GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
129
OOEKOIIE^ STUKKEN.
N°. 227. Leiden, 6 October 1912.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat de begrooting der Plaatselijke Schoolcommissie voor
1913 bij haar geene bezwaren ontmoet, zoodat zij U voorstelt
die goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 228. Leiden, 10 October 1912.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat, wanneer door Uwe vergadering wordt besloten tot de
op- en inrichting van een gebouwtje bestemd voor vetsmel-
terij op het terrein van het Openbaar Slachthuis (Ingek. St.
n°. 212) en tot verandering en inrichting van eenige lokalen
in het perceel Pieterskerkgracht 11 tot teekenlokalen voor
Mathesis Scientiarum Genitrix (Ingek. St. n°. 218) zij geen
bezwaar heeft tegen de wijze waarop de daarvoor benoodigde
gelden worden gevonden.
Indien overeenkomstig die voordrachten van Burg. en
Weth. wordt besloten, adviseert zij TI tot vaststelling der
overgelegde begrootingsstaten modellen C en B te besluiten.
Evenmin heelt zij bezwaar tegen het aanbrengen van de
wijzigingen in en het opnieuw vaststellen van de verordeningen
bedoeld in de voordracht van Burg. en Weth. van 4 October
1912 (Ingek. St. n°. 220).
Zij adviseert derhalve overeenkomstig die voordracht te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën;
N°. 229. Leiden, 15 October 1912.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven
gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van den heer W.
F. Maartense, om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer
met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 3e klasse
No. 6 alhier, en hem dat ontslag eervol te verleenen met ingang
van 1 Januari 1913.
Het ter zake door het Hoofd der betrokken school uitge
bracht bericht, is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 8 October 1912.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, W. F. Maartense
onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de school der 3e
klasse No. 6 alhier, dat hij benoemd is tot onderwijzer bij het
Openbaar Lager Onderwijs te 'sGravenhage en diensvolgens
ontslag verzoekt uit bovenstaande betrekking tegen ultimo
December 1912.
't Welk doende enz.
W. F. Maartense.
N®. 230. Leiden, 18 October 1912.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
Mej. D. Mechelse, om eervol ontslag uit hare betrekking van
onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der
3e klasse No. 1 alhier, bestaat bij ons geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging aan Mej. D. Mechelse,
op haar verzoek, met ingang van 1 Januari 1913 eervol ont
slag te verleenen als onderwijzeres in de handwerken aan
de openbare school der 3e klasse No. 1.
Het ter zake door het Hoofd der betrokken school uitge
bracht bericht, is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden,
Voorschoten 15 Oct. 1912.
Ondergeteekende onderwijzeres in de Nuttige Handwerken
aan de Openbare School 3« klasse N° 1 alhier, neemt bij
dezen beleefd de vrijheid U te verzoeken haar met het oog
op haar aanstaand huwelijk, eervol ontslag te willen verlee
nen tegen 1 Januari 1913.
D. Mechelse.
Aan den Raad der Gemeente Leiden te Leiden.
N°. 231. Leiden, 22 October 1912.
Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van den heer
H. W. Blöte, arts alhier, om bestendigd te worden in de
betrekking van stadsgeneesheer bestaat bij ons College geen
bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging den
heer H. W. Blöte wederom voor den tijd van drie jaren in
zijne betrekking van stadsgeneesheer te bestendigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 24 Sept. 1912.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Leiden, geeft met verschuldigden eerbied te kennen Hendrik
Willem Blöte arts te Leiden, dat hij verzoekt bestendigd te
worden in de betrekking van Stads Genees- en Heelkundige.
Hetwelk doende enz.
H. W. Blöte.
Aan EdelAchtbare Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
N°. 232. Leiden, 22 October 1912.
Tegen het voorstel van Curatoren "van het Gymnasium,
vervat in het hierbij overgelegd schrijven, om te bepalen,
dat in den vervolge in plaats van ten minste vijfmaal slechts
ten minste viermaal gedurende den cursus een rapport aan
de ouders der leerlingen zal worden gezonden, bestaat onzer
zijds geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging tot vaststelling van
de navolgende verordening te besluiten:
VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
5 Juni 1879 (Gem. Blad No. 3), betreffende de inrich
ting en het bestuur van het gymnasium der gemeente
Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 11
Januari 1906 (Gem. Blad No. 1).
In art. 22 van bovengenoemde verordening wordt in plaats
van wijf" gelezenwier".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 16 Maart 1912.
Bij ons College is de vraag gerezen, of artikel 22 van de
verordening van 5 Juni 1879, betreffende de inrichting en
het Bestuur van het Gymnasium der Gemeente Leiden, zoo
als die verordening bij verschillende Raadsbesluiten is gewij
zigd, niet eene verandering moet ondergaan.
Volgens gemeld artikel toch, wordt ingevolge de wijziging,
die het in 1887 (Gem.blad No. 8) onderging, vijfmaal gedu
rende den cursus een rapport aan de ouders der leerlingen
gezonden.
Bedenkt men dat de cursus slechts een 10 maanden duurt
en dat er in de diverse klassen verschillende vakken zijn,
waarin slechts 1 of 2 uren per week wordt les gegeven, dan
is het duidelijk dat het bizonder lastig is, om dë twee maan
den de vorderingen en de vlijt van een leerling in cijfers
vast te leggen.
Voorts dient opgemerkt, dat de leeraar voor het geven
van een cijfer veelal zijn toevlucht neemt tot het houden
van een proefwerk of groote repetitie.
Een en ander vordert van de leerlingen groote inspanning
en deze mag niet plaats vinden, zonder dat daarvoor absolute
noodzakelijkheid bestaat.
Wy hebben mitsdien de eer Uw College in overweging te
geven het daartoe te leiden, dat het getal »vijf" vermeld in
de bovenomschreven verordening, zooals die luidt na de wij
ziging van 1887 worde veranderd in »vier", zulks ook in
overeenstemming met de bepalingen, geldend voor de Hoo-
gere Burgerschool voor Jongens.
Namens Curatoren
Fockema Andreae, Voorzitter.
de Jong, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
N°. 233. Leiden, 22 October 1912.
Door het bestuur van de afdeeling Leiden van den Neder-
landschen Padvindersbond is tot ons College het verzoek ge
richt aan die afdeeling het gebruik toe te staan van twee
bovenlokalen in het Caecilia-Gasthuis voor het houden van
EENIG ARTIKEL.