GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
65
IXOEKOME5 STUKKEN.
N°. 96. Leiden, 1 Mei 1912.
De Commissie van Financiën heeft de eerU mede te deelen,
dat, indien de Raad besluit tot het aangaan van de door
Burg. en Weth. voorgestelde overeenkomst met Alkemade
(Ing. St. No. 92), zij geene bedenkingen heeft tegen den
daarop betrekking hebbenden begrootingstaat, dienst 1912,
groot 89000.
Ten opzichte van de voordracht betreffende de vernieuwing
van de stoomketels der centrale verwarming van de Gehoorzaal
(Ing. St. No. 89), acht de Commissie het, bij aanneming van
punt 1 dier voordracht, wenscbelijker, de uitgaaf ad ƒ4500.
over 5 jaren te verdeelen in plaats van over 3 en-in verband
daarmee den begrootingstaat aldus te wijzigen, dat de dienst
1912 met 900.wordt bezwaard en de resteerende ƒ3600.
uit leening worden gevonden, in 4 jaren af te lossen, te be
ginnen met 1913.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
daar de H. IJ. S. M. bereid is genoegen te nemen met eene
vergoeding, waarvoor het niet mogelijk zal zijn het spoorwegnet
onzer Maatschappij als zelfstandige onderneming te exploi-
teeren.
Van Z. E. den Minister van Waterstaat en de betrokken
Provinciale Besturen, die wij reeds eerder met ons boven
bedoeld voornemen in kennis gesteld hebben, mochten wij
vernemen, dat daartegen geen principieele bezwaren bestaan,
al zullen in de voorwaarden waaronder die exploitatie zal
mogen geschieden, nog enkele wijzigingen gemaakt moeten
worden.
De Minister van Waterstaat deelde ons echter tevens mede
het in overeenstemming met de meening van Gedeputeerde
Staten der betrokken Provinciën noodig te achten, dat ook
de overige subsidiegevers zich met de overdracht der exploitatie
vereenigen.
Wij richten ons daarom hierbij tot Uw College met het
verzoek ons te willen doen weten of er door U mede kan
worden ingestemd, dat wij de exploitatie van ons spoorwegnet,
onder voorwaarden ten genoegen van den Minister van
Waterstaat, aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij
opdragen.
In verband met onzen wensch om reeds in den loop van
dit jaar een gedeelte van ons net in exploitatie te brengen en
met de daartoe noodige voorbereidingen, zou een eenigszins
spoedig antwoord op deze vraag door ons zeer op prijs worden
gesteld.
Hollandsche
Electrische Spoorweg-Maatschappij
De Directie:
J. J. s' Jacob.
N°. 98. Leiden, 11 Mei 1912.
N°. 97. Leiden, 3 Mei 1912.
Bij raadsbesluit van 6 Juni 1907 (Ingek. Stukken n°. 145),
gewijzigd bij raadsbesluit van 9 Juli 1908 (Ingek. Stukken
n°. 164) werd besloten aan de Naamlooze Vennootschap
Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij, gevestigd te
Amsterdam, voor den aanleg en de uitrusting van een net
van spoorweglijnen in de Haarlemmermeer en hare omgeving
een jaarlijksche subsidie van f 4000.te verleenen, een en
ander onder de in die besluiten vermelde voorwaarden en
bepalingen.
In voorwaarde X sub b is de bepaling opgenomen, dat de
gemeente Leiden de subsidie zal kunnen doen ophouden in
geval een of meer lijnen zonder goedkeuring van Uwe Ver-,
gadering worden verkocht of aan anderen overgedragen.
De Directie der Maatschappij wendt zich nu in nevens
gaand adres tot U met het verzoek haai' wel te willen doen
weten, of er door U mede kan worden ingestemd, dat zij de
exploitatie van haar spoorwegnet, onder voorwaarden ten
genoegen van den Minister van Waterstaat, aan de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij opdraagt.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons Col
lege bestaat tegen die opdracht bezwaar. De redenen, die de
Directie in haar adres ten gunste daarvan aanvoert, zijn o. i.
alleszins gegrond en overtuigend.
Aangezien echter de voorwaarden, waaronder de opdracht
zal plaats hebben, nog niet zijn medegedeeld, komt het ons
voor, dat Uwe Vergadering, evenals zulks door de Provinciale
Staten van Zuid-Holland is geschied, thans slechts in beginsel
hare goedkeuring kan hechten aan de opdracht der exploitatie
aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, en dat
eerst later, wanneer de gemeente omtrent een en ander is
ingelicht, de definitieve goedkeuring, zoo noodig gepaard
gaande met aanvulling of wijziging der subsidievoorwaarden,
kan volgen.
Wij geven U mitsdien in overweging, naar aanleiding van
het verzoek der Maatschappij, in beginsel goed te keuren, dat
de exploitatie van haar spoorwegnet worde opgedragen aan
de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Amsterdam, 4 April 1912.
Hiermede hebben wij de eer Uw College te berichten, dat
het in onze bedoeling ligt de exploitatie onzer Spoorwegen
aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij op te
dragen.
Wij achten dit zoowel in het belang van de streek, als in
dat van de subsidieerende lichamen en van onze Maatschappij
zelve.
De streek kan er slechts door gebaat worden, wanneer
onze spoorwegen een onderdeel vormen van het net der
H. IJ. S. M. en de exploitatie van den aanvang af gevoerd
wordt met de kennis en de ervaring van deze als spoorweg-
exploitante gunstig bekende Maatschappij.
De subsidieerende lichamen en onze Maatschappij zullen
mede profijt trekken van den gunstigen invloed, welke eene,
van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij te ver
wachten goede exploitatie op de bedrijfsuitkomsten zal hebben
en van de belangrijke besparing aan exploitatie-uitgaven,
welke van de overdracht der exploitatie het gevolg zal zijn,
Eenigen tijd geleden vestigde de Districts-Veearts in Zuid-
Holland benoorden Maas en Lek er de aandacht van ons Col
lege op, dat het Marktkantoortje op de Nieuwe Beesten
markt tegenover de Turfmarktsbrug, waarin het personeel,
belast met de keuring van het rnarktvee, zich moet ver-
kleeden vóór den aanvang en na afloop van de keuring,
waarin dat personeel nadat de groote aanvoer heeft plaats
gehad, moet wachten op de dieren, die later worden aange
voerd, en waarin ook zijn kleederen moeten worden bewaard,
geen voldoende ruimte voor dit alles biedt.
Een van onzentwege ingesteld onderzoek heeft aangetoond,
dat het tegenwoordige kantoortje inderdaad niet meer aan
zijn bestemming beantwoordt. Voor de vele personenambte
naren van het marktwezen veeartsen veeopzichters, werk
lieden enz., die zich daarin moeten ophouden, is het gebouwtje
veel te klein geworden.
In eene ruimte van slechts ongeveer 9 M2. moeten de
contrölepenningen worden uitgegeven de werklieden schaften,
de met de veekeuring belaste personen zich verkleeden, zich
wasschen en administratief werk verrichten, terwijl ook het
marktpersoneel er moet vertoeven. Vooral in de laatste jaren,
nu aan de keuring van het vee steeds grooter aandacht wordt
gewijd en deze meer arbeid en zorg vereischt, springt de
onvoldoende ruimte van het marktkantoortje meer en meer
in het oog.
Verbetering in dezen toestand kan worden gebracht öf door
vergrooting van het bestaande kantoortje öf door het maken
van een geheel nieuw gebouwtje.
Het eerste middel, dat volgens raming van den Directeur van
Gemeentewerken een uitgave zou vorderen van 2300,
verdient echter, ook naar het oordeel van de Commissie van
Fabricage en van die voor het Marktwezen, geen aanbeveling.
Zooals toch uit de in de Leeskamer liggende teekening blijkt,
zou het vergroote kantoortje scheef op de straat komen te
staan en den toegang tot de verdere standplaatsen op de
markt belemmeren. Ook is de zeer langwerpige vorm van
het kantoortje minder gelukkig en de voorste ruimte, die be
stemd zou zijn voor de controle der penningen, ondoelmatig
van afmetingen. Bovendien is het tegenwoordige kantoortje
zeer oud en eenigszins vervallen en is het gebouwd in een
ouderwetschen stijl, die voor den aanbouw opnieuw zou moeten
worden gevolgddoch die zich in het geheel niet aansluit
bij de bouworde der marktgebouwen uit den lateren tijd.
Een geheel nieuw marktkantoor met een praktische over
zichtelijke indeeling, gebouwd achter de plaats van het tegen
woordige kantoortje en waarvan de kosten op ongeveer ƒ3000,
d. i. slechts 700 meer,' geraamd worden, zal daarentegen
beter voldoen. Trouwens, hieraan is ook het voordeel ver
bonden, dat het bestaande gebouwtje dienst kan blijven doen
gedurende den bouw van het nieuwe gebouw en dat de
ruimte vóór de afsluithekkenbestemd voor het te keuren
vee, vrij belangrijk wordt vergroot, waardoor de opstopping