29 Art. 37. Houders of eigenaars van honden zijn verplicht voldoende zorg te dragen, dat deze niet tusschen 11 uur des avonds en 6 uur des morgens zonder toezicht op den openbaren weg loopen. Art. 38. Het is verboden zich tegen het goedvinden van den bewoner van eenig huis op de daarvoor gelegen stoep te blijven ophouden. Art. 39. Het is verboden: atenzij met toestemming van den gebruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder, eenig stuk aan te plakken op eigendommen van bijzondere personen b) tenzij daartoe bevoegd, de niet in strijd met wet of ver ordening aldaar aangeplakte stukken af te scheuren, onleesbaar te maken of te beschadigen. Art. 40. Het is verboden op of aan den openbaren weg personen uit te schelden of na te schreeuwen. Art. 41. Het is verboden op of over den openbaren weg te werpen met steenen of andere harde voorwerpen, met vuil of met sneeuwballen. Art. 42. Het is verboden de straat te besproeien, terwijl menschen, rij- of trekdieren voorbijgaan. Art. 43. Het is verboden: aop of aan den openbaren weg pauweveeren of dergelijke voorwerpen te koop aan te bieden, te verkoopen, af te leveren of uit te deelen; bpersonen, die zich op of aan den openbaren weg bevinden, met pauweveeren of dergelijke voorwerpen aan te raken, of op eenige andere wijze te hinderen. Art. 44. Het is aan anderen dan de door de spoor- of tramwegmaat schappijen aangestelde bestellers verboden, tenzij met schrifte lijke vergunning van den Burgemeester, als besteller, wegwijzerof pakjesdrager op den openbaren weg post te vatten of op eenigerlei wijze zijne diensten als zoodanig aan te bieden. De toegelaten bestellers, wegwijzers of pakjesdragers moeten eene metalen plaat, waarop hun volgnummer, door den Com missaris van Politie aan te geven, is vermeld, zichtbaar dragen op de borst, gedurende den tijd, dat zij op den openbaren weg op post staan of op eenigerlei wijze hunne diensten aan bieden of verleenen. Zij mogen geen hooger loon vorderen dan vermeld is in een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tarief, waarvan zij steeds een gedrukt exemplaar bij zich moeten hebben, dat zij op de eerste aanvraag van de politie of van dengene, wien zij hunne diensten aanbieden, moeten vertoonen. Art. 45. Onverminderd het bij art. 13 der wet van 28 Juni 1854 (Stbl. No. 100) omtrent openbare inzameling van gelden ten behoeve van instellingen van weldadigheid, en het bij het Koninklijk Besluit van 22 September 1823 (Stbl. No. 41) omtrent het doen van collecten tot leniging van rampen en ongelukken, bepaalde, is het houden van collecten of inzamelingen aan de huizen zonder schriftelijke vergunning van den Burgemeester verboden. Art. 46 De gebruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een gebouw, muur, hek of schutting is verplicht het aanhechten van bordjes of lantarens op last van Burgemeester en Wet houders te gedoogen. Art. 47. Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders, eenig stuk aan te plakken op de aanplakborden der gemeente, op gemeentegebouwen of op andere gemeente-eigendommen. Art. 51 oud. Art. 40 oud. Art. 27 litt. b en c, oud. Het is verboden: a b) zonder toestemming van den gebruiker, eigenaar, vrucht gebruiker of beheerder (eenig stuk) op bijzondere eigendommen aan te plakken c) zonder daartoe bevoegd té zijn de niet in strijd met wet of verordening aangeplakte stukken af te scheuren, onleesbaar te maken of te beschadigen. Art. 31 oud. Art. 30 oud. Art. 22 litt. boud (gedeelt.). Het is verboden: b) de straat te besproeien [bij vriezend weer of] terwijl menschen, rij- of trekdieren voorbijgaan. Art. 28a oud. iHet is verboden op of aan den openbaren weg pauwe veeren of dergelijke voorwerpen te koop aan te bieden, te verkoopen, af te leveren of uit te deelen. Art. 28b oud. Het is verboden personen, die zich op of aan den open baren weg bevinden, met pauweveeren of dergelijke voor werpen aan te raken. Art. 41 oud. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van den Burgemeester als besteller, wegwijzer of pakjesdrager op den openbaren weg post te vatten of op eenigerlei wijze zijne diensten aan te bieden. Dit verbod is niet van toepassing op de door de spoorweg maatschappijen aangestelde bestellers. De vergunning is slechts gedurende één jaar geldig en wordt overigens tot wederopzeggens verleend. Art. 41 Ms oud. De bestellers, wegwijzers of pakjesdragers, in het eerste lid van artikel 41 genoemd, moeten een metalen plaat, waarop hun volgnummer, door den Commissaris van Politie aan te geven, is vermeld, zichtbaar dragen op de borst, gedurende den tijd, dat zij op den openbaren weg post vatten of op eenigerlei wijze hunne diensten aanbieden of verleenen. Zij mogen geen hooger loon vorderen, dan vermeld is in een door Burgemeester eri Wethouders vast te stellen tarief, waarvan zij steeds een gedrukt exemplaar bij zich moeten hebben, dat zij op de eerste aanvraag van de politie of van dengene, wien zij hunne diensten aanbieden, moeten ver toonen. Art. 60 oud. Onverminderd hetgeen bij art. 13 der Wet van 28 Juni 1854 (Stbl. N°. 100) omtrent collecten voor instellingen van weldadigheid en bij Kon. Besl. van 22 Sept. 1823 (Stbl. N°. 41) omtrent inzamelingen tot leniging van rampen en ongelukken is bepaald, is het houden van collecten of inzamelingen aan de huizen zonder schriftelijke vergunning van den Burgemeester verboden. Art. 25 oud. Art. 27 litt. a oud. Het is verboden azonder vergunning van Burgemeester en Wethouders eenig stuk aan te plakken op de aanplakborden der gemeente of op gemeentegebouwen. L

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 7