18 nieur, die uitsluitend voor de electrische centrale werkzaam zal zijn, rechtvaardigt. Ons College kan zich met de door Commissarissen voor gestelde wijzigingen wel vereenigen en wij geven U mitsdien in overweging tot vaststelling van de navolgende verordening over te gaan. VERORDENING, houdende wijziging der verordening van 26 October 1911, (Gem. Blad n°. 13), houdende reglement op het belmer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Art. 1. Art. 6, le lid van bovengenoemde verordening wordt ge lezen als volgt: «Onder het bestuur van Commissarissen zullen werk zaam zijn: a. een Directeur, b. een adjunct-Directeur, c. twee ingenieurs en een scheikundige, d. een Hoofd-Boekhouder, e. een adjunct-Boekhouder, benevens de verder benoodigde beambten en werklieden." Art. 2. In art. 6, 3e lid en art. 7, 2e lid, wordt tusschen de woor den «overige" en «beambten" ingevoegd«ambtenaren en", terwijl in art. 7, 2e lid na de woorden «in overleg met" wordt ingevoegd«den adjunct-Directeur en." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 38. Leiden, 7 Februari 1912. In verband met bet in Uwe Vergadering van 26 October 1911 vastgestelde nieuwe reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit alhier (Gem. Blad n°. 13) is het noodig in de instructiën voor den Directeur, den adjunct-Directeur en den Hoofdboekhouder eenige ver anderingen aan te brengen en daaruit enkele artikelen te doen vervallenterwijl daarin ingevolge art. 6, laatste lid, van het nieuwe reglement behooren te worden opgenomen de grenzen, binnen welke de jaarwedden van die ambtenaren door den Gemeenteraad worden vastgesteld, welke grenzen vroeger in art. 5 van het oude reglement vermeld stonden. Met het oog op de toeneming der werkzaamheden en de daarmede gepaard gaande grootere verantwoordelijkheid dier ambtenaren, geven Commissarissen in hun ter visie liggend schrijven in overweging die grenzen als volgt vast testellen: voor den Directeur van ƒ5000 tot ƒ6000 (vroeger ƒ4000 tot ƒ5000), voor den adjunct-Directeur van 3500 tot 4500 (vroeger ƒ3000 tot ƒ4000) en voor den Hoofdboekhouder van ƒ2500 tot ƒ3000 (vroeger ƒ2000 tot ƒ2500). De bijvoeging, dat aan den Directeur het genot van vrije woning wordt toegekend, meenen Commissarissen te moeten laten vervallen. Sedert November 1907 toch woont de Directeur niet meer op het terrein der fabrieken. De voormalige direc teurswoning is gesloopt en Commissarissen achten het niet noodig opnieuw een ambtswoning te doen bouwen, aangezien bij den tegenwoordigen omvang der bedrijven altijd deskundig personeel aanwezig is, de gasmeester en de chef-machinist van de electriciteitsfabriek op het terrein wonen en de Directeur en de adjunct-Directeur direct telephonisch kunnen worden gewaarschuwd, wanneer hun tegenwoordigheid noodig mocht zijn. Natuurlijk zal de tegenwoordige Directeur in het genot blijven van de vergoeding, die hij ontvangt wegens het gemis van eene ambtswoning. Het genot van vrij vuur en licht moet, naar het oordeel van Commissarissen, aan den Directeur worden gelaten. Immers deze moet in staat zijn nieuwe toestellen voor verlichting en voor gas- of cokesverwarming te kunnen beoordeelen en daar voor is het noodig, dat hij de toestellen kan gebruiken onder dezelfde omstandigheden, waaronder het publiek die toepast. De overige wijzigingen houden, zooals wij reeds opmerkten, verband met de bepalingen van het nieuwe reglement en het voorstel tot wijziging van artikel 6, eerste lid, van dat reglement en behoeven geene nadere toelichting. Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor tot vaststelling van de navolgende verordeningen over te gaan en de aldus gewijzigde instructiën in haar geheel opnieuw vast te stellen. I. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 6 Juni 1907 (Gem. Blad No. 9), houdende Instructie voor den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Artikel 1. Tusschen de artikelen 1 en 2 van bovengenoemde verorde ning wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende «Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt hij in handen van den Burgemeester den eed of de belofte af, dat hij de verplichtingen, hem bij verordeningen, instructiën of andere bepalingen opgelegd, eerlijk en getrouw zal nakomen." Art. 2. Artikel 6, le lid wordt gelezen als volgt: «De Directeur draagt zorg: a. voor het nakomen der voorschriften, opgenomen in de Rijkswetten b. voor het nakomen der verplichtingen, hem opgelegd in het reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden; c. voor het nakomen der verordeningen, van de instructiën der ambtenaren en van de bijzondere voorschriften voor de werklieden". Art. 3. In artikel 7 wordt vóór «beambten" ingevoegd: «ambte naren en". Art. 4. Artikel 13 wordt gelezen als volgt: «De werkzaamheden van de ambtenaren en beambten worden onder goedkeuring van Commissarissen geregeld: a. voor den technischen- dienst door den Directeur in overleg met den adjunct-Directeur: b. voor den administratieven dienst, door den Directeur in overleg met den Hoofdboekhouder." Art. 5. Artikel 14 vervalt. Art. 6. Artikel 17 wordt gelezen als volgt: «Hij is verplicht binnen zoodanigen afstand van de fabrieken te wonen, als door Commissarissen wordt goedgekeurd." Art. 7. Achter artikel 17 wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende «De jaarwedde van den Directeur wordt binnen de grenzen van 5000 tot 6000, met genot van vrij vuur en licht, vastgesteld door den Gemeenteraad". II. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 6 Juni 1907 (Gem. Blad No. 11), houdende Instruc tie voor den adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Artikel 1. Tusschen de artikelen 1 en 2 van bovengenoemde verordening wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende: «Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt hij in handen van den Burgemeester den eed of de belofte af, dat hij de verplichtingen, hem bij verordeningen, instructiën of andere bepalingen opgelegd, eerlijk en getrouw zal nakomen". Art. 2. Aan artikel 2 wordt een 2e lid toegevoegd luidende: «De werkzaamheden van de ambtenaren en beambten van den technischen dienst ten behoeve van het hem speciaal opgedragen bedrijf worden door hem geregeld in overleg met den Directeur, onder goedkeuring van Commissarissen." Art. 3. Artikel 6 wordt gelezen als volgt: «Hij is verplicht binnen zoodanigen afstand van de fabrieken te wonen, als door Commissarissen wordt goedgekeurd." Art. 4. Achter art. 6 wordt een nieuw artikel ingelascht, luidende «De jaarwedde van den adjunct-Directeur wordt binnen de grenzen van 3500 tot 4500 door den Gemeenteraad vast gesteld." III. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 6 Juni 1907 (Gem. Blad No. 10), houdende In structie voor den Hoofdboekhouder der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Artikel 1. De artikelen 1, 2, 3 en 4 van bovengenoemde verordening vervallen en worden vervangen door een tweetal nieuwe artikelen, luidende: «De Hoofdboekhouder draagt zorg de hem in het reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden opgelegde verplichtingen na te komen. Hij is verantwoordelijk voor het geldelijk beheer." en «Alvorens zijne betrekking te aanvaarden, legt hij in handen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1912 | | pagina 11