren moeten, wanneer dit door de Directie noodig geoordeeld wordt, door en voor reke ning van den aanvrager worden betimmerd de benoodigde ruimte voor een en ander zal kosteloos ter beschikking van de Electriciteitsfabriek worden gesteld. De Electriciteitsfabriek heeft hel recht zonder eenige ver goeding meerdere installaties op genoemden transformator of op bij te plaatsen transformatoren aan te sluiten. Ditzelfde geldt voor meerdere aansluitingen op eenzelfden huisaansluit- kabeleventueel voor een en ander benoodigde kabels of ge leidingen, op rekening van de Electriciteitsfabriek aan te brengenmoeten, tenzij hierdoor voor den eigenaar of ver bruiker schade of hinder ontstaat, door hem in zijn perceel worden geduld. Art. 5. Het aanbrengen en het onderhoud der binnenleiding (aan leg achter den meter) geschiedt behoudens het hieronder be paalde ten aanzien van woonhuizen, vanwege den aanvrager. Een nieuwe binnenleiding wordt slechts aangesloten, indien zij voldoet aan door Commissarissen vast te stellen voor schriften. Deze voorschriften houden bepalingen in betreffende de wijze van aansluiting en aanleg der binnenleiding, de te ge bruiken grondstoffen, de overlegging, voor zoover noodig, van teekeningen en opgaven, het toezicht van en de keuring dooi de Directie, de wijziging en uitbreiding van aangesloten binnen leidingen. Het toezicht en de keuring, alsmede alle door de Directie te verstrekken inlichtingen, geschieden kosteloos, zonder dat hieruit eenigerlei verantwoordelijkheid voor de Electriciteits fabriek wordt aanvaard. Ten aanzien van binnenleidingen in perceelen, die op het oogenblik, dat aansluiting aan het kabelnet der Electriciteits fabriek gevraagd wordt, reeds van electrischen stroom worden voorzien, kan onder door de Directie te stellen voorwaarden van de door Commissarissen vastgestelde voorschriften worden afgeweken. Van iedere wijziging in een bestaande binnenleiding, daar onder begrepen wijziging van lampen of motoren, moet aan de Directie schriftelijk kennis worden gegeven. Art. 6. In woonhuizen binnen de gemeente Leiden kan, op aanvrage van den eigenaar of van den huurder, in het laatste geval met toestemming van den eigenaar, door en voor rekening der gemeente eene binnenleiding worden aangelegd tegen een jaarlijksche buur van ƒ0.60 per aansluitingspunt van 1 tot 3 gloeilampen a 50 Watt of het aequivalent daarvan. De voor den aanleg te betalen jaarlijksche huur zal echter nimmer minder dan f 6.bedragen. De huur voor den aanleg ver valt, als zij gedurende 10 jaar, onverschillig door wien, is voldaan. De hier bedoelde binnenleiding strekt zich uit tot de vaste leidingen met toebehoorenzij blijft het eigendom der gemeente. De aanschaffing en opstelling van verlichtingstoestellen, gloei lampen en verdere voorwerpen, die door den stroom gevoed of gedreven worden, geschiedt door en voor rekening van den aanvrager; deze voorwerpen blijven zijn eigendom. De gebruiker verplicht zich voorts zorg te dragen voor het onderhoud der geheele binnenleiding. Uitbreiding van een van gemeentewege gelegde leiding kan alleen geschieden voor rekening van den eigenaar of van den huurder. De eigenaar of huurder kan zich ten allen tijde den eigendom der binnenleiding verzekeren tegen betaling van een door de Directie vast te stellen som, bij welker bepaling zoowel met de kosten van aanleg als met de reeds betaalde huur wordt rekening gehouden. Art. 7. Ter beoordeeling van Commissarissen kunnen door en voor rekening der gemeente binnenleidingen worden aangelegd, omvattende per perceel ten hoogste vijf aansluitingspunten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 13