GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 103 raeEKOHEN STUKKEN. N°. 190. Le den, 21 Augustus 1912. De Commissie van Financiën verklaart de rekeningen over 1911 van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te hebben nagezien en accoord bevonden, sluitende met een overschot, wat de exploitatierekening van de Gasfabriek betreft, van 141662.98 en wat die van de Electriciteitsfabriek betreft, van 19211.25. Zij spreekt tevens de wenschelijkheid uit le. dat gemelde rekeningen voortaan ingediend worden op den tijd, door de desbetreffende verordening voorgeschreven, en 2°. dat ze in meer overzichtelijken vorm gegeven worden, zoodat niet alleen de exploitatierekening, maar ook de balans met de winst- en verliesrekening uit de overgelegde stukken kunnen geverifieerd worden. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 191. Leiden, 21 Augustus 1912. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat het onderzoek der rekening van de ont vangsten en uitgaven der gemeente, over het jaar 1911, haar tot geene opmerkingen aanleiding heeft gegeven. Zij adviseer t U derhalve die rekening goed te keuren, door vaststelling van het besluit, opgenomen onder n°. 163 der Inge komen Stukken. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 192. Leiden, 21 Augustus 1912. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te dee len, dat zij geene bedenkingen heeft tegen: 1°. de voordracht varr Burgemeester err Wethouders be treffende het overbrengen van het dienstjaar 1911 op dat van 1912 van eenige over het jaar 1911 onbetaald gebleven vor deringen, (zie Ing. St. No. 164); 2°. het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver hooging van den post «Tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte van kasgeld", (zie Ing. St. No. 186); 3°. de voordracht van Burgemeester en Wethouders opge nomen onder No. 187 der Ing. St. (het leggen van een trot toir langs de huizen van Staalwijk en verdere in verband daarmede staande werken), en 4°. tot verhooging van den post «Overige kosten van Fa bricage", ter bestrijding van de kosten van aanstelling van tijdelijk teekenpersoneel ten behoeve van de vuilverbranding en den bouw der nieuwe Hoogere Burgerschool voor Jongens (zie Ing. St. No. 188). Zij stelt IJ mitsdien voor de begrootingsstaten op die voor drachten betrekking hebbende, goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën N°. 193. Leiden, 22 Augustus 1912. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 5, laatste lid, der verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op het beheer en bestuur van de gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest", hebben wij de eer U, ter vervulling van de vacature, welke zal ontstaan door de periodieke aftreding van den heer J. Roem, na raadpleging der Commissie, de vol gende aanbeveling aan te bieden: 1°. J. ROEM. 2°. H. W. FISCHER. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 194. Leiden, 22 Augustus 1912. Overeenkomstig het advies van Commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, hebben wij de eer, ingevolge het bepaalde bij art. 3 der verordening van 26 October 1911 (Gemeenteblad n°. 13), de beide aftredende Commissarissen, de heeren Mr. P. J. M. AALBERSE en J. P. J. DRIESSEN voor een herbenoeming als zoodanig bij U aan te bevelen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 195. Aan den Raad der gemeente Leiden. De Commissie voor het Stedelijk Museum «de Lakenhal" heeft de eer U te berichten, dat dit jaar aan de beurt van aftreding zijn de heeren: Prof. Dr. P. J. Blok, Dr. A. W. Kroon en D. Hartevelt H.Cz. Ingevolge artikel 3 der veror dening van den 14en April 1904 (Gem.Blad No. 11), worden, ter aanvulling dier vacatures, de volgende dubbeltallen voor gedragen vacature Prof. Br. P. J. Blok: Prof. Dr. P. J. BLOK en Prof. Dr. P. D. CHANTEPIE DE LA SAUSSAYE, vacature Br. A. W. Kroon: Dr. A. W. KROON en Prof. Dr. S. G. DE VRIES, vacature B. Hartevelt H.Cz.: D. HARTEVELT H.Cz. en J. P. J. DRIESSEN. De Commissie voor het Stedelijk Museum, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. P. J. Blok, loco-Secretaris. Leiden, den 23en Augustus 1912. No. 196. Leiden, 27 Augustus 1912. Nadat in Uwe Vergadering van 27 Juni 1.1. (Ingek. St. no. 142) besloten was voor den tijd van ll/2 jaar eene over eenkomst met de gemeente Voorschoten aan te gaan in zake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over die gemeente, werd door den Directeur van den gemeentelijken Keuringsdienst een afdruk van die overeenkomst aan de besturen van verschillende omliggende gemeenten gezonden, teneinde hen in kennis te stellen met de voorwaarden, waaronder de gemeente Leiden voorloopig bij wijze van proef bereid was haren Keuringsdienst dienst baar te maken aan de belangen van de naburige gemeenten. Al spoedig daarop kwamen achtereenvolgens van eenige gemeentebesturen verzoeken om aansluiting bij ons in. Het concept der met de gemeente Warmond te sluiten overeenkomst kunnen wij U reeds thans ter vaststelling aan bieden; de overeenkomsten met de overige gemeenten hopen wij binnenkort bij U in te dienen. De bepalingen voorkomende in de overeenkomst, met de gemeente Warmond aan te gaan, komen nagenoeg overeen met die der met de gemeente Voorschoten gesloten overeen komst en behoeven dus weinig toelichting. Slechts zij opge merkt, dat de overeenkomst niet voor IV2 jaar, doch slechts voor 1 jaar en 3 maanden zal Worden aangegaan, opdat zij op hetzelfde tijdstip eindige als de overeenkomst met Voor schoten, terwijl met het oog op het aantal inwoners der ge meente Warmond het aantal te onderzoeken monsters per jaar in plaats van ten minste 40 per 1000 inwoners, ten minste 4 per 100 inwoners zal bedragen. Onder verwijzing overigens naar onze voordracht in zake de aansluiting van de gemeente Voorschoten aan den I.eid- schen Keuringsdienst en de destijds door den Directeur-Schei kundige uitgebrachte rapporten, geven wij U alsnu in overweging ons te machtigen de hierbij overgelegde concept overeenkomst met de gemeente Warmond aan te gaan. CONCEPT-OVEREENKOMST in zake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over de gemeente Warmond. Artikel 1. Door Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden wordt aan den Gemeentelijken Keuringsdienst van eet- en drinkwaren te Leiden opgedragen te beginnen met 1 October 1912 de handhaving van de verordening op de keuring van eet- en drinkwaren der Ge meente Warmond van 25 Juli 1912; het handhaven van eventueele wijzigingen in die verorde ning door den keuringsdienst te Leiden heeft alleen plaats, wanneer die wijzigingen ten genoege zijn van Burgemeester en Wethouders van Leiden. Art. 2. De Gemeente Warmond betaalt voor de in art. 1 bedoelde handhaving jaarlijks aan de gemeente Leiden een geldsom, overeenkomende met twaalf cent 0.12) per jaar en per inwoner berekend naar het aantal inwoners op 31 December van het voorafgaande jaar, een en ander onder uitdrukkelijke verklaring, dat onder deze som zullen zijn begrepen alle kosten, die de handhaving der in art. 1 bedoelde verordening

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 1