95
Transport. 15496.27
voor de electrische installatie voor het labora
torium en de verbouwing van de hydraulische
lift op Rhijngeest is nog niet beschikt.)
Volgn. 232. Kosten van de op- en inrichting
van een idiotenafdeeling bij het krankzinni-
gesticht Endegeest9179.85
(Het nog onbetaald geblevene op de kosten
van den bouw en de inrichting der idioten
afdeeling.)
Volgn. 235. Kosten van de overwulving van
het Kort Rapenburg en van de vernieuwing
van de Blauwpoortsbrug17671.68®
(De tot dusver onbetaald gebleven gelden voor
deze werken toegestaan.)
Tevens stellen wij U voor het nadeelig slot
der buitengewone ontvangsten en uitgaven van het
dienstjaar *1911, blijkens de rekening bedragen
de f 7864,77®, over te brengen ten laste van
den dienst 19127864.77®
De overbrengingen bedragen te zamen 50212.58
Tegenover de betaling van de vorderingen behoorende op
de posten volgn. 94217, te zamen uitmakende een bedrag
van f 5736.27 en alle de gewone uitgaven betreffende, kunnen
op den dienst 1912 worden overgebracht de navolgende op
den dienst 1911 te verbalen gebleven ontvangsten van ge
wonen aard:
Volgn. 41. Bijdrage van het Rijk krachtens
art. 48 ie lid, sub *2o, der wet op het lager
onderwijs in de kosten van schoolbouw, voor
zoover die uit de gewone middelen worden
bestredenf 615.37
(Betreffende gedeclareerde bedragen wegens
Rijkssubsidie, welke nog niet zijn verevend.)
Volgn. 42. Bijdrage van het Rijk krachtens
art. 49 der wet op het lager onderwijs, Herha
ling sonder wijs1497.60
(De Rijksbijdrage is bepaald op f 1497.60,
doch werd vóór het sluiten van den dienst 1911
niet ontvangen.)
Volgn. 50. Teruggave van het Rijk a. ivegens
bij voorschot betaalde gelden in zake de Nationale
Militie45.75
(Van het gedeclarëerde bedrag van f 45.75
was nog geen teruggave geschied.)
Volgn. 57. Andere ontvangsten niet tot de
vorenstaande behoorende2725.01®
(Een bedrag van f 2725.01® wegens aan het
Rijk gedeclareerde ontsmettingskosten van de
Veemarkt, was nog niet gerestitueerd.)
f 4883.73®
Tot dekking van het restant of f 852.53®
stellen wij u voor te beschikken, ten behoeve
van den dienst 1912, over een gedeelte van het
batig saldo der gewone ontvangsten en uitgaven
van 1911, ter somma van852.53®
f 5736.27
Tegenover de betaling van de vorderingen behoorende op
de posten volgn. 227235 en van het nadeelig slot der bui
tengewone ontvangsten en uitgaven van 1911, te zamen uit
makende een bedrag van f 44476.31 en alle betrekking heb
bende op de buitengewone uitgaven van dat jaar, kan op den
dienst 1912 worden overgebracht de op Volgn. 63a te ver
halen gebleven som van f 4286.84, wegens Bijdrage van het Rijk
krachtens art. 48, ie lid, sub 2°. der wet op het Lager On
derwijs, voor Schoolbouwf 4286.84
(Wegens on verevend gebleven declaratien
voor subsidiën in de kosten van aankoop van
het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht
en den bouw der school in de Haverstraat).
terwijl voor het restant of f 40189 47 door ver
hooging van den post Geldleening ter voor
ziening in de kosten van buitengewone werken
zal moeten worden voorzien40189.47
Deze verhooging is echter slechts als admini
stratieve regeling te beschouwen; voor de uit
gaven waarvan in deze overbrenging van posten
sprake is, is gedeeltelijk reeds geleend in de
leening van 1911; het werkelijk bedrag, dat
later eventueel zal blijken nog uit geldleening
te moeten worden gevonden, kan eerst bij een
nieuw leenirigsvoorstel worden opgegeven.
Te zamen. f 44476.31
Hierbij de overbrenging uit de gewone mid
delen (z. b.)5736.27
dekt de over te brengen uitgaven in totaal. f 50212.58
Wij geven U thans in overweging tot de bovenstaande
overbrengingen op den dienst 1912 te besluiten door vast
stelling van de hierbij overgelegde suppletoire begrooting
voor dat dienstjaar en tevens te besluiten tot betaling van
de posten vermeld onder volgnrs. 94217 van den dienst
1911, tot een gezamenlijk bedrag van f 5736.27 uit den post
voor Onvoorziene Uitgaven van 1912, door vaststelling van
den mede hierbij overgelegden staat model A.
Op dien staat is tevens uitgetrokken een bedrag van
60. ter voldoening van een 8-tal nog niet verjaarde
coupons uit vorige jaren, in de geldleening van 1896. Aangezien
voor deze coupons geene gelden op den dienst 1912 beschik
baar zijn gesteld, zullen zij uit den post voor Onvoorziene
Uitgaven van dit jaar moeten worden betaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.