32 Art. 68. Wanneer de in artikel 25 genoemde dieren onbeheerd op den openbaren weg worden aangetroffen, worden zij door of van wege de politie geschut. In het eerstvolgend nummer van een in de gemeente ver schijnend dagblad wordt van het schutten kennis gegeven. Heeft de eigenaar zich binnen acht dagen daarna niet aangemeld, dan worden de dieren in het openbaar verkocht. De opbrengst wordt na aftrek van alle kosten in de gemeente kas gestort en aan den eigenaar, wanneer deze zich aanmeldt, uitbetaald. Meldt deze zich echter aan vóór den verkoop, dan kan hij tegen betaling der gemaakte kosten de dieren terugkrijgen. Art. 69. Honden, die in strijd met artikel 15 of artikel 37 zich op den openbaren weg bevinden, en die, welke in strijd met artikel 35 of artikel 36 zonder behoorlijken muilkorf loopen, worden door of van wege de politie opgevangen, of, indien dit niet mogelijk is, zoo noodig afgemaakt. De opgevangen honden worden gedurende drie dagen ter beschikking gehouden van den eigenaar of houder, aan wien zij tegen betaling van 50 cents voor eiken dag der bewaring zullen worden teruggegeven. Meldt noch de eigenaar of houder, noch iemand van zijnentwege zich aan, dan zijn de honden ter beschikking van de politie. Art. 70. De dienaren der gemeente-politie zijn in het bijzonder be last met het opsporen van overtredingen van bepalingen dezer verordening en verplicht daarvan proces-verbaal op te maken. Deze verplichtingen rusten mede: aop den Directeur, den Ingenieur en de opzichters van de gemeentewerken, voor zooveel betreft de artikelen 3 lilt. a en b, 4, 5, 7, 8 litt. b10 litt. ab en c, 17, 19, 20, 28 en 46; b) op den havenmeester, den adjunct-havenmeester, de havenrechercheurs en de brugwachters, voor zooveel betreft de artikelen 2 litt. a, 6, 18 litt. b28, 29 litt. a, b en c, 57, 58 litt. a en 59; c) op den marktmeester en den adjunct-marktmeester, voor zooveel betreft de artikelen 11 en 22 litt. a en ft; d) op de plantsoen wachters, voor zooveel betreft de artikelen 2 litt. a en b, 3 litt. a en b. 5, 7, 8 litt. a, b en c, 18 litt. b, 27 litt. a en b28, 31 litt. b en c, 40, 41, 54 litt. a, 55, 56 litt. a en b, 57, 59, 61 en 64 litt. a en b. VERORDENING op het rijden. Algemeene bepaling. Art. 1. Onder openbare weg worden in deze verordening verstaan: alle straten, stegen, grachten, pleinen, wegen, paden (alle met inbegrip van stoepen) en bruggen, welke, zij het ook met eenige beperking, voor een ieder toegankelijk zijn; onder rijtuig: elk vervoermiddel, bestemd om te land door één of meer trekdieren te worden voortbewogen onder voertuig: elk vervoermiddel, uitgezonderd motor rijtuigen, rijwielen, tramrijtuigen, kruiwagens en kinderwagens; onder rijdieren en trekdieren: paarden, muilezels, muildieren en ezels; onder motorrijtuigen: alle rij- of voertuigen, bestemd om uitsluitend of mede door eene mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, anders dan langs spoor staven te worden voortbewogen. Art. 47 oud. Art. 54 oud. Art. 121 oud. (Art. 64 oud Sp.)*) Onder «trekdieren" worden in deze afdeeling verstaan paarden, muildieren, muilezels en ezels; onder «rijtuig" elk vervoermiddel, bestemd om te land door één of meer trek dieren te worden voortbewogen; onder «voertuig" elk ver voermiddel, uitgezonderd motorrijtuigen en rijwielen. (Art. 120 eerste lid oud Sp.) Onder de uitdrukking «openbare weg" worden begrepen alle wegen, paden, straten, stegen, grachten, pleinen en stoe pen, bruggen, kaden, markten, sloppen en erven, welke, on verschillig of zij al dan niet voor den publieken dienst bestemd zijn, voor een ieder toegankelijk zijn gesteld. Art. 1 M. en Rv.) Onder motorrijtuigen worden in deze verordening verstaan alle rij- of voertuigen, bestemd om uitsluitend of mede door eene mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, anders dan langs spoorstaven te worden voort bewogen. Onder bebouwde kom worden in deze verordening verstaan de navolgende gedeelten der gemeente: a. de singels en al wat daarbinnen gelegen is; b. de Morschweg van de Morschpoort tot den overweg van den Staatsspoor; c. de Stationsweg van de Rijnsburgerbrug tot de grens der gemeente bij het Posthof; d. de Lage Rijndijk van de Zijlpoortsbrug tot de grens der gemeente bij de Driftsloot; e. de Hooge Rijndijk van de Utrechtsche brug tot de grens der gemeente; f. de Heerenstraat van de Doezabrug tot de gemeenteschool bij de Roode Laan; Sp.afkorting voor Verordening op de straatpolitie. M. en Rv.: afkorting voor Motor- en Rijwielverordening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 10