136
Wij geven U daarom in overweging te besluiten het op de
in de Leeskamer ter inzage liggende situatieteekening met
bruine kleur aangegeven stuk grond aan den Witten Singel,
deel uitmakende van het perceel, kad. bekend onder Sectie
M No. 3121, zonder eenige kosten voor de gemeente in eigen
dom en onderhoud bij de gemeente over te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Naamlooze
Vennootschap «Nationaal Grondbezit" gevestigd te 's Graven-
hage, Boekhorststraat 54a,
dat zij beleefd verzoekt het terrein kad. bekend Gemeente
Leiden èectie M N°. 3005 gedeeltelijk plaatselijk Witte Singel
voor de in aanbouw zijnde huizen nabij de Witte Rozenlaan
kosteloos aan de Gemeente Leiden in eigendom over te dragen.
't Welke doende enz.
v. d. Naamlooze Vennootschap «Nationaal Grondbezit"
B. J. Huurman 1)z.
Vertegenw. voor Leiden.
No. 246. Leiden, 31 October 1912
Bij nevensgaand adres wordt door P. J. Hartevelt een 3-ledig
verzoek gedaan, n.l. om vergunning tot demping van een ge
deelte sloot langs den Zoeterwoudschen Singel vóór de per-
ceelen Sectie M Nis 756, 757 en 1367, om eene bijdrage in
de kosten van demping van dat slootgedeelte en om het
gedempte gedeelte in gebruik te mogen ontvangen, ten einde
het tot tuin in te richten.
Tegen inwilliging van het eerste en derde gedeelte van het
verzoek bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch
bij ons College bezwaar, mits aan de vergunning en de
ingebruikgeving slechts de gebruikelijke voorwaarden worden
verbonden. Ook een naastgelegen slootgedeelte werd indertijd
in gebruik gegeven, zoodat bij inwilliging van het verzoek
een vrijwel aaneensluitende toestand verkregen wordt, terwijl
nog voldoende ruimte achter de boomen overblijft om een
2 M. breed trottoir aan te leggen.
Het verleenen van eene bijdrage in de kosten van demping
van bovenbedoeld slootgedeelte acht ons College evenmin als
de Commissie van Fabricage gerechtvaardigd. De sloot ver
keert toch in vrij goeden toestand en komt geenszins in aan
merking om voor rekening der gemeente te worden gedempt.
üp grond van een en ander geven wij U in overweging:
a. aan P. J. Hartevelt voornoemd, behoudens rechten van
derden, vergunning te verleenen tot het dempen van het ge
deelte sloot langs den Zoeterwoudschen Singel, ter lengte van
ongeveer 21 Meter', gelegen vóór de perceelen kadastraal be
kend gemeente Leiden, Sectie M nis. 756, 757, en 1367, onder
voorwaarde
1°. dat uit het gedeelte sloot de schoeiingen en bruggen met
landhoofden worden weggeruimd en het ontdaan vvurde varr
bodem- en drijfvuil en daarna worde aangevuld met zuiver
zand tot nader door Burgemeester en Wethouders aan te
geven hoogte;
2°. dat over de geheele lengte van het gedeelte sloot een
cementen riool, irrw. wijd 40 bij 60 cM. van voldoende sterkte,
op doorgaande grondplank van voldoende zwaarte worde ge
legd, met den bodem binnenwerks op 1.15 M. N.A.P. en
dit in aansluiting worde gebracht met het riool door den
Zuid-Westwaarts gelegen dam;
3°. dat het riool voorzien worde van een ruimkast, inw.
wijd 0.80 X 1-50 M., met den bodem binnenwerks op een
diepte van 1.30 M. N. A. P., met wanden en bodem ter
dikte van ten minste 18 cM. van klinkers in sterke specie te
metselen op een houten roost erwerk en op door Burgemeester en
Wethouders nader aan te geven hoogte af te dekken met platen
van voldoende zwaarte, van ijzer, hardsteen of cementijzer;
4°. dat aan het Noordoostelijk einde van het gedeelte sloot
geplaatst worde een schoeiing, met ijzeren hek, waarvan
teekening en constructie vooraf door Burgemeester en Wet
houders moeten zijn goedgekeurd;
5°. dat op de nader door Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen plaatsen, 2 gegoten ijzeren straatkolken, van het
door de gemeente gebruikt wordende model, worden geplaatst,
die door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, inw.
wijd 20 cM. met het riool worden verbonden. Voorts moeten
de bestaande loozingen door middel van gemetselde putjes
op het riool worden aangesloten. De gemetselde putjes achter
de kolken, zoowel als die op het riool, af te dekken met
ijzeren platen, groot resp. 50 X 50 en 60 X 60 c.M. en dik 1 c.M.;
6°. dat het riool met ruimkast, alsmede de straatkolken
met de Engelsch aarden buizen eigendom worden van de
gemeente;
7°. dat daags vóórdat met de werkzaamheden een aanvang
zal worden gemaakt, hiervan worde kennis gegeven op het
bureau van gemeentewerken;
8°. dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en
het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de ge
meente worden, geschiede ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders;
9°. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór den
len Maart 1913 geen gebruik is gemaakt;
10°. dat geen begin met de uitvoering dezer werkzaam
heden mag worden gemaakt, alvorens door adressant een
waarborgsom van f 100 ten kantore van den Gemeente-ont
vanger zal zijn gestort, welke som geheel of gedeeltelijk kan
worden ingehouden, indien de uitvoering niet geschiedt
volgens de bovengestelde voorwaarden;
b. afwijzend te beschikken op het verzoek van adressant,
voor zooveel betreft het verleenen van een bijdrage in de
kosten van demping van bovenbedoeld slootgedeelte;
c. het gedempte gedeelte sloot, voor zoover niet benoodigd
voor den aanleg van een 2 M. breed verhoogd klinkervoetpad
achter de boomenrij, aan P. J. Hartevelt voornoemd in gebruik
te geven ten einde tot tuin te worden ingericht, tegen betaling
van ƒ0.05 per M2. en onder voorwaarde:
1°. dat het van den weg worde afgescheiden door middel
van een op steenen voet geplaatst ijzeren hek, te maken volgens
door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde teekening en
constructie
2°. dat de gemeente ten allen tijde kosteloos in de gelegen
heid gesteld worde het riool en de ruimkast of de loozingen,
zoo noodig, te reinigen, te herstellen, te verleggen, of daarop
aansluitingen te maken;
3°. dat op de eerste aanzegging van Burgemeester en Wet
houders de tuin opgeruimd en het terrein ter beschikking
van de gemeente gesteld worde;
d. te besluiten tot den aanleg van gemeentewege van een
bestraat voetpad vari 2 M. breedte, achter de boomenrij op
den Zoeterwoudschen Singel en vóór het gedempte sloot
gedeelte.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.