GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
G. Knotter Jr.
17
IMOËKOMEN STUKKEN.
N°. 33. Leiden, 1 Februari 1912.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij geene bedenking heeft tegen den door Burge
meester en Wethouders voorgestelden aankoop van voortuintjes
aan den Heerenweg, noch tegen den daarbij overgelegden
begrootingsstaat. (Ing. St. n°. 26).
Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de door
Burgemeester en Wethouders voorgestelde verhooging van
begrootingsposten dienst 1911 en 1912 en de voldoening van
eene uitgave over 1910 uit den post voor «Onvoorziene Uit
gaven" voor 1911. (Ing. St. n°. 31).
Zij geeft U derhalve in overweging tot voormelden aankoop
alsmede tot vaststelling der overgelegde begrootingsstaten
C, B en A te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 34. Leiden, 6 Februari 1912.
Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van W. J. Beumer,
om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte
hoofdakte aan de openbare lagere school der 4e klasse No. 2
alhier, bestaat bij ons college geen bezwaar.
Wij geven U derhalve in overweging aan W. J. Beumer
voornoemd, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen als
onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare lagere
school der 4e klasse No. 2, en zulks met ingang van 1 Mei 1912.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende heeft, wegens zijne benoeming tot Hoofd
der School te Zevenhoven, de eer U beleefd te verzoeken om
eervol ontslag tegen 1 Mei, zoo mogelijk tegen 15 April a. s.,
uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdacte
aan de openbare lagere school 4e klasse No. 2 in Uwe Gemeente.
Hoogachtend
UEd. achtbs. dw. dr.
W. J. Beumer.
Leiden 31 Jank 1912. Zijlsingel 32.
N°. 35. Leiden, 6 Februari 1912.
In nevensgaand adres verzoeken G. Knotter Jr. en andere
bewoners der Prinses Wilhelminastraat in die straat een
gasbuis te leggen van voldoende capaciteit om hun perceelen
daarop aan te sluiten.
Het komt ons voor dat dit verzoek niet moet worden inge
willigd.
De Prinses Wilhelminastraat toch is een aan particulieren
toebehoorende straat en ten opzichte van dergelijke straten
geldt de regel, dat de aanliggende perceelen alleen dan aan
de gasleiding worden aangesloten, indien alle daaraan ver
bonden kosten door de eigenaars der straat worden vergoed,
welke kosten evenwel, indien de straat te eeniger tijd aan de
gemeente wordt overgedragen, worden gerestitueerd
En waar wij nu.met Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit van oordeel zijn, dat er geen enkele aan
leiding bestaat, om in dit geval van den geldenden regel at
te wijken, geven wij U in overweging op het verzoek van
adressanten afwijzend te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Leden van den Raad te Leiden.
WelEdel Achtbare Heeren.
De ondergeteekenden, allen bewoners van de Prinses-Wil
helminastraat te Leiden, geven met verschuldigden eerbied
te kennen het
Verzoek
om te mogen worden aangesloten aan de Gemeentelijke gas
leiding, waartoe de verschillende eigenaren hunne toestemming
verleenen.
Ondergeteekenden zijn toch van oordeel, dat eene algemeene
aansluiting niet alleen in hun belang, toch ook ten voordeele
is der gemeente Leiden, daar zij zich verplichten als afnemers
van Gas.
Ook zijn ondergeteekenden van oordeel, nu men in den tijd
leeft van Gas en Electriciteit, dat het toch niet opgaat, als
inwoners van Leiden, hun met Petroleum en kaarslicht te
laten behelpen, daar dit niet alleen schadelijk is voor de
gezondheid, toch ook geenszins van brandgevaar ontbloot is.
't Welk doende enz.
(Volgen de namen van nog 40 adressanten.
N°. 36. Leiden, 7 Februari 1912.
Op 18 September 1911 had plaats de openbare verpachting
van de bediening der overhaalschouw aan het Galgewater
voor den tijd van 5 jaar, aanvangende 1 October 1911 en
eindigende ultimo September 1916.
De eenige inschrijver bleek te zijn J. Vlasman alhier, voor
f 175 'sjaars.
Onmiddellijk na de gehouden openbare verpachting ver
zocht deze van zijne inschrijving ontheven te worden, onder
bereidverklaring voor f 50 'sjaars de bediening der schouw
op zich te nemen.
Als reden gaf hij op bij vergissing een biljet voor f 175,
in plaats van een voor f 50 in de bus gedaan te hebben.
Ons College kon hierin geen voldoende aanleiding vinden,
om Vlasman van zijne verplichting te ontslaan en besloot
derhalve hem de bediening der schouw op te dragen tegen
betaling van f 175 'sjaars.
Thans verzoekt de pachter andermaal, om de pachtsom
van f 175 tot 50 'sjaars te verminderen en wel op grond
van het voor het verkeer openstellen der nieuwe Blauwpoorts-
brug, waardoor het gebruik van de pont zou zijn verminderd.
Uit een vanwege den Directeur van Gemeentewerken in
September 1911 ingesteld onderzoek is gebleken, dat de
zuivere opbrengst der schouw (d. i. na aftrek van de kosten
van bediening en onderhoud en vernieuwing van reepen en
losse gereedschappen en die van verlichting) destijds op ten
hoogste f 125 per jaar mocht worden gesteld.
De Directeur en de Commissie van Fabricage geven daarom
in overweging de pacht tot dat bedrag terug te brengen.
Ons komt het echter voor, dat zelfs een pachtsom van
f 125 thans nog te hoog is. Immers, het is zeer goed mogelijk,
ja zelfs waarschijnlijk, dat tengevolge van de in gebruik
neming der nieuwe Blauwpoortsbrug het aantal personen, dat
zich laat overzetten, alweder is verminderd en dus niet meer,
zooals in September, op 1^4 personen per dag kan worden
gesteld. Natuurlijk is het hoogst moeilijk te zeggen, hoe groot het
vervoer in den vervolge zal zijn en of nog verdere daling zal
plaats vinden, doch o. i. is het in de gegeven omstandigheden
billijk de pachtsom nog een weinig meer te verlagen en die
nader vast te stellen op f 75 's jaars.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te
besluiten den pachter van de bediening van de overhaal
schouw aan het Galgewater over den geheelen pachttijd eene
zoodanige kwijtschelding van pacht te verleenen, dat door hem
met de betaling van eene pachtsom van f 75 in plaats van
f 175 'sjaars kan worden volstaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 37. Leiden, 7 Februari 1912.
In hun in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven ver
zoeken Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit ons bij U een voorstel aanhangig te maken tot
het brengen van eenige wijzigingen in de artikelen 6 en 7
der verordening van 26 October 1911, houdende reglement
op het beheer en bestuur dier fabrieken.
In artikel 6 van genoemde verordening is o. a. bepaald,
dat de benoeming van den Directeur, den adjunct-Directeur
en den Hoofdboekhouder geschiedt door den Gemeenteraad,
doch dat de overige beambten door Commissarissen worden
aangesteld en de werklieden door den Directeur.
Deze bepaling zou twijfel kunnen doen rijzen, in hoeverre
Commissarissen bevoegd zijn personen aan te stellen, die
eene hoogere positie innemen dan door het spraakgebruik
met het woord «beambten" wordt aangeduid. Commissarissen
achten het daarom gewenscht, dat de verordening in dier
voege gewijzigd wordt, dat hun de bevoegdheid wordt gege
ven naast de beambten enkele ambtenaren, met name in de
verordening genoemd, aan te stellen.
Ter nadere toelichting merken Commissarissen nog op, dat
sedert jaren aan de fabrieken een scheikundige en sedert
16 November '1910 een adjunct-boekhouder werkzaam zijn,
dat sedert 10 October 1911 tijdelijk een werktuigkundig inge
nieur aan de gasfabriek verbonden is, terwijl eindelijk de
groote uitbreiding, die de electrioiteitsfabriek in den laatsten
tijd heeft ondergaan, de aanstelling van een tweeden iuge-