39
Art. 60.
De conducteurs zijn verplicht de tramwagens na afloop van
eiken rit van binnen te bezichtigen en de door hen gevonden
voorwerpen zoo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen
24 uur aan den eigenaar of aan het politiebureau te bezorgen.
Art. 61.
De bepalingen dezer Afdeeling maken geen inbreuk op
hetgeen ten opzichte van den intercommunalen tramdienst
bij het Tramwegreglement 1902 bepaald is.
Strafbepalingen.
Art. 62.
Overtreding van de artikelen 6, 12, 13, 14, 15, 18 litt. a
en b, 19 en 21 litt. a, b en c wordt gestraft met eene geld
boete van ten hoogste drie gulden; die van de artikelen 2,
4, 5 litt. a, b en c, 7, 8, 10, 16 litt. a, 17 litt. ab en c, 20
eerste lid en tweede lid litt. a, b, c en d, en 22 met eene
geldboete van ten hoogste vijf gulden; die van artikel 9 litt.
a en b met eene geldboete van ten hoogste tien gulden; die
van artikel 3 met eene geldboete van ten hoogste vijftien
gulden en die van de artikelen 11 en 16 litt. b met eene
geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Art. 63.
Overtreding van artikel 23, begaan door bestuurders van
motorrijtuigen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
zes dagen of eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig
guldenovertreding van de artikelen 24, 25 litt. b, 26, 27,
31, 32 en 33, begaan door bestuurders van motorrijtuigen,
alsmede overtreding van de artikelen 25 litt. a en 30 met
eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Overtreding van de artikelen 23, 24, 25 litt. b26, 27, 31,
32 en 33, begaan door bestuurders van rijwielen, wordt ge
straft met eene geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 64.
Overtreding van artikel 53 litt. a en b wordt gestraft met
eene geldboete van ten hoogste één guldendie van de arti
kelen 40 litt. a. b en c, 45, 46 litt. a en c, 48 litt. a, bc en
d, 49, 54, 57, 58, 59 en 60 met eene geldboete van ten hoog
ste drie guldendie van de artikelen 34, 37, 38, 39, 42,
43, 44, 46 litt. b en 47 met eene geldboete van ten hoogste
vijf gulden; die van de artikelen 41, 50, 51 en 52 met eene
geldboete van ten hoogste tien gulden; die van artikel 36
met eene geldboete van ten hoogste vijftien gulden, en die
van de artikelen 35, 55 litt. a en b, en 56 met eene geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Slotbepalingen.
Art. 65.
De macht, die bij deze verordening bevoegd verklaard is
vergunning of ontheffing te verleenen, mag aan hare vergun
ning of ontheffing voorwaarden verbinden.
Handelen zonder inachtneming van of in strijd met de ge
stelde voorwaarden wordt gelijkgesteld met handelen zonder
vergunning of ontheffing en doet, onverminderd de daarop
gestelde straf, de vergunning of ontheffing zelve vervallen.
Alle vergunningen of ontheffingen, krachtens deze verorde
ning verleend, kunnen ten allen tijde worden ingetrokken.
Art. 66.
Hij, die eene handeling verricht, op grond van eene der ver
gunningen of ontheffingen, in deze verordening vermeld,
is verplicht die vergunning of ontheffing op de eerste aan
vrage aan de beambten, met het opsporen van overtredingen
van bepalingen dezer verordening belast, te vertoonen.
Overtreding van dit gebod wordt gestraft met eene geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Art. 67.
De dienaren der gemeente-politie zijn in het bijzonder be
last met het opsporen van overtredingen van bepalingen
dezer verordening en verplicht daarvan proces-verbaal op
te maken.
(Art. 114 oud Sp.)
(Art. 115 oud Sp.)
(Art. 86 'lid Sp.)
(Art. 12 M. en Rv.)
De overtreding van artikel 2 dezer verordening, begaan
door bestuurders van motorrijtuigen, wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten
hoogste vijf en twintig gulden; die van de overige artikelen
dezer verordening, begaan door bestuurders van motorrijtui
gen, met eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
De overtreding van de artikelen dezer verordening, begaan
door bestuurders van rijwielen, wordt gestraft met eene geld
boete van ten hoogste vijtien gulden.
(Art. HG oud Sp.)
(Art. 117 oud Sp.)
Niemand zal van eene vergunning, krachtens deze veror
dening verleend, gebruik mogen maken, dan met nakoming
van de daaraan verbonden voorwaarden en bepalingen. Het
niet-nakomen van die voorwaarden en bepalingen doet de ver
gunning, onverminderd de strafbepalingen van de artikelen 63,
86 en 116, alle kracht verliezen.
(Art. 118 oud Sp.)
Alle vergunningen, krachtens deze verordening verleend,
kunnen ten allen tijde worden ingetrokken.
(Art. 5 M. en Rv.)
Van de verbodsbepalingen in de artikelen 3 en 4 kan door
Burgemeester en Wethouders onder door hen te stellen voor
waarden en binnen de door hen te stellen grenzen aan be
paalde personen of aan bepaalde categorieën van personen
ontheffing worden verleend.
(Art. 119 oud Sp.)
Al wie een der vergunningen in deze verordening vermeld,
heeft bekomen, is verplicht deze op de eerste aanvrage aan
de beambten bij art. 121 met het opsporen dezer overtredin
gen van de bepalingen der verordening belast, te vertoonen.
(Art. 121 oud Sp. en art. 11 M. en Rv.)