32 DONDERDAG 22 FEBRUARI 1912. woordelijkheid, terwijl door de handen van den boekhouder aan de gasfabriek in het laatste jaar is gegaan een bedrag van f 990000. Dat is heel wat anders. Zoo iemand moet goed worden betaald. Toen hier in Leiden een boekhouder van een groote bankinstelling zich aan het geld van de bank had vergrepen, werd door den President van de Rechtbank de vraag gedaan of het bestuur van de bank geheel vrij te pleiten was van schuld aan die onregelmatigheid, wanneer men het genoten salaris vergeleek met de bedragen van verantwoor delijkheid dat moet voor ons een waarschuwing zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Fokker wordt in stemming gebracht en met 49 tegen 7 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren Van Tol,Corts, Driessen, Korff, Zwiers, Bosch, A. Mulder, Vergouwen, van der Eist, Pera, de Boer, van Gruting, Aalberse, Botermans, Korevaar, Bots, van der LipReimeringer en Fischer. Vóór stemmen de heeren: P. J. Mulder, Briët, Carperrtier Alting, Fokker, Hoogenboom, Sijtsma en Kruimel. Artikel 4 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De verordening a in haar geheel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Verordening b wordt in haar geheel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. (De heer Vergouwen verlaat de vergadering.) XIV. Voorstel tot nadere regeling van de jaarwedden van den Directeur en den Hoofdboekhouder der Stedelijke Fa brieken van Gas en Electriciteit. (Zie Ing St. n°. 39). De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben van meening, en ik heb op een andere plaats ook wel eens de gelegenheid gehad dit te demonstreerendat wij een uitnemenden Directeur aan onze lichtfabrieken hebben. Zoo iemand moeten wij op prijs stellen en wij moeten dat toonen door hem een goed salaris te geven. Ik ben er dan ook niet tegen het salaris, van dien Directeur te verhoogen tot f 6000, maar ik wil liever tegen over een eventueelen opvolger vrij staan. Beter zou ik het daarom vinden het traktement te houden op 5000 en den tegenwoordigen Directeur eene personeele toelage te geven van f 1000. De Voorzitter, Bij de nieuwe verordening is opzettelijk het traktement bepaald op 50006000. Al geven wij dus aan den tegenwoordigen titularis 6000, wij kunnen een opvolgend Directeur zeer goed 5000 toekennen. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel sub a zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het voorstel sub b wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het geh'eele voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XV. Adressen van de afdeeling Leiden van de R. K. Kleer- makersvereeniging »St. Gerardus Majella", de Kamer van Arbeid voor de Textiel Nijverheid en de Vereeniging van be zoldigde agenten van politie »Door Eendracht Saamgebracht", in zake de levering van politiekleeding en wat daarmede in verband staat. (Zie ing. St. no. 40). De heer Pera. M. d. V. Ik kan met eene korte opmerking volstaan en wil beginnen met een woord van dank aan Bur gemeester en Wethouders voor de wijze, waarop zij deze adressen hebben behandeld en allereerst daarvoor, dat zij eene proef willen nemen met, aanbesteding al is het dan slechts voor één jaar. Liever had ik de proef gedurende twee of drie jaren zien genomen, maar wat niet is kan komen. Waar het werk gedurende 30 jaren is verricht door denzelfden leve rancier en wij dus min of meer met een ingeroesten toestand te doen hebben, zal misschien een éénjarige proef ons nog geen voldoende ervaring op dit gebied bijbrengen. De primi tieve toestand, die nu al sedert 30 jaren bestaat, is mij op gevallen. Op pag. 19 onderaan wordt door Burgemeester en Wethouders gezegd: »en worden door ons College de leve ranciers van kleeding en schoeisel aangewezen en tevens be paald voor welke prijzen deze moeten worden geleverd of hersteld." Burgemeester en Wethouders geven dus de prijzen op, het geen wel wat in strijd is met hetgeen later wordt gezegd, dat gedurende 30 jaar de prijzen door den leverancier niet zijn verhoogd. Daaruit zou men moeten afleiden, dat de leve rancier in ieder geval iets te zeggen had over de prijzen, die betaald moeten worden. Het is echter wel noodig, dat er nu eens op gewezen wordt, dat waar die toestand nu al 30 jaar bestaat, en de toestanden, gelijk Burgemeester en Wethou ders zelf opmerken, veel veranderd zijn, er nu ook in dit opzicht eenige wijziging behoort plaats te hebben, speciaal met het oog op de werkloone», die worden uitbetaald. En al zou het gevolg 2ijn, dat wij iets meer moesten betalen, dan zou ons dit toch niet mogen terughouden in dit opzicht den nieuwen weg op te gaan. Ik zal nu niet in bijzonderheden treden, maar ik heb mij inlichtingen doen verstrekken door een persoon met deze zaken bekend. Ik heb hem gevraagd wat de prijzen zullen moeten zijn in vergelijking met de kosten van maakloon. Wat de tegenwoordige kleeding aangaat, wordt aanmerking gemaakt op het model en de afwerking en vooral op de voering, die in verschillende kleedingstukken wordt gebruikt. Ik ben zoo vrij dit op te merken, opdat Bur gemeester en Wethouders later daarvan notitie kunnen nemen. Er zou dan voor de kleeding iets meer moeten worden betaald, mij is een bedrag opgegeven van f 18.maar daartegen over staat, dat men dan belangrijk minder aan reparatiekosten zou hebben te betalen. Bovendien wordt thans voor enkele artikelen werkelijk te veel betaald. Ik ben bereid dit met de stukken te bewijzen, wanneer dit door Burgemeester en Wethouders mocht worden ver langd, die zich zeker van een en ander op de hoogte zullen stellen. Om de politie op de beste en "goedkoopste wijze te kleeden is het noodig, dat deze zaak eens goed worde aangepakt. Nu- zeggen Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van het ingekomen adres van de Kamer van Arbeid voor de Textiel Nijverheid, dat daarin een zekere tegenstrijdigheid heerscht; aan den eenen kant wordt gesproken van aanbe steding, aan den anderen kant om den agenten vrijheid te geven sommige artikelen zelf aan te schaffen, waar zij deze het voordeeligst kunnen bekomen. .VId. V. Men moet hier wel onderscheiden tusschen de kleeding, die afzonderlijk moet worden gemaakt, zooals jassen en broeken, en de artikelen, die ook in den handel verkrijg baar zijn en waarvan de prijzen dus meer afhankelijk zijn van concurrentie. Zoo zijn er artikelen, die bij den gewonen leverancier f 0.55 en in den handel f 0.25 a f 0.30 kosten. Een artikel van anderen aard kost bij den aangewezen leverancier f 3 en is nog van slechte kwaliteit, terwijl het in de Breestraat voor f 1.75 te krijgen is. Zoo zijn de prijzen van een derde artikel respectievelijk f 6 en f 3.75, in beide gevallen van dezelfde fabriek afkomstig. Ik ben bereid M. d. V. alles bij name te noemen, doch doe het liever niet in een openbare zitting. De reparatie wordt gezegd goed betaald te worden, doch slordig afgeleverd. Zekere reparatie kost f 0.25 bij den lever ancier. De grondstof kost in een winkel hoogstens 3 cents; een uitnemend werkman rekent aan arbeidsloon voor dat werkje f 0,10, welk bedrag volgens zijn zeggen stellig lager kan worden, als hij aan dat werk gewoon is geraakt. De geheele reparatie kostte dus feitelijk f 0.13, terwijl f 0.25 betaald wordt. Er valt dus op dit gebied wel wat te doen. Zoo het mogelijk is, en ik meen dat deze mogelijkheid wel bestaat, zou ik aan de agenten wel de vrijheid willen gegeven zien sommige artikelen te koopen, waar zij willen. Controle op degelijkheid is wel te houden, want wij moeten geen minderwaardig goed krijgen. Het verschil loopt hier niet over het artikel, maar wel over de plaats van inkoop. Het is alleen eene kwestie van de prijzen, die betaald moeten worden voor dezelfde artikelen in ver schillende winkels. Ik blijf dus ook deze zaak in de welwillendheid van Bur gemeester en Wethouders ten zeerste aanbevelen. De Voorzitter. Ik dank den heer Pera namens Burgemeester en Wethouders zeer voor zijne waardeerende woorden. Natuur lijk is het onze bedoeling geweest om de belangen èn van de gemeente èn van de politieagenten zoo veel mogelijk te be hartigen. Wij hebben steeds getracht de belangen van de manschappen te behartigen door hen op de beste en goed koopste wijze te doen kleeden. De quaestie is nu echter, of ons dit wel zal gelukken bij een aanbesteding. Een aanbeste ding zou wel eens niet kunnen medevallen en dan zouden de manschappen derhalve minder op hun kleedgeld overhouden. Nu kan ik niet goed begrijpen, dat u weder teruggekomen zijt op het denkbeeld om in de winkels te gaan koopen, dat zou tot allerlei moeilijkheden aanleiding geven. De heer Pera heeft verschillende artikelen genoemd, die in de winkels minder in prijs zouden zijn. Hij noemde o.a. een artikel, dat nu aan de agenten kost 55 cent en dat voor 30 cent te krijgen zou zijn. Dat kunnen niet anders dan handschoenen zijn. Nu begrijp ik, dat men voor een paar handschoenen èn 55 èn ook 30 cent kan betalen, maar dan zal het verschil in prijs ook wel in verschil in qualiteit zitten. En waar nu de agenten gelijk gekleed moeten zijn, een uniform moeten dragen, daar gaat het toch m. i. niet aan, dat de eene agent met handschoenen van veel minder qualiteit zou loopen dan een ander. Het model moet bovendien toch ook hetzelfde zijn. En wat het artikel aangaat, dat nu 6.kost, maar dat geleverd kan worden voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 10