27
Art. 20.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van Bur
gemeester en Wethouders, den openbaren weg tot werkplaats
te bezigen.
Art. 21.
Onverminderd het bij art. 30, eerste lid, sub b bepaalde, is
men verplicht, wanneer maatregelen van sneeuwopruiming
te eeniger plaatse op den openbaren weg tot verkeersbelem-
mering aanleiding geven of dreigen te geven, zich dienaan
gaande te onderwerpen aan de bevelen der dienaren van politie.
Art. 22.
Het is, behalve op de door den Gemeenteraad aangewezen
marktplaatsen en daar nog slechts op de voor de markt be
stemde tijden, verboden, tenzij met schriftelijke vergunning
van Burgemeester en Wethouders:
a) met een tafel, kraam, wagen of ander voorwerp op den
openbaren weg eene standplaats in te nemen of op andere
wijze koopwaren uit te stallen
bvee op den openbaren weg te plaatsen.
Art. 23.
Het is verboden deel te nemen aan een over den openba
ren weg gehouden optocht, tenzij deze plaats heeft krachtens
schriftelijke vergunning van den Burgemeester, onverminderd
de bijzondere aansprakelijkheid van hen, die dien optocht
georganiseerd hebben.
Art. 24.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van Bur
gemeester en Wethouders, niet-uitvliegend pluimgedierte op den
openbaren weg te laten loopen.
Art. 25.
Het is verboden:
apaarden, ezels, muilezels of muildieren op den openbaren
weg los te laten loopen
brunderen, schapen, varkens, bokken of geiten op den
openbaren weg los te laten loopen of te drijven zonder vol
doend toezicht.
Bij het drijven van runderen wordt het toezicht alleen dan
voldoende geacht, wanneer zich voor één of twee runderen
één drijver, voor drie tot zes runderen twee drijvers, voor
zes tot vijftien runderen drie drijvers en voor elk tiental of
gedeelte ervan daarboven, telkens één drijver meer bij de
drift bevindt, en voorts bij driften van meer dan twee run
deren één der drijvers vóór de drift uitgaat;
c) op den openbaren weg twee of meer paarden anders
dan behoorlijk aan elkander vastgebonden, aan de hand te leiden;
drunderen op den openbaren weg anders dan stapvoets
te drijven of noodeloos op te jagen;
e) stieren of ook ander vee, wanneer dit blijken van woest
heid geeft, over den openbaren weg te leiden anders dan
van kniebanden voorzien en door een geschikten geleider aan
een behoorlijk touw of eene ketting vastgehouden;
f) runderen, paarden, ezels, muilezels, muildieren, schapen,
varkens, bokken of geiten over de Karnemelksbrug en door
het Gangetje en buiten noodzaak over de voor voetgangers
bestemde klinkerstraten of over trottoirs of stoepen te drijven
of te leiden;
g) op dagen, waarop veemarkt gehouden wordt, runderen
(met uitzondering van graskalveren) langs de Steenstraat,
de Rijnsburgerbrug, den Stationsweg en het Stationsplein van
de markt in de richting naar het station van den Hollandschen
IJzeren Spoorweg te leiden anders dan op deze wijze, dat elk
dier afzonderlijk wordt vastgehouden aan een stevig touw, aan
den kop bevestigd, en anders dan in dier voege, dat voor ten
hoogste drie runderen telkens één geleider aanwezig is.
Art. 26.
Onverminderd het bij het vorig artikel bepaalde, is het verboden:
aaan anderen dan manspersonen, die den leeftijd van
zestien jaar bereikt hebben, over den openbaren weg runderen
of paarden te drijven of te leiden;
b) aan eigenaars en beheerders van runderen of paar
den, toe te laten, dat anderen dan de sub a) bedoelde
personen deze dieren over den openbaren weg drijven of
leiden.
Art. 27.
Het is verboden op den openbaren weg:
a) deel te nemen aan pinkel-, voetbal- en andere dergelijke
spelen
V) vliegers op te laten op andere plaatsen dan door Burge
meester en Wethouders daartoe zijn aangewezen.
Art. 3 oud.
Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van het
daartoe bevoegd gezag den openbaren weg tot Werkplaats te
bezigen.
Art. 21 oud.
Behoudens het bepaalde bij het 2e lid van art. 23, is het
verboden sneeuw of ijs van den openbaren weg, behalve van
de stoepen, weg te ruimen of daarop bijeen te brengen
vóórdat de in het vorige artikel vermelde aanzegging vanwege
Burgemeester en Wethouders is ontvangen.
Art. 4 oud.
Het is, behalve op de door het bevoegd gezag aangewezen
markten, op de voor de markt bestemde tijden verboden
zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wet
houders met een tafel, kraam, wagen of ander voorwerp op
den openbaren weg een standplaats in te nemen of eene
andere, dan bij die vergunning is aangewezen.
Art. 43 oud.
Het is verboden vee op den openbaren weg te plaatsen
elders, dan waar dit door het bevoegd gezag is toegestaan.
!Art. 56 oud.
Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van den Bur
gemeester over den openbaren weg optochten te doen houden.
Art. 57 oud.
Het is verboden deel te nemen aan een zonder schrifte
lijke vergunning van den Burgemeester over den openbaren
weg gehouden optocht.
Art. 49 oud.
Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van Burge
meester en Wethouders niet-uitvliegend pluimgedierte op den
openbaren weg te laten loopen.
Art. 44 oud.
Het is verboden stieren en ook ander vee, wanneer dit
blijken van woestheid geeft, over den openbaren weg te
vervoeren, anders dan van kniebanden voorzien en door een
geschikten geleider aan een behoorlijk touw of een ketting
vastgehouden.
Art. 45 oud (gedeelt.).
Het is verboden, runderen, paarden, ezels, muilezels,
muildieren, schapen, varkens, bokken of geiten:
aop den openbaren weg los te laten loopen
c)over de Karnemelksbrug en door het Gangetje en
buiten noodzaak over de voor voetgangers bestemde klinker
straten of de troittoirs te drijven of te leiden.
Het verbod sub a geldt niet ten aanzien van runderen,
schapen, varkens, bokken en geiten, wanneer voor voldoend
toezicht wordt zorg gedragen.
Bij het drijven van runderen is het toezicht alléén dan
voldoende, wanneer zich voor één of twee runderen één
drijver, voor drie tot zes runderen twee drijvers, voor zes
tot vijftien runderen drie drijvers en voor ieder tiental of
gedeelte ervan daarboven, telkens één drijver meer bij de
J drift bevinden.
De drijvers moeten zijn van het mannelijk geslacht en
den leeftijd van 16 jaren hebben bereikt, terwijl bij driften
van meer dan twee runderen één der drijvers vóór de drift
moet uitgaan.
De geleiders van runderen moeten eveneens zijn van het
mannelijk geslacht en den leeftijd van 46 jaren hebben bereikt.
Het is echter verboden op dagen, waarop veemarkt wordt
gehouden, runderen, met uitzondering van graskalveren, langs
de Steenstraat, den Stationsweg, de tusschengelegen vaste
brug (Rijnsburgerbrug) en het Stationsplein van den Hol
landschen IJzeren Spoorweg van de markt in de richting
van het station van dien spoorweg anders loopende te ver
voeren, dan geleid door manspersonen, den leeftijd van 16
I jaren bereikt hebbende, ieder dier afzonderlijk vastgehouden
aan een stevig touw aan den kop bevestigd, terwijl hoogstens
drie runderen door één persoon geleid mogen worden.
Art. 46 oud.
Het is verboden runderen op den openbaren weg anders
dan stapvoets te drijven of noodeloos op te jagen.
Art. 48 oud.
Het is verboden op den openbaren weg twee of meer
paarden anders dan behoorlijk aan elkander vastgebonden
aan de hand te leiden.
IArt. 35 oud (gedeelt.).
Het is verboden op den openbaren weg deel te nemen
aan het pinkelspel, het voetbalspel [of aan eenig spel met
kaartendobbelsteenen of geldstukken], tenzij de Burgemeester
tot het houden van dat spel verlof hebbe gegeven.
Art. 35bis oud.
Het is verboden op den openbaren weg elders vliegers op
te laten, dan op plaatsen, door Burgemeester en Wethouders
aangewezen.