35 laten ol opnemen van bezoekers andeis op te rijden, dan volgens aanwijzing van de politie. Wanneer aan de bestuurders van rijtuigen door de politie in het belang van het verkeer geene andere bevelen gegeven worden, zijn zij verplicht: awanneer zij personen naar den Schouwburg brengen, te komen van de zijde van de Turfmarkt, en, na ben te hebben afgezet, in de richting naar de Mare weg te rijden; b) wanneer zij personen van den Schouwburg afhalen, te komen van de zijde van de Mare en weg te rijden in de richting naar de Turfmarkt; c) bij bijeenkomsten in de Stadsgehoorzaal zoowel voor bet brengen als voor het afhalen van de bezoekers op te rijden van de zijde van het Raadhuis; d) bij bijeenkomsten in het Nutsgebouw te komen van de zijde van de Nieuwsteeg en vervolgens in de tegenovergestelde richting weg te rijden. Art. 21. Het is verboden met een rij- of voertuig of met een rijdier, tenzij in geval van noodzaak, te rijden of stil te staan: aop of over trottoirs en stoepen of de wandelpaden in de plantsoenen bop of over de voor voetgangers bestemde klinkerpaden of klinkerbestrating en de voetpaden langs wegen, behalve wanneer dit moet geschieden om personen op te nemen of af te zetten; ten aanzien van straten, welke uitsluitend met klinkers bestraat zijn, is dit verbod slechts toepasselijk op dat gedeelte der straat, dat zich uitstrekt ter breedte van een Meter, ge nomen uit de rooilijn der stoepen of, waar deze ontbreken, uit die der gebouwen; c) op of over het grasgewas langs den openbaren weg of de grasperken in de plantsoenen. De verbodsbepalingen sub a en b zijn niet toepasselijk op voertuigen, waarin zieken of gebrekkigen vervoerd worden. Art. 22. Wanneer in het belang der openbare orde of veiligheid het verkeer moet worden belet of beperkt of voor het verkeer eene bepaalde richting moet worden aangewezen, moet ieder ruiter en bestuurder van een rij- of voertuig zich dienaangaande onderwerpen aan de bevelen der dienaren van politie. AFDEELING II. Yan het rijden met motorrijtuigen en rijwielen. Art. 23. Het is den bestuurders van motorrijtuigen en rijwielen ver boden binnen de bebouwde kom der gemeente op den open baren weg met grootere snelheid te rijden dan van 15 K.M. in het uur of 250 M. in de minuut, hetgeen door waarschu wingsborden, als genoemd in artikel 8, 2e lid der Motor- en Rijwielwet, op nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven plaatsen wordt aangeduid. Art. 24. Het is den bestuurders van motorrijtuigen en rijwielen verboden te rijden door de Maarsmanssteeg, de Donkersteeg, de Watersteeg en op de helling van de Vischbrug in de rich ting naar den Nieuwen Rijn. Art. 25. Het is verboden: a) aan de bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen, te rijden door de Mooi-Japiksteeg, de beide Vrouwenstegen tusschen de Breestraat en de Haarlemmer straat, de Brandewijnsteeg, de Koddesteeg, de Manden- makerssteeg, de Hooglandsche Kerksteeg, het gedeelte van de Groenesteeg, dat begrepen is tusschen de Vestestraat en de Hooigracht, de Kerksteeg tusschen de Heerengracht en de Vestestraat, de Pelikaanstraat tusschen de Oude Vest en den Ouden Rijn, over de Lange Mare (Oostzijde) en op het Kort Galgewater; baan de bestuurders van motorrijtuigen op twee wielen en van rijwielen, te rijden door de Schapensteeg, de beide Pieterskerkchoorstegen, de Wolsteeg, de Ketelboeterssteeg, de Jodenkerksteeg, het Gangetje en op de Karnemelksbrug. Art. 26. Op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen is het den bestuurders van motorrijtuigen en rijwielen van 1 April tot 1 October verboden, des namiddags tusschen 3 en 7 uur te rijden in bet Plantsoen en het gedeelte van de Plantage, begrepen tusschen het Plantsoen en de Hoogewoerd. opnemen van bezoekers anders op te rijden, dan volgens aan wijzing der Politie. Wanneer door de Politie geen andere bevelen worden gegeven, moeten de bestuurders van voertuigen, die personen naar den schouwburg brengen, steeds komen van de zijde van de Turfmarkt en na die personen te hebben afgezet, in de richting van de Mare doorrijden. Bij het afhalen moeten zij komen van de zijde van de Mare en wegrijden in die van de Turfmarkt. Bij bijeenkomsten in de Stadsgehoorzaal moeten zij in dat geval zoowel voor het brengen als afhalen der bezoekers oprijden van de zijde van het Raadhuis, bij die in het Nuts gebouw komen van de zijde van de Nieuwsteeg. Van het Nutsgebouw moeten zij naar de tegenovergestelde zijde wegrijden. (Art. 73 oud Sp.) flet is verboden met een trekdier of voertuig: a) zonder noodzaak op de trottoirs of op de wandelpaden in de plantsoenen te rijden of stil te staan b) zonder noodzaak op de klinkerstraat te rijden of stil te staan, behalve wanneer dit moet geschieden om personen op te nemen of af te zetten; ten aanzien van straten, welke uitsluitend met klinkers geplaveid zijn, is dit verbod slechts toepasselijk op dat ge deelte der straat, dat zich uitstrekt ter breedte van 1 Meter genomen uit de rooilijn der stoepen en waar deze ontbreken, uit die der gebouwon; c) op het grasgewas langs den openbaren weg te rijden of stil te staan. De verbodsbepalingen sub en zijn niet toepasselijk op kinderwagens, waarin zich kinderen bevinden, noch op voer tuigen, waarin zieken of gebrekkigen vervoerd worden. (Art. 85 oud Sp.) Ruiters en bestuurders van voertuigen zijn verplicht de in het belang der openbare orde of veiligheid gegeven bevelen der Politie omtrent het rijden of verblijven hunner paarden of voertuigen op den openbaren weg onmiddellijk op te volgen. (Art. 2 M. en R.-v.) (Art. 3 eerstetweede en derde lid M. en R.-v.) Het is den bestuurders van motorrijtuigen en van rijwie len verboden te rijden door de Maarsmanssteeg, de Donker steeg, de Watersteeg en op de helling van de Vischbrug in de richting naar den Nieuwen Rijn. Den bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen is het bovendien verboden te rijden door de Mooi- Japiksteeg, de beide Vrouwenstegen tusschen de Breestraat en de Haarlemmerstraat, de Brandewijnsteeg, de Kodde- l steeg, de Mandenmakerssteeg, de Hooglandsche Kerksteeg, het gedeelte van de Groenesteeg, dat begrepen is tusschen i de Hooigracht en de Vestestraat, de Kerksteeg tusschen de lleerengracht en de Vestestraat, de Pelikaanstraat tusschen de Oude Vest en den Ouden Rijn, over de Lange Mare (oostzijde) en op het Kort Galgewater. Den bestuurders van motorrijtuigen op twee wielen en van rijwielen is het verboden behalve door de in het eerste lid genoemde wegen te rijden door de Schapensteeg, de beide Pieterskerk-Choorstegen, de Wolsteeg, de Ketelboeterssteeg, de Jodenkerksteeg, het Gangetje en op de Karnemelksbrug. (Art. 4 M. en R.-v.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 13