GO DONDERDAG 2 MEI 1912. bepaalden tijd worden verhoogd met een bedrag van f 300. per jaar. Gedurende de laatste drie jaren dezer overeenkomst is Leiden niet meer verplicht eenige uitbreiding, van welken aard ook, aan te brengen. Onafhankelijk van het aantal aansluitingen in Alkemade blijft Leiden gedurende den duur der overeenkomst verplicht tot levering van electriciteit aan de in Alkemade aangeslotenen. Indien door Leiden wordt overgegaan tot tariefverlaging in eenige gemeente buiten Leiden, die door Leiden van electri citeit wordt voorzien door een kabel ol door kabels, welke buiten de grenzen der gemeente Leiden met de voor de elec- triciteitsvoorziening van Alkemade dienende kabels direct samenhangen, zal het lagere tarief ook voor Alkemade gelden. Meent Leiden wegens buitengewone omstandigheden hiervan te moeten afwijken, dan zal, indien Alkemade dit verlangt, door arbiters, benoemd op de wijze in artikel 9 van deze over eenkomst aangegeven, worden uitgemaakt of die afwijking gerechtvaardigd is. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou een enkel woord willen zeggen naar aanleiding van dit artikel, speciaal van de derde alinea. Het wil mij in verband daarmede voor komen dat het wenschelijk isdat duidelijk in het oog springt wat de eerste aanleg van het kabelnet is en wat is de nadere uitbreiding en nu meen ik, dat de onderscheiding tusschen die twee nergens in het contract duidelijk is aangegeven. Er wordt wel in een tweetal artikelen gesproken over teeke- ningen, die zullen worden gemaakt en bijgehouden, maar daardoor wordt de eerste aanleg, waarvoor Alkemade de garantie geeft volgens art. 1niet gescheiden van de nadpre uitbreiding, waarvoor een bijzondere garantie noodig is. Het wil mij dus voorkomen dat er een teekening aan het contract toegevoegd moet wordenwaarop staat aangegeven wat de eerste aanleg isen dat in het contract naai' die teekening wordt verwezen. De Voorzitter. Zoodra het contract wordt gesloten, wordt daarbij een teekening overgelegd, die voorstelt het oorspron kelijke plan. Bij de aanvullingen en uitbreidingen, die er nader aan toegevoegd worden, worden de jaartallen gezet, gewoonlijk worden ze ook in andere kleur gemaakt en daar voor moet dan die meerdere garantie worden betaald. De kaart, die vastgesteld is bij de onderteekening van het contract geeft den oorspronkelijken aanleg weer. Dat is bij de gasfabriek altijd zoo opgevat en heeft nooit tot eenige moeilijkheden aanleiding gegeven, al geef ik toe, dat het wel wat nauw keuriger te zeggen zou zijn. De toevoeging in een andere kleur gebeurt dan natuurlijk ook weer tweeledig, zoodat ook dat in praktijk geen moeilijkheden kan opleveren. De heer van der Pot. Ik dacht, dat een afzonderlijke bepaling noodig was, waarin dat uitdrukkelijk gezegd werd, maar als u er geen bezwaar in ziet, dan zal ik er niet verder op aandringen. Ik had echter M. d. V. nog een andere opmerking willen maken naar aanleiding van de laatste alinea van dit artikel. De beide zinsneden, welke deze alinea vormen, sluiten m. i. niet op elkaar. In de eerste zinsnede staat een positieve regel en nu wordt in de tweede zinsnede gesproken van het geval, dat Leiden meent daarvan te moeten afwijken. Nergens wordt echter aan Leiden de bevoegdheid toegekeud om van den regel af te wijken en daarom komt het mij voor, dat die afwijking steeds ongeoorloofd zal zijn en de taak der arbiters een bijzonder gemakkelijke zal wezen. Immers zij zullen aan Alkemade altijd gelijk moeten geven. De Voorzitter. Pardon, het wordt toch ook door Alkemade geteekend! Ik zie dus niet in, dat er eenig bezwaar bestaat. Er'staat uitdrukkelijk dat de verlaging zal moeten intreden, wanneer dat en dat bet geval is, en dan volgt er in hetzelfde artikel indirect, dat Leiden er van mag afwijken want anders zou Alkemade het niet teekenen zoodat het hier door wordt gesanctioneerd. Het zou eens kunnen gebeuren, dat in de buurt een of ander contract, met een fabriek bijv. werd afgesloten, terwijl Alkemade dat ook goed vond, omdat men weet, wat de bedoeling daarvan is. Er is dus geen bezwaar tegen. De arbiters moeten natuurlijk de buitengewone omstandig heden beoordeelen en nu kan men niet zeggendie buiten gewone omstandigheden zijn er nooit, zij zijn er wel, anders zou men deze overeenkomst nooit gesloten hebben. Ik geloof dus, dat wij hiermede geen gevaar loopen. De heer van der Pot. M. d. V. Ik heb geen bezwaar tegen de bedoeling, maar wel tegen de redactie van het artikel. Het kwam mij voor, dat de regeling in de eerste zinsnede te positief is en dat daarin reeds gesproken moet worden van de buitengewone omstandigheden, waarvan thans alleen in de tweede zinsnede sprake is, zoodat aan het slot der eerste zinsnede zou moeten worden gelezen»dan zalbehoudens buitengewone omstandigheden, het lagere tarief ook voor Alkemade gelden". Wanneer men het zegt zooals het er nu staat, dan is de regel in de eerste zinsnede een onderdeel van de overeenkomst, waarvan door één der beide partijen niet kan worden afgeweken. De Voorzitter. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het hetzelfde vind. Of men het nu zet in één zin of wel met een punt er tusschen, ik geloof dat het hetzelfde is, en ik zie daarin geen be zwaar. Maar wenscht U een voorstel te doen De heer van der Pot. Neen M.-d. V., ik ben voldaan met er op gewezen te hebben. Ik meende, dat het juister was de redac tie te veranderen. De Voorzitter. Ik geloof niet, dat men het duidelijker kan maken. Ik geef toe, het kan in éen zin, maar wanneer men, zooals hier, de zin eindigt en men laat de uitzondering er dadelijk achter volgen, dan zie ik niet in, dat dit inderdaad eenig verschil uitmaakt. De beraadslaging wordt gesloten en art. 5 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 6, luidende: »Indien in eenig kalenderjaar aan ontvangsten voor electri- schen stroom excl. meterhuur en kabelhuur door Leiden meer dan f 8000.wordt geïnd, zal voor de electriciteit ten behoeve van de openbare verlichting van straten en wegen in Alkemade gebruikt, eene reductie worden verleend en wel in dien zin, dat de prijs per K.W.U. voor de electriciteit ten behoeve van de openbare verlichting in Alkemade aangewend, bedraagt: bij een ontvangst van f 8.000.tot 11.000.20 cents; 11.000.15.000.15 15.000.— 20.000.12 boven 20.000.10 Deze reductie geldt niet voor de electriciteit, gebruikt door particulieren in lantaarn^ ten behoeve van de verlichting van terreinen, enz. (bijv. z. g. abonnementslantaarns). De heer Fokker. M. d. V. In art. 6 staat een heel gevaar lijk woord, tenminste voor een contract. De laatste zinsnede luidtDeze reductie geldt niet voor de electriciteit, gebruikt door particulieren in lantaarns ten behoeve van de verlich ting van terreinen, enz. (bijv. z. g. abonnementslantaarns). Nu is »enz." in een contract een buitengewoon gevaarlijk woord, want wat is enz.? Het lijkt mij, dat wij dit in een dergelijk contract niet moeten opnemen. Men moet omschrij ven wat men hebben wil, maar dit is een bepaling die tot allerlei moeilijkheden aanleiding kan geven. De Voorzitter. Ik geloof niet, dat dit tot eenige moeilijk heid aanleiding zou kunnen geven. De heer Korevaar. M. d. V. Ik wil hiervan niet te veel zeggen, want ik ben geen rechtsgeleerde, ik weet niet of dit een zoo gevaarlijke redactie is. De bedoeling iste regelen de reductie die de gemeente Alkemade zal krijgen voor de electriciteitdie gebruikt wordt in de lantaarns voor de straat verlichting wanneer die van de geheele Gemeente boven een zeker maximum komt. Nu wordt een uitzondering gemaakt voor die lantaarns, die dienen tot verlichting van zekere erven of straten welke het eigendom zijn van particulieren. Nu is het moeilijk te omschrijven, welke soorten van lantaarns van particulieren er zijn, die gebruik zouden willen maken van die reductie. Men heeft daarom hier nu het woord »enz." gebruikt. Ik weet echter niet of uit dat woord iets zou kunnen worden gelezen, wat niet bedoeld is. De Voorzitter. Ik zou denken, dat het nooit gevaarlijk zou kunnen zijn voor Leiden, als wij bepalen, dat uitgezonderd zijn lantaarns ten behoeve van de verlichting van terreinen, enz. Ik heb het contract nagelezen en vergeleken met. andere, en dan zou er misschien aanleiding kunnen zijn om alleen te spreken van abonnementslantaarns, maar wanneer men er „enz." achter voegt, wie kan daar dan kwaad mede? Leiden nooit, want het is een uitbreiding van de reductie. Ik vind het in het geheel niet bezwaarlijk en ik begrijp niet dat hier daartegen bezwaar wordt gemaakt. De heer Fokker. M. d. V. Wanneer er geen bezwaar tegen is wil ik mijn opmerking wel als niet gemaakt beschouwen, maar wanneer er later eens kwestie over komt, heb ik er tegen gewaarschuwd. De beraadslaging wordt gesloten en art. 6 zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Artt. 7., 8 en 9 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De punteufe en c van het voorstel worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming, aangenomen. Het voorstel in zijn geheel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 6