40
Deze verplichtingen rusten mede:
a) op den havenmeester en den adjunct-havenmeester, de
havenrechercheurs en de brugwachters, voor zooveel betreft
de artikelen 18 litt. a en 19, alsmede artikel 30, voorzoover
dit de artikelen 18 litt. a en 19 toepasselijk verklaart;
b) op den marktmeester en den adjunct-marktmeester, voor
zooveel betreft de artikelen 5 litt. en 8;
c) op de plantsoenwachters, voor zooveel betreft de artikelen
4, 10, 21 litt. a, b en c, 23, 26, 27 en 31.
VERORDENING tot wijziging van de verordening van 11
November 1897 op de wateren in de gemeente Leiden
(Gemeenteblad No. 12), gewijzigd bij de verordening
van 23 October 1902 (Gemeenteblad No. 23).
Art. 1.
Achter artikel 22 van bovengenoemde verordening wordt
een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
»Art. 22 bis.
Het is verboden asch en vuilnis op andere wijze te vervoeren
dan in behoorlijk overdekte schuiten.
Niettemin mogen zij, die door de pachters van asch en
vuilnis daarmede belast of door het bevoegd gezag daartoe
aangewezen zijn, zich bedienen van niet-overdekte schuiten,
indien door hen zoodanige maatregelen genomen zijn, dat
verstuiving onmogelijk is."
Art. 2.
In art. 42 wordt achter het getal »22" ingevoegdy>22 bis
VERORDENING, regelende de verplichting der ingezetenen
in geval van verhuizing binnen de gemeente.
Art. 1.
Ieder hoofd van een gezin, hetwelk binnen de gemeente
verhuist, is verplicht binnen veertien dagen na die ver
huizing daarvan schriftelijk of mondeling aan het Gemeente
bestuur aangifte te doen ten bureele van het bevolkings
register.
Art. 2.
De in het vorig artikel omschreven verplichting rust mede
op iederen afzonderlijk levenden persoon, die bij anderen als
huurder of gebruiker van een gedeelte hunner woning inwoont.
Art. 3.
Overtreding van de artikelen 1 en 2 wordt gestraft met
eene geldboete van ten hoogste vijf gulden.
VERORDENING op het houden van varkens en het maken
van mestputten.
Art. 1.
Het is verboden een of meer varkens te houden, tenzij
met schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders.
Deze vergunning kan slechts verleend worden na verhoor of
behoorlijke oproeping van de buren en kan ten allen tijde
worden ingetrokken.
Art. 2.
De muren van de hokken, waarin varkens worden ge
houden, moeten van den vloer tot ten minste 0.35 Meter
daarboven worden gemaakt van waterdicht metselwerk.
De vloeren moeten van waterdicht metselwerk in hellende
richting worden gelegd. Voorts moeten de hokken zoo worden
ingericht dat de urine wordt opgevangen in een waterdichte
goot, uitloozende in een waterdichte kolk.
Hij die in de nabijheid van een gemeenen of niet gemeenen
scheidings- of grensmuur, of schutting, een varkenshok wil
maken, is verplicht een tusscheni uimte van 0.22 Meter te laten.
Art. 3.
De mest moet dagelijks uit de hokken worden weggeruimd.
Art. 4.
Het is verboden een mestput te maken aan of in straten,
stegen, grachten, pleinen, wegen en paden (alle met inbegrip
van stoepen), welke, zij het ook met eenige beperking, voor
een ieder toegankelijk zijn.
Art. 5.
Hij, die op andere plaatsen dan in het vorig artikel zijn
bedoeld, een mestput wil maken, is verplicht:
avan het voornemen daartoe vooraf schriftelijk aan Bur
gemeester en Wethouders kennis te geven;
b) de wanden en den vloer te vervaardigen van waterdicht
metselwerk of beton.
Van het sub b bepaalde kan buiten de bebouwde kom der
gemeente door Burgemeester en Wethouders ontheffing wor
den verleend.
Art. 6.
Overtreding van de artikelen 1 eerste lid, 2, 3,4 en 5 eerste
lid, litt. a en b, wordt gestraft met eene geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden.
Art. 7.
De dienaren der gemeente-politie en de technische amb
tenaren der bouwpolitie zijn in het bijzonder belast met het
opsporen van overtredingen van bepalingen dezer verordening
en verplicht daarvan proces-verbaal op te maken.
Art. 8.
Aan de dienaren van politie en de technische ambtenaren
der bouwpolitie wordt de last verstrekt om, zoo noodig, ter
handhaving van de bepalingen dezer verordening, tusschen
zonsopgang en zonsondergang de woningen en andere gebou
wen, alsmede de erven, ook tegen den wil van den bewoner
binnen te treden, mits met inachtneming van de bepalingen
der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad No. 83).
VERORDENING tot wijziging van de verordening van 28
April 1898 op openbare vermakelijkheden en bijeen
komsten en het houden van verlotingen ^Gemeente
blad No. 9).
Art. 1.
Art. 9 van bovengenoemde verordening wordt ingetrokken.
Art. 2.
In art. 12 wordt »4, 5 en 9vervangen door: »4 en 5".
Art. 3.
De titel van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
„Verordening op openbare vermakelijkheden en bijeen
komsten".
N°. 46. Leiden, 21 Februari 1912.
Artikel 178 der Gemeentewet schrijft voor, dat de Raad,
ten minste éénmaal in de vijf jaren, ten gevolge eener alge-
meene herziening vei klaart, welke der verordeningen, tegen
wier overtreding straf is bedreigd, nog gelden. Dit voorschrift
der Gemeentewet wordt niet altijd even getrouw nagekomen
de oorzaak van dit verschijnsel zal vermoedelijk wel hierin
gelegen zijn, dat ook naar de vaste jurisprudentie van den
Hoogen Raad aan de niet-nakoming van het gebod van art.
178 geen sanctie verbonden is. Ware de gemeente op dit
punt onderworpen aan bepalingen van gelijke strekking als
waarnaar de waterschappen en dergelijke publiekrechte
lijke lichamen zich te richten hebben, welker keuren of politie
verordeningen immers krachtens de wet van 20 Juli 1895
tot uitvoering van art. 191 der Grondwet binnen tien jaren
na hare goedkeuring moeten herzien worden en anders van
rechtswege vervallen, dan zou uit den aard. der zaak boven
bedoelde nalatigheid der gemeenteraden niet zoo vaak gecon
stateerd kunnen worden. Hoe dit echter zij, art. 178 der Ge
meentewet schrijft imperatief eene periodieke verklaring voor
van den gemeenteraad, welke strafverordeningen op een ge
geven tijdstip nog gelden, en onze Commissie achtte het
daarom haar plicht, aan dit wetsvoorschrift gevolg te geven,
te meer nu zij daartoe in de voorafgaande voordracht gereede
aanleiding vond. Het kennelijk doel toch, waarmede de wet
gever art. 178 heeft vastgesteld, is: bevordering van de rechts
zekerheid voor de ingezetenen en het ligt dus geheel in de