16
DONDERDAG 1
FEBRUARI 1912.
jongens van de omstreken van de Uiterste en Middelste gracht
beschikbaar.
De heer Sijtsma. Wel neen!
De heer Fischer. Mijnheer Sijtsma, ik zie dat daar eiken
Zondag en de jongens, die daar komen, betalen er op het
oogenblik niets voor. Dat wordt cadeau gegeven door den
Volksbond tegen Drankmisbruik. Daar zijn altijd eenige clubs
aan het spelen, met eenige tientallen of twintigtallen toe
schouwers. De heer Sijtsma vergist zich, dunkt mij, dus min
of meer met zijn bezwaren. Maar ik hoor tot mijn genoegen,
dat de heer Sijtsma niet tegen zal stemmen. Dus ik behoef
verder daarop niet in te gaan.
De heer Briët. M. d. V. Ik wilde u een vraag stellen naar
aanleiding van het sluiten van deze overeenkomst. Indien op
dat terrein een gebouwtje wordt gesteld door den Bond voor
Lichamelijke Opvoeding en de gemeente heeft het geheele
terrein noodig, zoodat het gebouwtje zal moeten worden af
gebroken, wie zorgt dan voor het afbreken en het weer op
nieuw stellen daarvan? Daarin wordt in de overeenkomst
niet voorzien en ik geloof toch, dat dit wenschelijk is, omdat
het misschien later aanleiding zou kunnen geven tot moeilijk
heden. In 3 sub b wordt alleen gezegd»dat de afdeeling
aan de gemeente het vrije en kostelooze gebruik van het
terrein en al de daarop gemaakte inrichtingen geeft." Dus er
wordt alleen gesproken van »het gebruik", maar niet wordt
voorzien in het geval, dat ik zooeven genoemd heb.
De heer Korevaar. M. d. V. In dat geval is tot op zekere
hoogte voorzien. Toen deze bepalingen door de gemeente voor
gesteld zijn, heeft de Bond voor Lichamelijke Opvoeding een
groote wijziging in zijn plan gebracht, n.l. in de verdeeling
van het terrein. Eerst was er een plan ingediend, volgens
hetwelk op het midden een paviljoen en andere gebouw
tjes zouden komen. En in dat geval zou die moeilijkheid
zich kunnen voordoen, de vraag ril.wie zal dat afbreken?
Maar nadat dezerzijds de bepaling is gemaakt, dat het terrein ten
allen tijde voor de gemeente beschikbaar moest worden gesteld,
hebben zij een zoodanige wijziging in hun plan gebracht, dat
er in het midden van het terrein geen gebouwtjes komen te
staan. Alleen een huisje voor den portier en dat komt heele-
maal aan den buitenkant. Dus het geval, dat de heer Briët
veronderstelt, zal zich niet voordoen.
De heer Roem. M. d. Y. Ik geloof dat het een onbegonnen
werk is, om te trachten de raadsleden tot mijn meening over
te halen. Ik ben tegen dit voorstel, maar ik zal zelfs geen
poging aanwenden, om mijn mede-raadsleden voor mijn mee
ning te winnen.
Naar mijn meening komt dit plan niet het algemeen ten
goede. Het is een bijzonder soort van clubs, van menschen,
die daarmee gebaat zijn, die zich daardoor aangenaam zullen
kunnen verpoozen. Ik had op dat terrein veel liever een
volkspark gezien en ik vind het jammer, dat zoo'n kostbaar
terrein voor dit doel zal worden afgestaan. Ik ben volstrekt
niet tegen sport, maar de manier waarop men tegenwoordig
sport beoefent acht ik zoo in hooge mate overdreven, dat ik
niet wensch mee te werken, om daar een zoo mooi en groot
en kostbaar stuk land voor cadeau te geven.
Ik herinner mij een bespreking in de Commissie van
Fabricage over dat land. Toen werd mij verteld, dat het land
zoo prachtig lag en zoovele voordeelen voor de gemeente zou
bieden. Ik betreur het nu dan ook zeer, dat het voor dit
doel wordt afgestaan. Ik zal echter geen poging aanwenden
om mijn mede-raadsleden voor mijne meening te winnen, doch
wil alleen mijn stem tegen dit voorstel motiveeren.
De heer Fischer. M. d. V. De heer Roem herhaalt daar,
wat de heer Sijtsma heeft gezegd, dat dit terrein niet ten
voordeele zou komen van de klasse, waarvoor het bestemd
is. Laat ik even zeggen, dat ik hier heb liggen een schrijven
van het bestuur van den Bond voor Lichamelijke Opvoeding.
Daarin wordt precies uiteengezet, op welke uren en aan welke
vereenigingen dit terrein zal worden afgestaan. Dat is eenige
middagen in de week aan de Volksspeeltuinen, ook de Zaterdag
en Woensdagmiddag, dat is dus voor de klassen, die wij op
het oog hebben. Verder op Zondag voor den Volksbond tegen
drankmisbruik, die het terrein afstaat aan de jongens, die ik
genoemd heb. De beste uren en dagen zijn reeds alle toe
gezegd. De eenige terreinen, die niet aan dit soort jongens
en kinderen ten voordeele komen, zijn de beide korfbalterreinen,
waarvoor buiten de schooluren geen enkele gegadigde was
dan betalende clubs. Dat zijn clubs, die ergens anders een
terrein hadden. In de schooluren zijn die beschikbaar voor
korfbal, voor schoolkinderen van alle scholen- lk geloof, dat
de heeren Sijtsma en Roem zich in dit opzicht vergissen.
lk wensch nu nog een vraag te doen, die ik zoo straks
reeds had willen stellen, nl. of er mogelijkheid bestaat, om
op dat terrein een waterleiding te maken. Dat is, met het
oog op het doel, waarvoor het terrein bestemd is, een dringende
noodzakelijkheid.
De heer Sijtsma. M. d. V. Mag ik even opmerken, dat. deze
zaak, die de heer Fischer nu in tweede instantie mededeelt,
ons niet bekend was? Wij hebben hier onze voordracht en
daarin staat, dat alleen in de schooluren de kinderen den tuin
mogen gebruiken en dat deze verder aan betalenden zal
worden verhuurd. Wat de vereeniging voor kinderspeeltuinen
betreft, die moet hier even goed huur betalen als voor een
ander veld. Nu verheug ik mij echter van den heer Fischer
te hooren, ik zqu toch wel niet tegengestemd hebben, omdat
het mij een verbetering lijkt bij den tegenwoordigen toestand
dat men, dank zij den Volksbond, toch eenigszins de richting
op zal gaan, die ik op wilde. Als dat met vrucht en met beleid
geschiedt, dan geloof ik, dat, als de Bond voor Lichamelijke
Opvoeding nog meer steun krijgt uit de burgerij, men op
dat gebied wel zal vooruitgaan. Ik kan mij daarom, beter nog
dan straks, wel vereenigen met het voorstel.
De Voorzitter. De heer Sijtsma heeft gezegd: de Volks
speeltuinen krijgen nu wel de beschikking over dit terrein,
maar ze moeten er dan ook voor betalen. Ik heb daarop reeds
geantwoord, dat de oude en de nieuwe regeling op hetzelfde
neerkomende vereeniging krijgt immers een subsidie van
ons. Wij kunnen zeggen, dat de vereeniging »Volksspeel-
tuinen" het land voor niets krijgt; zij moet er feitelijk wel
iets voor betalen aan den Bond, maar krijgt daartegenover dan
ook een subsidie van de gemeente. Wij kunnen niet alle stukken,
die over eene zaak gewisseld zijn, in de Ingekomen Stukken
opnemen, maar uit de brieven en rapporten, die ter lezing
hebben gelegen, blijkt duidelijk, dat wij er op hebben gestaan,
dat de Bond het terrein zou doen beantwoorden aan het doel,
waarvoor hij zelf gesticht is, d.i. een zuiver philanthropisch
doel, ten bate van den minder gegoeden stand. In ons prae-
advies hebben wij evenmin nagelaten, daarop te wijzen, blijkens
onze aanhaling van de woorden van den Directeur der Gemeente
werken, dat als ten gevolge der zware financieele lasten de
Bond zich niet staande zou kunnen houden en er daardoor toe zou
overgaan om niet de eigenlijke volkssportvereenigingen, doch
de meer betalende clubs uit de hoogere maatschappelijke klasse
toe te laten, het doel van den Bond voorbijgestreefd zou worden.
Burgemeester en Wethouders hebben er daarom op gestaan,
dat het geheele terrein ter beschikking van die vereeniging
zou worden gesteld. De heer van der Eist, die de geheele
zaak had kunnen expliceeren, heeft het tot mijn spijt bij zijn
eersten termijn gelaten.
Ik kan verder mededeelen, dat door Burgemeester en Wet
houders met den wensch van den heer Fischer rekening zal
worden gehouden. Wij zullen er voor zorgen dat er goed
drinkwater komt, zoodat de kinderen kunnen drinken, als zij
dorstig zijn.
Wat tenslotte de opmerking van den heer Roem betreft:
als dit plan wordt uitgevoerd, zullen wij het terrein behouden
en het nog altijd voor andere doeleinden kunnen gebruiken.
Kwam er een volkspark, dan zouden wij genoodzaakt zijn,
voor eene toekomstige maskerade weder een nieuw terrein te
zoeken.
De heer Roem. M. d. V. Mag ik u even nog iets antwoorden?
Ik ben het volstrekt niet met u eens, dat, wanneer er een
volkspark komt, het terrein niet te gebruiken is voor de
lustrumleesten. Het is maar een heel klein plekje, dat de tent
voor de lustrumfeesten inneemt. Er zouden zeer goed kleine
heesters geplant kunnen worden en men zou er een vijvertje
kunnen maken, dat om de vijf jaren weer dichtgegooid werd.
lk ben het volstrekt niet met u eens.
De beraadslaging wordt gesloten.
Punt a van het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
in stemming gebracht, wordt aangenomen met 26 stemmen
tegen 1, die van den heer Roem.
(De heeren Fokker en Aalberse waren inmiddels ter ver
gadering gekomen).
Vervolgens worden de punten b en c en daarmede het
geheele voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XVII. Voorstel
a. tot vaststelling van eene verordening, houdende wijziging
der verordening van 23 April 1908 (Gem.blad No. 13),
regelende den door de gemeente*te verleenen steun ter
bevordering van de verzekering tegen de geldelijke ge
volgen van werkloosheid;
b. om goed te keuren dat eenige wijzigingen worden aange
bracht in het Huishoudelijk Reglement voor het «Gemeen
telijk Werkloozenfonds" te Leiden.
(Zie lng. St. No. 25).
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter. Het betreft hier twee voorstellen, die met
elkaar verband houden. Als de heeren het daarmede eens zijn,
zou ik hun dus willen verzoeken in de algemeene beschou
wingen beide punten te bespreken.