DONDERDAG 22 FEBRUARI 1912. 31 wedde van 3000, meen ik, dat dit ons bij een eventueele vacature ook wel weder zal gelukken, In het aannemen van de lagere grens zie ik geen bezwaar, omdat de Raad, als wij piet slagen met een salaris van 3000, een hooger traktement zal kunnen geven. De heer Korevaar. M. d. V. De heer Hoogenboom wijst op den tegenwoordigen titularis, maar diens traktement hebben wij al heel spoedig na zijne indiensttreding moeten verhoogen tot 3500. Anders was hij weer heengegaan. Deze omstan digheid pleit dunkt mij voor ons voorstel en niet er tegen. De heer Hoogenboom verkrijgt voor de derde maal het woord en zegt: M. d. V. Zeer zeker hebben wij spoedig het traktement van den Adjunct-Directeur verhoogd, maar toen heb ik er mij ook tegen verzet. Nu zegt men wel, dat wij dien ambtenaar anders waren kwijtgeraakt, maar zóó opge schept liggen de betrekkingen niet, dat men zoo bevreesd behoeft te zijn voor vertrek van dezen ambtenaar. Ik zou daarom de benedengrens van dit traktement willen stellen op 3000. De heer Fokker. M. d. V. De argumenten van den Wet houder schijnen mij toe weinig hout te snijden, ja, zij moeten er m. i. den Raad toe brengen mijn voorstel aan te nemen. De Wethouder heeft gezegd, dat de gemeente Alkemade bij ons zal komen en dat er nog andere dingen zullen gebeuren maar dat is een ariticipeeren op beslissingen van den Raad, waaraan ik liever niet mede doe. Mochten al die uitzichten verwezenlijkt worden en de werkzaamheden van dien amb tenaar toenemendan kan men altijd nog voorstellen het traktement te verhoogen. De heer Korevaar. M. d. V. Mag ik even doen opmerken dat ik niet vooruitgeloopen heb op hetgeen de Raad nog be sluiten moet; maar wie het verslag der fabrieken inziet en de grafische voorstelling van den loop van het bedrijf raad pleegt, zal getroffen worden door de vermeerdering van den omzet. Die uitbreiding vindt de Raad natuurlijk aangenaam en naar mijne overtuiging zal zij aanhouden, want er is niet het minste teeken van verflauwing of aarzeling in die toene ming te bespeuren. De heer Sijtsma. M. d. V. Met den heer Fokker ben ik van meening, dat wij geen hoogere grens behoeven aan te nemen en met den heer Hoogenboom acht ik een aanvangs- traktement van 3000 voldoende. Is er een superieur man, dien wij gaarne houden, dan kunnen wij dat doel bereiken door hem eene persoonlijke toelage te geven, zooals wij den tegenwoordigen titularis gegeven hebben. Wil men een ambte naar laten gaandan geven wij die toelage nietmaar wij moeten in elk bijzonder geval het traktement kunnen vast stellen. En daarom komt het mij verstandig voor, om deze grenzen niet hooger te stellen, dan zij nu zijn. De heer Aalberse. M. d. V. Wat de heer Hoogenboom zou willen, dat nl. het minimum van 3500 tot ƒ3000 werd verlaagd, dat is een zaak van weinig belang, want de tegen woordige Adjunct-Directeur heeft nu al meer. Wij verdienen er dus voor 'toogenblik niets mede, wanneer wij aan den wensch van den heer Hoogenboom voldoen. Maar ook in de toekomst niet. Ik ben toch overtuigd, dat wanneer de tegenwoordige titularis in een andere groote gemeente, een groot avancement zou kunnen maken en hij ons daarom zou verlaten, ten gevolge waar van wij dan een nieuwe oproeping zouden moeten doen voor een nieuwen titularis, speciaal belast met de leiding van het electrisch bedrijf, er dan geen quaestie van zal zijn, dat men, gegeven de uitbreiding van het bedrijf, zal krijgen een behoorlijke kracht, die op één lijn kan worderr gesteld met dengeen, die wij hebben gehad, wanneer wij het aan vangssalaris stellen op 3000. Men moet niet vergeten, dat de gemeente ook te concur- reeren heeft met de particuliere centralen, waarbij de voor- deelen in vergelijking met de gemeentelijke centralen niet gering zijn. L)e gemeentelijke bedrijven maken in den regel deze fout, dat zij aan de leiders van een bedrijf te laag salaris geven, in vergelijking met de winsten, die dezelfde leiders kunnen maken bij een particulier bedrijf, omdat men daar behalve een vast salaris, dat dan vaak reeds hooger is dan bij de gemeenten, ook nog, wanneer het bedrijf' goed gaat, tantièmes geeft; zoodat het veel voordeeliger is in een particulier bedrijf werkzaam te zijn dan bij de gemeente. Wil de Raad het minimum varr 3500 op 3000 brengen, het zal mij absoluut koud laten. Maar de Raad moet niet dertken, dat hij daardoor 500 voor de gemeente heeft ver diend. Wij zijn toch overtuigd, dat wanneer wij een oproeping zouden moeten plaatsen voor een nieuwen titularis, wij toch weder het minimum zullen moeten verhoogen en dus weder de verordening zullen moeten wijzigen. Wanneer wij in de oproeping zetten, dat het minimum salaris is van 3000 tot 3500, dan zal het op iedereen toch den indruk maken, dat het aanvangssalaris is 3000. En dan kunnen wij wel achteraf tot den sollicitant zeggenals u dit te laag is, vraag dan maar wat meer, en dat is eigenlijk toch niet netjes tegenover den Raad, of wij houden onzen mond en dan ben ik overtuigd, dat verschillende personen niet zullen solliciteeren, omdat zij elders meer traktement of avancement hebben. Waar wij nu toch de verordening wijzigen, geloof ik daarom, dat het ver standiger is, ook het salaris zoo te regelen, als het in de toekomst zal moeten zijn. De heer Korevaar. M. d. V. Ik wil alleen nog opmerken, dat ik mij wel kan vereenigen met het denkbeeld om het cijfer van 3500 te brengen op 3000. De Voorzitter. De redactie zal dus nu luiden: »De jaar wedde van den Adjunct-Directeur wordt binnen de grenzen van 3000 tot 4500 door den Gemeenteraad vastgesteld." Het amendement van den heer Fokker wordt in stemming gebracht en met 18 tegen 8 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heerenvan Tol, Corts, Driessen, Korff, Bosch, A. Mulder, Briët, Vergouwen, van der Eist, Pera, de Boer, Aalberse, Botermans, Korevaar, Bots, van der Lip, Reimeringer en Fischer. Vóór stemmen de heeren: Zwiers, P. J. Mulder, Carpentier Alting, Fokker, van Gruting, Hoogenboom, Sijtsma en Kruimel. Het gewijzigd art. 4 wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De verordening a in haar geheel wordt aangenomen zonder- hoofdelijke stemming. De verordening b wordt in haar geheel zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIII. Voorstel: a. tot wijziging van de verordening van 6 Juni 1907 (Gem.Blad no. 10), houdende Instructie voor den Hoofdboekhouder dei- Stedelijke fabrieken voor Gas- en Electriciteit te Leiden; b. tot opnieuw vaststelling der gewijzigde verordening. (Zie Ing. St. no. 38). Over dit voorstel worden geen algemeene beschouwingen gehouden. De artt. 1 tot en met 3 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 4 luidende: »Achter art. 14 wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende „De jaarwedde van den Hoofdboekhouder wordt binnen de grenzen van 25U0 tot 3000 door den Gemeenteraad vast gesteld." De heer Fokker M. de V. Ik stel voor in dit artikel in plaats van »/2500.tot 3000.'te lezen »/2000. tot ƒ2500.—" Het amendement wordt voldoende ondersteund en komt der halve in behandeling. De heer Fokker. M. d. V. Er schijnt blijkens de onder steuning weinig sympathie te bestaan voor dit amendement, maar toch meen ik, dat er wel iets voor mijn voorstel te zeggen is. Ik acht de belooning, die hier wordt voorgesteld voor den Hoofdboekhouder in verband met de personeele toelage, exorbitant hoog voor de betrekking, die het hier geldt. Als ik naga, dat een rector van het Gymnasium slechts ƒ100. meer verdient dan de Hoofdboekhouder nu zal krijgen, dat alle leeraren van Gymnasium en Hoogere Burgerschool beneden diens traktement blijven, dat de hoofden van dienst ten Raad- huize zelfs ver beneden diens traktement blijven, datde Directeur van het Slachthuis slechts ƒ3000.traktement met vrije woning heeft, dus maar weinig meer dan de Hoofdboekhouder zal ontvangen, dan zou ik meenen, dat het verband tusschen de traktementen der verschillende hoofdambtenaren in deze gemeente door dit voorstel op bedenkelijke wijze wordt ver broken. In vergelijking met de traktementen voor deze soort van werkzaamheden toegekend, kan het traktement, dat nu hier wordt gegeven, alleszins voldoende worden geacht. Nu zal er wellicht worden aangevoerd, dat het een betrek king is die veel financieele verantwoordelijkheid met zich brengt, maar dan wijs ik er toch op, dat slechts een borgtocht wordt gevorderd van 10,000.Dat bedrag is niet zoo hoog, dat men daaruit die groote financieele verantwoordelijkheid kan afleiden, waardoor het traktement dat nu wordt voorgesteld zou worden gewettigd. De heer Korevaar. Ik kan ten opzichte van deze zaak heel kort zijn. De vergelijking door den heer Fokker gemaakt tusschen dezen titularis en een Rector van een Gymnasium of een Directeur van een Hoogere Burgerschool, gaat mank. Deze laatste personen hebben zeer weinig financieele verant-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 9