ovens, elk met een stoomketel met verticale buizen, systeem
Burekhardt; een aanblaasinrichtingtoestellen voor ontslak-
kinginrichting voor het blusschen en granuleeren der slakken;
slakkensorteerinrichting; transportinrichtingen voor vliegasch
en slakken, enz.
De geheele vuilverbrandingsinrichting zal moeten worden
ondergebracht in een gebouw met inrijhal en verschillende
lokalen. Dit gebouw, inclusief fundeering, wordt door den
Directeur van Gemeentewerken begroot op circa f 70.000.
Tot de eigenlijke verbrandingsinrichting behooren verder
een aantal verzamelbakken (10 a 12 stuks), die in het gebouw
der verbrandingsinrichting zullen worden opgesteld en als
reservoir moeten worden beschouwd.
De aanvoer van het stadsvuil geschiedt n.l. sneller dan de
verbranding. Ook moeten nog 4 afzonderlijke bakken, waarin
het straat- en drijfvuil zal worden gestort, worden opgesteld.
Voor deze bakken wordt een bedrag van f 6000 geraamd.
Eindelijk zijn de kosten van de electrische verlichting van
het gebouw, van de stoomleiding. van het gebouw naar de
toestellen in de electrieiteitsfabriek en van de rails, de invoer
rechten en de onvoorziene uitgaven begroot op ongeveer ƒ10.000.
De raming van het gebouw en de toestellen bedraagt dus
f 180.000, waarvan circa 152.500 in 1912 en 1913 en
circa f 27.500 in 1915 of in het begin van 1916 zal worden
verwerkt.
Het bedrag van f 180.000 nu betreft de eigenlijke ver
branding en alles wat daaraan annex is.
Behalve deze som zullen nog gelden worden aangevraagd
voor de inrichting van den ophaaldienst, voor stallen en
remises, voor ontsmettingsinrichtingen, enz. Deze aanvrage
kan evenwel eerst geschieden, wanneer de thans onder handen
zijnde détailontwerpen gereed zijn.
Wat den duur der werkzaamheden betreft, zoo is er op
gerekend, dat in het begin van den zomer van 1912 met het
maken van het gebouw een aanvang zal worden gemaakt en
dat in Juni 1913 met het bouwen van den oven kan worden
begonnen. Voor dit laatste en voor de opstelling der ver
schillende toestellen zullen ruim 5 maanden noodig zijn.
Op grond van een en ander en onder verwijzing naar de
in de Leeskamer ter visie liggende teekening van de ontworpen
vuilverbrandingsinrichting geven wij Uwe Vergadering over
eenkomstig het advies der Commissie van Fabricage alsnuin
overweging:
a. door vaststelling van den hierbijgaanden begrootings-
staat een bedrag van 180.000 te onzer beschikking te stellen
voor den bouw, de opstelling enz. van de vuilverbrandings
installatie in deze gemeente;
bden bouw van de 2 vuilverbrandingsovens c a. onders
hands op te dragen aan de Maatschappij »Vesuvio" te München,
voor de som van f 92.174, overeenkomstig de door genoemde
Maatschappij gedane aanbieding.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 83. Leiden, 5 April 1912.
Tegen inwilliging van het verzoek van den heer E. Th.
Verhoosel, vervat in zijn in de Leeskamer ter inzage liggend
adres, om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer
aan de openbare school der 3e klasse No. 5 alhier, bestaat bij
ons geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging aan den heer E. Th.
Verhoosel, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen als
onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse No. 5 en
dat ontslag te doen ingaan op 1 Juni a.s.
Het ter zake door het Hoofd der betrokken school uitge
bracht bericht is mede in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 84. Leiden, 5 April 1912.
Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage
hebben wij de eer U hiernevens aan te bieden eene aanbeveling
ter benoeming van een Adjunct-Directeur der op 1 Januari
1914 in te stellen Gemeentelijken Reinigingsdienst.
1°. C. ROODVOETS, Hoofdopzichter der Gemeentereiniging
te Hilversum;
2°. C. DE KONING, Hoofdopzichter der Gemeentereiniging te
Utrecht;
3°. J. SOUTENDAM, Directeur der Gemeentereiniging te
Harlingen.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de Lees
kamer zijn nedergelegd, verzoeken wij u thans tot eene be
noeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 85. Leiden, 6 April 1912.
Nu dezerzijds vaststaat, welk systeem van vuilverbrandings
ovens moet worden gekozen en is nagegaan, op welke wijze
deze ovens aan den bestaanden schoorsteen der electrieiteits
fabriek zullen aansluiten, is ook het gebouw, waarin de ovens
zullen worden geplaatst, met de noodige ruimte voor opslag
plaats der vuilnisbakken, voor machinekamer, inrichting voor
het granuleeren en sorteeren der slakken enz. ontworpen en
blijkt 't, dat het wel gewenscht is aan de voorzijde van het
ontworpen gebouw, zijnde aan de Langegracht, eenige meerdere
ruimte beschikbaar te hebben, dan aanvankelijk werd aan
genomen.
in verband daarmede zijn onderhandelingen gevoerd over
den aankoop van het op de in de Leeskamer ter inzage
liggende situatieteekening aangegeven perceel Langegracht
126, kad. bekend Sectie B no. 602.
De eigenaar J. de Kort is bereid het perceel groot30 M2.,
aan de gemeente te verkoopen voor de som van f 2000.
Wij geven U mitsdien in overweging:
a. te besluiten tot den aankoop van het perceel Lange
gracht no. 126, kad. bekend onder Sectie B no. 602, voor de
som van f 2000;
b. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over-
gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip
van de kosten van overdracht f 2082.50.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.