59 of althans minder in de riolen komen, dan wanneer geen put is ingeschakeld, en eene betere afvloeiing van den inhoud van den put kan worden waargenomen. Het zal Uwe Vergadering wel geen verwondering baren, dat ons College, na kennisneming van dit advies geen vrijheid kan vinden U voor te stellen op het verzoek van adressant in te gaan. Ook aan ons aanvankelijk voornemen, om U in overweging te geven dispensatie van het inschakelen van een beerput mogelijk t.e maken ten behoeve van die perceelen, welker rioleering op een zoo grooten afstand van het openbaar water in het hoofdriool loost, dat dit hoofdriool naar ons oordeel geacht zou kunnen worden dezelfde functie te verrichten als een beerput, meenen wij daarom na de krachtige bestrijding van de Gezondheidscommissie geen gevolg te mogen geven. Trouwens ook de Directeur van Gemeentewerken en de Commissie van Fabricage zijn van oordeel, dat van inwilliging van het verzoek van adressant geen sprake kan zijn, zoolang in deze gemeente geen centrale rioleering is ingevoerd, zooals in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag bestaat. De kosten, die daarmede gepaard gaan, zijn echter zoo aanzienlijk, dat daaraan althans op dit oogenblik niet kan worden gedacht. In plaats van minder zouden de lasten ongetwijfeld zwaarder worden. Op hoeveel toch moet men de jaarlijksche onkosten tenge volge van het inschakelen van een beerput per perceel schat ten Zooals U bekend zal zijn, geldt de regel, dat één beer put mag dienen voor 2 perceelen en waar nu de kosten van een put gemiddeld f 100 bedragen, komt dus f 50 ten laste van ieder perceel. Neemt men nu voor rente en aflos- sing 5 aan, dan moet eik perceel dus jaarlijks geacht worden 2.50 te betalen voor het bezit van den beerput. Voorwaar een gering bedrag in vergelijking tot het nut, vol gens de deskundige Gezondheidscommissie aan het inschake len van een beerput verbonden. In geene enkele andere gemeentewaar het beerputten- stelsel in gebruik is, heeft men dan ook tot nog toe tot de afschaffing besloten, zonder tevens, zooals in Amsterdam, tot het aanleggen van eene behoorlijke centrale rioleering over te gaan. En dit nu is. zooals wij reeds zeiden, met het oog op de hooge kosten in de eerste tijden niet mogelijk. Op grond van een en ander geven wij U derhalve over eenkomstig het advies der Gezondheidscommissie en der Com missie van Fabricage in overweging afwijzend op het verzoek van het bestuur van den Bond van Bouwondernemers voor Leiden en omliggende gemeenten te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden November 1911. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van den Bond van Bouwondernemers voor Leiden en omlig gende gemeenten, gevestigd te Leiden wiens statuten zijn goedgekeurd bij koninklijk Besluit van 8 Juni 1907 n°. 45. dat het de vrijheid neemt Uwen Raad beleefd te verzoeken de verordening van den. 12 October 1905 (Gem. blad 25), op het Bouwen en sloopen zoodanig te wijzigen ot te doen wij zigen dat de put, dienende tot ontvangst van menagewater en faecaliën en genoemd in de artikelen 11 zesde alinea en 41 vijfde alinea, niet meer verplichtend wordt gesteld bij het bouwen, verbouwen of veranderen van perceelen, dienende tot woon- en winkelhuis in den ruimsten zin; en dat het toe passen van genoemd puttenstelsel in de praktijk vrijwel doel loos gebleken is; dat dit stelsel in 't geheel niet beantwoordt aan het begin sel: «hierdoor te voorkomen dat de openbare wateren niet worden verontreinigd" dat het in nevensgaande memorie van toelichting getracht heeft aan te toonen, waarom dit stelsel niet voldoet en nooit voldoen kan. Redenen waarom het Uwen Raad eerbiedig verzoekt uw welwillende aandacht aan dit onderwerp te willen verleenen en het daarheen te leiden, dat de Verordening hiervoren ge noemd te hunnen gunste zoo spoedig mogelijk wordt ge wijzigd. 't Welk doende, Het Bestuur van den Bond van Bouwond. voor L. en O. Namens het Bestuur, H. D. van Welzen, Voorzitter. H. J. Sloots, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 92. Leiden, 24 April 1912. Naar Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit ons mededeelen, zijn reeds eenigen tijd onder handelingen gevoerd met de gemeente Alkemade betreffende de levering van electriciteit door Leiden aan die gemeente. Deze onderhandelingen hebben geleid tot het opmaken van de hieronder afgedrukte concept-overeenkomst, die nog de goedkeuring van den Gemeenteraad van Alkemade en natuurlijk ook die van Uwe Vergadering behoeft. Volgens de bepalingen van het concept zal Leiden, evenals in de andere buitengemeenten, die aan de Centrale zijn aan gesloten, geschiedt, de geheele exploitatie in Alkemade ter hand nemen, terwijl de kommen Oud-Ade, Rijpwetering, Nieuwe-Wetering, Roelofarendsveen en Oude-Wetering van kabels zullen worden voorzien. De aanlegkosten voor het hoog- en laagspanningsnet met toebehooren voor Alkemade zullen in totaal 89.000 bedragen, waarvan een bedrag van 3000 voor rekening der electriciteits- meters komt. In verband met een en ander, alsook met den duur der overeenkomst, die voor een tijdvak van 30 jaar kan worden afgesloten, is de gemeente Alkemade verplicht te beginnen met het jaar 1913 een jaarlijksch verbruik aan electrischen stroom te garandeeren, zooais in artikel 1, al. 2 van het concept is aangegeven. In artikel 8 is op verzoek van de gemeente Alkemade een naastings-clausule opgenomen, die eventueel na afloop der overeenkomst in werking kan treden. De overige bepalingen van het concept komen in hoofdzaak overeen met die, voorkomende in de overeenkomsten betref fende de levering van electriciteit aan andere buitengemeenten. Op grond van het bovenstaande geven wij U alsnu, in overeenstemming met het advies van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, in overweging: 1°. over te gaan tot de vaststelling van de hierbij over gelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van electriciteit in de gemeente Alkemade door de Leidsche Electriciteitsfabriek 2°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der Electriciteitsfabriek met een bedrag van 89.000, onder bepaling, dat jaarlijks door de Electriciteits fabriek aan de gemeente zal worden betaald 4,5 rente van het door haar geleende kapitaal en dat te beginnen met het jaar 1913 jaarlijks 3,34% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging; 3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ89.000. CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende de levering van electriciteit in de gemeente Alkemade door de Leid sche Electriciteitsfabriek. Artikel 1. Alkemade verleend aan Leiden, met uitsluiting van anderen, vergunning voor het leggen, hebben en onderhouden van een kabelnet met toebehooren binnen de gemeente Alkemade zoodanig, dat Leiden bevoegd is met ingang van den dag, waarop ingevolge het bepaalde bij alinea 3 van dit artikel de exploitatie aanvangt, tot en met 31 December 1942, electrische energie te leveren aan de gemeente Alkemade en aan parti culieren en publiekrechtelijke lichamen in en buiten de ge meente Alkemade, zonder dat daarvoor eenige recognitie, hoe ook genaamd, door Leiden aan Alkemade te betalen is, terwijl Leiden zich verbindt gedurende denzelfden termijn op de nader aangegeven voorwaarden electrische energie te leveren aan de gemeente Alkemade en aan particulieren en publiek rechtelijke lichamen in die gemeente. Alkemade garandeert aan Leiden een jaarlijksch verbruik aan electrischen stroom en wel over het jaar 1913 van f 2000. over het jaar 1914 van f 3000. over het jaar 1915 van f 3000.over het jaar 1916 van f 4000.— en daarna een jaarlijksch verbruik van f 5000.alles exclusief meterhuur en kabelhuur, met dien verstande, dat het aan deze bedra gen over eenig kalenderjaar ontbrekende bedrag aan het einde van dat kalenderjaar door Alkemade aan Leiden wordt uit gekeerd. Over het jaar 1912 wordi geen verbruik gegarandeerd. Leiden verbindt zich, behoudens omstandigheden van haren wil onafhankelijk, binnen vier maanden na de goedkeuring vari deze overeenkomst door beide gemeenten alle voor de stroomlevering benoodigde werkzaamheden beëindigd te hebben en de exploitatie binnen dit tijdsverloop aan te vangen. Bij uitbreiding van het aantal aansluitingen in Alkemade is Leiden verplicht zoo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie maanden na aanvrage (behoudens omstandigheden van haren wil onafhankelijk) aansluitingen tot stand te brengen. Art. 2. Alkemade verbindt zich gedurende den duur dezer overeen komst aan derden geen concessie te verleenen tot het leveren van electriciteit, noch zelf gedurende dien tijd electriciteit aan particulieren of publiekrechtelijke lichamen te zullen leveren, of electriciteit te produceeren ten behoeve van hare eigendommen of van de straatverlichting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 9