158 DONDERDAG 10 OCTOBER 1912. evenals wij een kijkje hadden genomen in het lokaal van Hilarius, dan zou hen dit erg tegengevallen zijn. Het is geen tapperij, waar men met een enkel vat, een paar flesschen en de noodige glaasjes kan volstaan. Het is een slijterij met een grooten voorraad. Er is bijna geen ruimte overachter de toonbank kan men zich haast niet bewegen. Met drie per sonen is het lokaal gevuld. Wanneer de kasten langs de muren vol liggen met vaten, dan blijft er van de ruimte van 12 M2. niet meer dan de helft over. En voor een dergelijk lokaal is meenen wij een huurwaarde van 75.zeer vol doende, al staat het pand nu op de Breestraat. Een lokaal van dien omvang op de Breestraat, zal niet zoo veel opleveren dat zou zeker tegenvallen. De heer Bots. M. d. V. Als oud-lid van de Commissie, welke het rapport heeft ingediend, en aan welke Commissie ik de aangenaamste herinneringen behouden heb, doet het mij leed niet met het geheele voorstel der Commissie te kunnen medegaan. Speciaal wat betreft de berekening van den aanslag van den heer Hilarius. Ik zal er nimmer toe kunnen komen om de huurwaarde van diens lokaal, afgezien van den omzet, te stellen op 75.—. Persoonlijk heb ook ik een onderzoek in loco ingesteld, en ik vind, de een heeft daaromtrent andere denkbeelden dan de ander, een winkel met een oppervlakte van 12 M2. nogal een flinke winkel. Ook heb ik eens geïnformeerd naar zijn aanslag in de perso- neele belasting. Bij onze inkomstenbelasting wordt, wanneer een winkelier 2000.verdient en hij bewoont een huis van f 450.— huurwaarde, in den regel gezegdde winkel vertegenwoordigt f van die geheele huurwaarde. Er wordt 300.—afgetrokken, waarvoor dan niet betaald wordt. Maar als de huurwaarde van een winkel moet dienen als een der grondslagen voor eene belasting der gemeente dan krijgen wij, en zoo ook nu, een heel andere becijfering. Voor de personeele belasting wordt afzonderlijk geschat: de eigen woning, de verhuurde kamers en de winkel. Het perceel van den heer Hilarius is voor de personeele belasting voor het geheel geschat op 590.huurwaarde en wel voor de woning in eigen gebruik op f 105.voor de verhuurde kamers op 125.en voor den winkel op 360.Dat is dus de normale huurwaarde van den winkel. Door de herschatting is dit cijfer, nu het eene belasting voor de gemeente geldt, reeds gedaald tot op f 90.op lU derhalve van de schatting van de personeele belasting en moet daarvan nog wat worden afgeknabbeld. Daarmede kan ik mij niet vereenigen. Op zich zelf zoude die 15. verlaging zoo erg niet zijn, maar in de toekomst zoude het weder als een basis of type gelden en dat nog we), gesanc- tionneerd door het hoogste gezag in dezen, zijnde de Raad. Nu beroept men zich op andere lokalen en daarmede kan men wellicht gelijk hebben. Uit een 170-tal vergunninghou ders is het zeer goed mogelijk er een uit te zoeken bij wien het nog erger is, doch dit is wederkeerig. Zoo ben ik in mijn rapport aan Burgemeester en Wethouders, hetwelk bij de stukken is gevoegd geworden, bij mijne vergelijking van het lokaal van den Heer Hilarius met andere lokalen, steeds ge bleven bij lokalen onder de 12 M2. oppervlakte, omdat ik dan meende sterker te staan, dan wanneer ik er boven ging. Doch ga ik er even boven, dan tref ik aan een lokaal op het Utrechtsch Jaagpad, groot 13 M2. geschat op eene huurwaarde, afgezien van den omzet, op f 70.Dit geeft met het nu besproken perceel aan de Breestraat slechts een verschil van 20.hetgeen het verschil van den stand in aanmerking genomen, zeer zeker veel te klein is. De schatting van den gemeenteschatter, die dit perceel op eene huurwaarde van f 340.in verband met den omvang van het bedrijf, geschat heeft, was m. i. vrij juist. De her- schatters hebben echter die huurwaarde met f 80.vermin derd en teruggebracht op f 260.Maar nu wil de Commis sie er bovendien f 40.afdoen en dit acht ik buiten alle verhouding. Natuurlijk kan men over eene zelfde zaak verschillend oordeelen, maar mij dunkt, dat zooals ik met cijfers heb aangetoond er niets meer af kan. Wel weet ik dat er tus- schen alle aanslagen geen juiste evenredigheid bestaat. De oorzaak is m.i., althans voor een goed gedeelte, hierin ge legen, dat men, met een fixum van 50.voor het gering ste lokaal op den minsten stand, niet naar behooren opklimt bij betere lokaliteit en voornamer stand. Men zet de rijzing niet door. Eene localiteit aan de Hooglandsche Kerkgracht, ieis kleiner als dat van den Heer Hilarius is geschat op f 80.en dat van den Heer Hilarius aan de Breestraat wil de Commissie nu stellen op f 75.Dit acht ik buiten alle verhouding, en daarom moet ik ontraden het voorstel van de Commissie aan te nemen. De heer Bosch. M. d. V. Ik ben zoo voorzichtig geweest volstrekt niet over de stelling van onzen geachten Wethouder te spreken, waar hii zegt, dat eene huurwaarde van f 50. voor de kleinste winkels nog wel gerekend mag worden, want op dat standpunt heeft de heer Bots gelijk. Dan staan inderdaad de meeste winkels te laag. Wij hebben ons echter op een ander standpunt moeten plaatsen, namelijk hieropwat is billijk, in vergelijking met de aanslagen, die zijn geschied tegen over de reclamanten Als men de huurwaarde taxeert in verband met de zaak zelve, zal vaak eene kleine zaak, die op een anderen stand en voor een ander doel eene mindere huurwaarde zou hebben, voor het thans beoogde doel eene betrekkelijk hooge huurwaarde hebben. Neemt men dit in aanmerking, dan is de heer Hilarius te hoog aangeslagen ten opzichte van het geheel. In verband met de zaak zelve heeft een tapkroeg in een mindere buurt vaak meer waarde dan dit pand op de Breestraat. Daarom meenen wij, dat de huurwaarde in ver band met het geheel lager moest worden gesteld. Was de schatting in het geheel hooger, dan zou er misschien nog wel iets bij kunnen, maar nu niet. De heer Bots. M. d. V. Ik heb de zaak ook van dien kant beschouwd, maar als ik naga, dat de heer Bognetteau op de Boommarkt, die 3320 liter omzet, niet komt aan het cijfer van den heer Hilarius met een omzet van 3850 liter en dat een perceel aan de Kijfgracht met een omzet van 2440 liter is aangeslagen op eene huurwaarde van 60.dan acht ik een verschil van 30.— tusschen de Kijfgracht en de Bree straat niet te groot. De heer Zwiers. Ik wil er nog even op wijzen dat men niet moet gaan vergelijken twee zaken, die hemelsbreed uit elkan der loopen. Het maakt een groot verschil of men te doen heeft met een tapperij waar men bij het glaasje schenkt, of met een slijterij waar men alleen per maat mag verkooperi. Dat moet men bij de beoordeeling van de huurwaarde wel in het oog houden. En nu heeft Hilarius geen vergunning om sterken drank te schenken voor verbruik ter plaatse, dus om per glaasje te verkooperi; hij mag uitsluitend per maat ver kooperi. En daarom gaat een vergelijking van zijn lokaal met de lokalen van anderen, die wel vergunning hebben tot schenken per glas, niet op. Onder de reclamanten is Hilarius de eenige die slechts vergunning voor een slijterij heeft, terwijl zijn lokaal nog veel kleiner is dan dat van de andere reclamanten. Hij behoeft toch niet meer belasting te betalen, omdat hij het lokaal netjes in de verf heeft staan. Tegenover de ƒ100 huur waarde van de anderen, meen ik, dat ƒ75 al ruim bere kend is. De Voorzitter. Ik geloof, dat de zaak nu genoeg van alle kanten is bekeken. Uit de behandeling van deze zaak is wel gebleken, dat in Leiden niet veel vergunning wordt betaald. Ik zal nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming brengen, wie daartegen stemt, wordt geacht te zijn voor het voorstel van de Commissie ad hoe. De beraadslaging wordt gesloten. Het praeadvies van Burgemeester en Weihouders, in stem ming gebracht, wordt met 19 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren Aalberse, Kruimel, Botermans, Corts, Pera, van Gruting, Sijtsma, van der Eist, Driessen, Timp, Fischer, de Boer, Heeres, Korff, Bosch, Reimeringer, Briët, A. Mulder en Zwiers. Vóór stemmen de heerenP. J. Mulder, Korevaar, Bots, Hoogenboom, van der Pot, van Hamel, van der Lip, Ver gouwen, van Tol en Roem. De Voorzitter. Hiermede wordt dus geacht te zijn besloten overeenkomstig het advies van de Commissie ad hoe. Mag ik nu nog die Commissie namens Burgemeester en Wethouders, en ook zeker uit naam van den Raad, bedanken voor de uitvoerige wijze waarop zij zich van haar taak heeft gekweten. XV. Voorstel a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de op- en inrich ting van een gebouwtje, bestemd tot vetsmelterij, op het terrein van het Openbaar Slachthuis b. tot verhuring van het sub a genoemde gebouwtje aan de Leidsche Varkensslaehtersvereeniging. (Zie Ing. St. No. 212.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Botermans. M. d. V. Ik heb met genoegen uit de teekening gezien, dat de Directeur van Gemeentewerken rekening heeft gehouden met den slappen bodem daar ter plaatse, maar ik zou nog gaarne een kleinen wenk geven. Ik zou gaarne de plaat een 75 c.M. buiten de opgaande muren zien doorgetrokkende buitenplaat kan dan tevens dienen voor een straatje rondom het gebouwtje. De heer Roem. M. d. V. Ik kan van harte het denkbeeld van den heer Botermans ondersteunen. Wij hebben al zoo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 10