72
DONDERDAG
23 MEI 1912.
een deel van hun loon onthouden wordt, dan zou ik het
lichaam, dat daarover te zeggen heeft, toch wel ernstig willen
aanraden, daarin verandering aan te brengen. Ik heb nog
nooit gehoord, dat den menschen, die met vacantie uitgaan,
hun loon onthouden wordt, in de burgermaatschappij geeft
men het personeel nog kostgeld bovendien.
De heer Vergouwen. M. d. V. Het heeft mij getroffen, dat
er tegelijk met dit adres, geen adres ingekomen is van het
personeel zelf. Ik heb er naar gezocht en naar gevraagd,
maar niets van dien aard gevonden. Het adres dat thans
besproken wordt, had dan eene adhaesiebetuiging kunnen
inhouden. Wil de Raad aan een dergelijk adres zijn aandacht
schenken, dan moet volgens mijn oordeel er toch in de
eerste plaats door de belanghebbenden zelf gerequestreerd
worden. Waar dat niet het geval is, meen ik. dat er alle
reden is, met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
mee te gaan.
De Voorzitter. In antwoord op hetgeen door den heer Sijtsma
is opgemerkt, geef ik toe, dat mijne woorden in hunne alge
meenheid niet geheel juist waren. Ook ik kan mij voorstellen, dat
adressen van buiten de gemeente wel degelijk onze aandacht
verdienen. Ik had echter op het oog requesten van zoo algemeene
strekking als dit; requesten, die vooraf voor geheel Nederland
worden klaar gemaakt en gedrukt, en dan met de namen
der gemeenten, voor wie zij kunnen dienen, worden ingevuld
en verzonden. Men mag toch zeker wel eischen, dat men zich,
voor te gaan requestreereri, eerst eenigszins nauwkeurig op de
hoogte stelt van den toestand, waarin men meent dat ver
betering moet worden gebracht. Het is zeer gemakkelijk
wanneer men eens bij elkander zit gezamenlijk een adres op
te stellen en dit door geheel Nederland rond te zenden, maar
daardoor wordt een massa werk en moeite van den Raad
gevraagd en dat acht ik verkeerd.
Het kan natuurlijk zeer goed voorkomen, dat er een request
komt uit een andere gemeente, dat wel onze aandacht verdient;
wij zullen het dan geheel onpartijdig beschouwen. Ik meen
evenwel, dat het mijn plicht is, te zorgen, dat de Raad zich
bepaalt tot die zaken, waarvan het noodig is, dat zij in be
handeling komen, en dat is met dit request niet het geval.
Wanneer men het request doorleest, dan zal men zien, dat
men wil hebben, dat de inwonende beambten der gestichten,
die dus hun loon ontvangen in geld, in vrije woning en in
vrije voeding, eene vergoeding in geld krijgen voor de dagen,
waarop ze van die vrije voeding niet in het gesticht kunnen
profiteeren, doordat zij bijv. met vacantie zijn gegaan.
Deze kwestie komt in elk geval in de vergadering van de
Commissie van Beheer ter sprake en daar kan dan worden
nagegaan, of hetgeen in het request staat juist is en hoe er
op beschikt moet worden. Om er echter den Raad werk en
moeite door te geven, heeft naar onze meening geen zin.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van Burge
meester en Wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
2°. Adhaesiebetuiging van het Alg. Ned. Werkliedenverbond,
afd. Leiden, aan het adres van den Ned. Bond van Confectie-
bedienden, afd. Leiden, in zake de vervroegde winkelsluiting.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 8 Mei 1912.
Aan de Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende vormende het dagelijks Bestuur van het
Algemeen Nederlands Werklieden Verbond Afd. Leiden.
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 April 1886, betuigen
door deze hun instemming aan het adres van de Ned. Bond
van Confectiebedienden, Afd. Leiden, j.l. ingezonden, inzake de
negenuur-sluiting.
't Welk doende,
C. H. Kouw, Voorzitter.
P. van Ammers, Secretaris.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verslag van den toestand van het Middelbaar Onderwijs
over 1911.
Zal in het Gemeenteverslag worden opgenomen.
4°. Rekening, dienst 1911, van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
Word gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
5°. Verzoek van P. J. Christiaanse om eene schadeloosstelling
van ƒ228.70 te mogen ontvangen, wegens buitengewone werk
zaamheden bij de vernieuwing van een gedeelte walmuur aan
de Beestenmarkt.
De Voorzitter. Ik stel u voor dit verzoek in handen van
Burgemeester en Wethouders te stellen ter afdoening.
De heer B'okker. M. d. V. Waarom wordt hier voorgesteld
»ter afdoening"? Het is toch een adres, dat gericht is aan den
Raad. Zoudt u het den Secretaris misschien even willen doen
voorlezen
De Voorzitter. Juist, omdat het adres aan den Raad
gericht is, stel ik voor het in handen van Burgemeester en
Wethouders te stellen ter afdoening. Het is wel wat heel lang
om het in zijn geheel voor te lezen, en ik vermoed ook dat
de bedoeling van den heer Fokker meer is, om het motief
var. Burgemeester en Wethouders te vernemen waarom zij
aldus voorstellen.
Volgens art 179 i der Gemeentewet behoort het vaststellen
der bestekken van Gemeentewerken aan Burgemeester en Wet
houders, tenzij de Raad zich die vaststelling heeft voorbe
houden. Nu heeft de Raad bij het bestek in quaestie dit niet
gedaan, zoodat de vaststelling geheel aan Burgemeester en
Wethouders werd overgelaten, die dus nu ook de uitvoering
hebben te beoordeelen.
Zooals u zult weten, wordt in het bestek altijd verwezen
naar de Algemeene Voorschriften, waarin o.a. geregeld wordt,
wat er bij geschillen tusschen den aannemer en den aan-
besteder moet gebeuren. De Algemeene Voorschriften zeggen
daarover, dat de beslissing van dergelijke geschillen is aan
den Hoofdingenieur, behoudens beroep op den Minister; voor
gemeentewerken is die beslissing aan den Directeur van ge
meentewerken met beroep op Burgemeester en Wethouders.
Wanneer in bepaalde gevallen in de A. V. genoemd, met
de beslissing van den Minister i. c. Burgemeester en Wet
houders geen genoegen wordt genomen, dan heeft de aan
nemer nog het recht te vorderen, dat een Commissie van
advies wordt benoemd, die dan heeft te beslissen als een
scheidsgerecht. Voorzoover de kwesties daarvoor vatbaar zijn,
kunnen zij dus in hoogste ressort komen voor een Commissie
van advies. De Raad kan echter in dezen geen uitspraak doen
en daarom heb ik voorgesteld, het request te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders »ter afdoening".
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van Burg.
en Weth. zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
6°. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool »de Graan
korrel" om het gebruik van nog 2 lokalen der school 3e
klasse No. 2.
7°. Verzoek van J. Rijkse om eervol ontslag als onder
wijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 2e klasse.
8°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden van den Ned.
Bond van Mannelijke en Vrouwelijke arbeiders in de kleeding-
industrie en aanverwante vakken, aan het adres der afd.
Leiden van den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoor
bedienden, inzake vervroegde winkelsluiting.
Dit stuk luidt als volgt: t
Nederl. Bond van Mannelijke en Vrouwelijke Arbeiders
in de Kledingindustrie en aanverwante vakken
Afd. Leiden, 21 Mei 1912.
De ondergeteekende R. Coster, Voorz. en J. Verver, Secre
taris van de afd. Leiden van bovengenoemde Bond, betuigen
namens de afdeeling adhaesie aan het adres, gericht aan de
Gemeenteraad van Leiden, door de Afd. Leiden van den Alg.
Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden inzake de Ver
vroegde Winkelsluiting.
Namens de Afdeeling
R. Coster, voorz.
J. Verver, secr.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
WTorden gesteld in handen van Burg. en Weth.
9°. Verzoek van de Wed. Th. de Jong om vergunning tot
het bouwen van een houten atelier voor fotografische doel
einden op de open plaats van perceel Steenstraat No. 5.
10°. Missive van dezelfde, waarbij zij dat verzoek weder
intrekt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
dat op Dinsdag 25 Juni a.s, des namiddags van 24 uur,
ten Raadhuize eene verkiezing zal plaats hebben van één lid
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, en dat in het
stembureau zullen zitting hebben de heeren S. de Boer Azn.
en Mr. C. W. van der Pot Bzn., met den Burgemeester of
wien hem vervangt.
Alle overige raadsleden kunnen als plaatsvervangers optreden
van de heeren de Boer en van der Pot.
De Voorzitter. Zooals de heeren zullen gemerkt hebben, is
van Gedeputeerde Staten de goedkeuring ontvangen van alle
in de vorige vergadering aangenomen Strafverordeningen, be-