20 uiteen te zetten en daarbij de wenschen, in de adressen geuit, een voor een te bespreken. De atdeeling Leiden van de R. K. Kleermakersvereeniging »St. Gerardus Majella" verzoekt om de levering van politie- kleeding en wat daarmede in verband staat in den vervolge aan te besteden. Hare bedoeling is, dat de levering van kleeding en schoeisel der agenten van politie in den vervolge niet meer aan een vasten leverancier wordt opgedragen, doch dat die opdracht eerst plaats heeft na gehouden openbare aanbesteding, waardoor zij zoowel de belangen der werklieden, als die der betrokken middenstanders gebaat acht. Of de belangen der werklieden en ook die der politieagenten door het opdragen der leveranties na gehouden openbare aan besteding inderdaad zullen worden gebaat, is o. i. aan twijfel onderhevig. Ook het feit, dat de tegenwoordige leverancier der kleeding, die reeds meer dan 30 jaren de kleeding der politieagenten levert, steeds op uitstekende wijze aan zijne verplichtingen heeft voldaan en de prijs der kleedingstukken in al die jaren niet heeft verhoogd, niettegenstaande de grond stoffen en de loonen der werklieden gestegen zijn, doet ons niet veel gevoelen voor openbare aanbesteding. Evenmin gelooven wij, dat de politieagenten zelf door het houden van openbare aanbesteding zullen worden gebaat. Demogelijkheid is toch volstrekt niet uitgesloten, dat de levering bij openbare aanbesteding duurder zal zijn en het hun toekomend te goed dus minder zal worden. En om de toelage ad 85.die jaarlijks van gemeentewege in het kleedingfonds der agenten wordt gestort te verhoogen, daartoe zijn o. i. geen termen aanwezig. In steden als Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Arnhem, Delft en Dordrecht toch is de van gemeentewege verstrekte toelage ƒ10, ƒ15 of ƒ20 lager dan in deze gemeente- Alleen in Utrecht bedraagt zij 15 meer en wel 100. Achten wij derhalve de voordeelen, aan openbare aanbe- besteding verbonden, niet groot en vreezen wij daarvan ver schillende nadeelen, nu niet alleen de afdeeling Leiden van de R. K. Kleermakersvereeniging »St. Gerardus Majella," doch ook de Kamer van Arbeid voor de Textielnijverheid, ja zelfs de vereeniging van bezoldigde agenten van politie »Door Eendracht Saamgebracht" op openbare aanbesteding aandrin gen, zijn wij voornemens, na afloop der loopende contracten en opgedragen leveranties, ten opzichte van die artikelen, be- hoorende tot de kleeding en het schoeisel van de agenten van politie, waarvoor zulks mogelijk blijkt, gedurende één jaar een proef te nemen met de aanwijzing der leveranciers na gehouden openbare aanbesteding. Een der voorwaarden van die aanbesteding zal dan echter zijn, dat het laken, evenals tot nog toe, afkomstig moet zijn uit de fabriek der firma Krantz en Zonen alhier, aangezien wij gewaarborgd moeten zijn, dat de agenten netjes en, vooral in den winter, warm gekleed zijn en de stof derhalve uiterst solidé moet zijn. Mocht de proef niet slagen en mochten de nadeelen, aan de openbare aanbesteding verbonden, grooter blijken te zijn dan de voordeelen, dan zal onzerzijds weder tot ondershand- scbe opdracht worden overgegaan. Over de door de Kamer van Arbeid voor de Textielnijver heid en de vereeniging van bezoldigde agenten van politie »Door Eendracht Saamgebracht" gedane verzoeken, om den agenten vrijheid te laten de artikelen, die daarvoor in aan merking komen, zich aan te schaffen ter plaatse, waar zij het voordeeligst te bekomen zijn, behoeven wij niet lang uit te wijden. Recht duidelijk zijn ons die verzoeken niet. Waar toch zoowel de Kamer van Arbeid voor de Textielnijverheid als de agenten vereeniging adhaesie betuigen aan het verzoek van de Kleermakersvereeniging »St. Gerardus Majella", om tot openbare aanbesteding over te gaan, daar begrijpen wij niet, hoe de Kamer van Arbeid tevens kan verzoeken, om de arti kelen, die daarvoor in aanmerking komen, en de agenten- vereeniging, om de kleeding en het schoeisel door de agenten zelf te doen aanschaffen. Dit toch is in lijnrechten strijd met het stelsel van openbare aanbesteding, dat beide blijkens haar adhaesiebetuiging aanhangen. Doch hoe dit ook zij, den agenten toe te staan hun klee ding en schoeisel, of verschillende artikelen, daartoe behoo- rende, aan te schaffen ter plaatse, waar zij het voordeeligst voor hen te verkrijgen zijn, lijkt ons beslist verkeerd. Het spreekt toch eigenlijk vanzelf, dat diensfkleeding en -schoeisel niet door de agenten behoort te worden aange schaft, doch door de gemeente. Eerste eisch is, dat de klee ding en het schoeisel netjes en in alle opzichten doelmatig zijn en hiervoor kan niet voldoende worden gezorgd, indien den agenten wordt vergund zelf de benoodigde artikelen aan te koopen. Er is dan geen voldoende waarborg, dat kleeding en schoeisel van de voor den dienst, vereischte kwaliteit zijn. Controle hierop is immers uiterst moeilijk, zoo niet onmo gelijk. Alleen wanneer van wege de gemeente voor den aan koop bij solide firma's wordt zorggedragen, heeft men vol doende zekerheid, dat de artikelen aan de gestelde eischen voldoen. Aangezien derhalve het belang van de gemeente zich verzet tegen inwilliging van het verzoek, orn den agenten tce te staan zelf hun amfr/skleeding en schoeisel te koopen, kan van eene gunstige beschikking geen sprake zijn. Wij willen hier echter nog aan toevoegen, dat door den ambtenaar, belast met de administratie van het kleedingfonds der agenten, steeds zooveel mogelijk, d. w. z. voorzoover dit in overeen stemming is met het belang der gemeente, rekening wordt gehouden met de door de agenten geuite wenschen. Wij vertrouwen, dat ook Uwe Vergadering na kennisneming van het bovenstaande van oordeel zal zijn, dat door ons niet verder mag worden gegaan dan de toezegging, dat bij wijze van proef gedurende één jaar eene openbare aanbesteding zal worden gehouden voor die artikelen, behoorende tot de kleeding en het schoeisel der agenten van politie, waarvoor eene dergelijke aanbesteding mogelijk blijkt te zijn. Overigens geven wij U in overweging de bovenaangehaalde adressen te stellen in handen van ons College ter afdoening. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 16/10 11. Roomsch Katholieke Kleermakersvereeniging St. Gerardus Majella afdeeling Leiden van den Bond van kleermakers gevestigd te Utrecht. Aan de Gemeenteraad Mijne Heeren. Ondergeteekenden Henricus Bartholemeus Johannus Wijten- burg en Wilhelmus Langebroek resp. Voorzitter en Secretaris van bovengenoemde vereeniging. Hebben de eer op onder staand uw welwillende aandacht te vestigen. Daar er steeds van gemeentewege bij voorkomende bouw werken en leveranties aanbesteding plaats heeft. Zoo zagen adressanten gaarne, dat dit ook bij de levering van Politie- kleeding en wat daarmee in verband staat plaats had. Zij achten dit volgens hun bescheiden meening zoowel in het belang der werklieden, alsook in het belang dei' betrokken middestanders. Ter toelichting diene Ten eerste. Wordt er tot aanbesteding overgegaan, zoo zal dit zeker een betere loonregeling bij de in dit vak betrokken werklieden tengevolge hebben, ten tweede, is dit in het belang der middestand daar ook zij als belastingbetalenden recht hebben op mededinging waarvan zij nu, volgen het bestaande stelsel zijn uitgesloten. Ook is adressante bekent dat er van de kant der gemeentebeambten wordt geklaagd over de solie- diteit wat het maken der kleeding betreft. Redenen waarom adressanten van meening zijn dat met de thans gevolgde methode van onderhandsgunning diend gebroken te worden en tot aanbesteding zal worden overge gaan. Zooals enkele jaren geleden in den Haag met gunstige resultaten is geschied. Zij geven de raad eerbiedig in overweging om tot aanbe steding van Politiekleeding te besluiten welke tevens een einde zal maken aan de o. i. onbillijke en onrechtvaardige toestand. Het welk doende. Met de meeste Hoogachting H. B. J. Wijtenburg, Voorz. W. Langebroek, Seerctaris. Leiden, 21 October 1911. Aan den Gemeenteraad te Leiden. Edelachtbare Heeren De Kamer van Arbeid voor de Textiel Nijverheid te Leiden, heeft kennis genomen van een adres aan den Gemeenteraad van de R.K. Kleermakers Vereeniging St. Gerardus Majella, Afdeeling Leiden, betreffende het verzoek om in 't vervolg de kleeding ten behoeve van de Politie publiek aan te besteden. Onze Kamer wenscht dat verzoek te ondersteunen, evenwel met de bijvoeging, dat voor de artikelen, die daarvoor in aanmerking kunnen komen, den Agenten vrijheid gelaten worde zich deze aan te schaffen ter plaatse, waar zij het voordeeligst. te bekomen zijn. Het verleeneri dezer vrijheid wordt verzocht, omdat gebleken is, dat bij den aangewezen leverancier in sommige gevallen belangrijk meer betaald moet worden, dan wanneer men zich van hetzelfde artikel voorziet bij een zelfgekozen winkelier. Bij vrijheid van handelen kunnen zij ook voor herstellings werk deugdelijker en voordeeliger geholpen worden dan nu het geval is. De Kamer hoopt zeer, dat er een regeling moge getroffen worden, die meer in 't belang is van de betrokken ambte naren, en waarbij ook het algemeen belang beter behartigd wordt. Namens de Kamer voornoemd: W. Pera, G. v. Zwieten, Lid Secretaris. Voorzitter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 13