84 DONDERDAG 6 JUNI 1912. De heer Pera. Eenige dagen geleden hebben wij kennis kunnen nemen van het verslag van het Openbaar Slachthuis. Wat ik daarvan heb gelezen geeft mij aanleiding tot de vol gende opmerking. Jarenlang heb ik critiek uitgeoefend op het beleid, dat daar werd gevoerd. Eene gunstige verandering is in dien toestand gekomen. Daarom acht ik het niet misplaatst daarop in den Raad met een enkel woord te wijzen om te toonen, dat er kennis van is genomen. Over 1911 was er een nadeelig saldo geraamd, opgemaakt naar de verhoudingen van vroegere jaren, van ƒ12076.16, welk nadeelig saldo bij slot van zaken blijkt bedragen te hebben ƒ914,88 terwijl het bovendien nog een jaar geweest is van extra herstellingen van bijna 1000.Vergelijkt men dien toestand met dien van de voorafgaande jaren, dan treft het ons, dat daar zulk eene gunstige verandering is waar te nemen. Ik meen, dat de Directeur wel een woord van erkentelijkheid verdient, en vooral ook met het oog op de critiek, die ik jaren lang op het beheer van het Slachthuis heb uitgeoefend, is het mij een genot, deze hulde te mogen brengen. De Voorzitter doet alsnu de deuren sluiten. De vergadering wordt na eenigen tijd heropend. De Voorzitter. Ik deel mede, dat de magazijnen van de Lichtfabrieken a.s. Zaterdagavond voor het publiek worden geopend. Vrijdag en Zaterdagmiddag tusschen 2 en 4 uur bestaat er gelegenheid voor de Raadsleden met hunne dames deze inrichting te bezichtigen. Vrijdag- en Zaterdagmiddag van de volgende week bestaat die gelegenheid op dezelfde uren voor de nieuwe lokalen aan de Langegracht. De heer Botermans. M. d. V. Is de fabriek zelf ook "te bezien De Voorzitter. Als u het aan den Directeur verzoekt, ver moed ik, dat daartegen geen bezwaar zal bestaan. Niemand meer het woord verlangende wordt daarna de ver gadering gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 8