31 Art. 61. Het is verboden op den openbaren weg deel te nemen aan eenig spel met kaarten, dobbelsteenen of geldstukken. Art. 62. Het is aan vrouwen verboden a) zoowel op de stoepen of in de deuren van tapperijen, bierhuizen of andere voor het publiek toegankelijke huizen, waar men gelagen zet, als binnen die inrichtingen, door eenigerlei handeling of vertooning opzettelijk de aandacht der voorbijgangers tot zich te trekken b) op den openbaren weg, vóór of in de nabijheid der onder a genoemde inrichtingen, met het kenlijk doel de aandacht der voorbijgangers te trekken, stil te staan of zich aldaar heen en weer te bewegen, nadat haar door een dienaar van politie gelast is zich te verwijderen. Art. 63. Het is verboden op den openbaren weg of van den open baren weg zichtbaar, dieren te dooden, te slachten, af te hakken, te villen of schoon te maken. Art. 64. 'Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van Burge meester en Wethouders op of aan den openbaren weg a) vogelnesten te verstoren; b) op eenigerlei wijze te trachten vogels te vangen. Strafbepaling. Art. 65. Overtreding van de artikelen 8 litt. c, 13 tweede lid en 38 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste één guldendie van de artikelen 8 litt. a en b12, 18 litt. b, 19, 27, 28, 29 litt. a, b en c, 31 litt. a, 34,40, 41, 42, 44, 54 litt. a en b, 55, 57, 58 litt. a en b59 en 64 litt. a en 6, met eene geld boete van ten hoogste drie guldendie van de artikelen 2, litt. a en b4, 7, 9, 10 litt. a, b en c, 11, 13 eerste lid, 16 litt. b en c, 17 tweede lid, 18 litt. a, 20, 21, 22 litt. a24, 25 litt. a, b, c, d, f en g26 litt. a en b, 30 litt, a en 31 litt. b en c, 32 litt. a en b39 litt. a en 6,43 litt. b, 46, 47,50, 52, 56 litt. 6, 60 en 61 met eene geldboete van ten hoogste vijf guldendie van de artikelen 14 litt. b15 eerste lid, 16 litt. a, 22 litt. b, 25 litt. e, 33 litt. b35, 36, 37, 56 litt. a en 63 met eene geldboete van ten hoogste tien guldendie van de artikelen 3 litt. a en b, 5, 6, 14 litt. a, 17 eerste lid, 33 litt. a, 43 litt. a, 45, 48 en 62 litt. aenb, met eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig guldendie van artikel 23 eerste gedeelte, met hechtenis van ten hoogste drie dagen of eene geldboete van ten hoogste tien guldenen die van de artikelen 23 tweede gedeelte, 49, 51 litt. a, b en c en 53 met hechtenis van ten hoogste zes dagen of eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Overtreding van de artikelen 9 eerste lid, 27 litt. a en b, 43 litt. a en b51, 52 en 61 kan bovendien gestraft worden met verbeurdverklaring van de voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, voor zoover zij den veroordeelde toebehooren. Slotbepalingen. Art. 66. De macht, die bij deze verordening bevoegd verklaard is vergunning te verleenen tot het verrichten van in het alge meen verboden handelingen, mag aan hare vergunning voor waarden verbinden. Handelen zonder inachtneming van of in strijd met de gestelde voorwaarden wordt gelijkgesteld met handelen zon der vergunning en doet, onverminderd de daarop gestelde straf, de vergunning zelve vervallen. Alle vergunningen, krachtens deze verordening verleend, kunnen ten allen tijde worden ingetrokken. Art. 67. Hij die eene handeling verricht op grond van eene der ver gunningen, in deze verordening vermeld, is verplicht die vergunning op de eerste aanvrage aan de beambten, met het opsporen van overtredingen van bepalingen [dezer verordening belast, te vertoonen. Overtreding van dit gebod wordt gestraft met eene geld boete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 35 oud (gedeelt.). Het is verboden op den openbaren weg deel te nemen aan het pinkelspel, het voetbalspel of] aan eenig spel met kaarten, dobbelsteenen of geldstukken, tenzij de Burgemeester tot het houden van dat spel verlof hebbe gegeven. Art. 29bis oud. Art. 14 oud. Het is verboden op den openbaren weg of op plaatsen, die van den openbaren weg zichtbaar zijn, dieren te dooden, te slachten, af te hakken, te villen of schoon te maken. Art. 33 litt. c oud. Art. 63 oud. Art. 117 oud. Niemand zal van eene vergunning, krachtens deze ver ordening verleend, gebruik mogen maken, dan met na koming van de daaraan verbonden voorwaarden en bepa lingen. Het niet-nakomen van die voorwaarden en bepalingen doet de vergunning, onverminderd de strafbepalingen van de artikelen 63, 86 en 116, alle kracht verliezen. Art. 118 oud. Alle vergunningen, krachtens deze verordening verleend, kunnen ten allen tijde worden ingetrokken. Art. 119 oud. Al wie een der vergunningen, in deze verordening vermeld, heeft bekomen, is verplicht deze op de eerste aanvrage aan de beambten, bij art. 121 met het opsporen dezer overtredingen van de bepalingen der verordening belast, te vertoonen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 9