9
is tweeledig. Eendeels, en ziet hier het verband met ons
voorstel tot, ophooging van het terrein aan den Zoeterwoud-
schen Singel, toch zonden wij de gelden, tot een bedrag van
ƒ8500, voor die ophooging willen aanwenden, terwijl wij het
andere deel, ten bedrage van ƒ8030, zouden willen toevoegen
aan den post «Aankoop van rentegevend goed'', voorkomende
onder volgnummer 2*20 der begrooting, zooals op den in de
Leeskamer liggenden staat is aangegeven.
Behalve onze voorstellen, hierboven onder a en b vermeld,
stellen wij U mitsdien nog voor:
c. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden
suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ16530.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het bestuur
van de Aideeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor
Lichamelijke Opvoeding, van welken Bond de Statuten zijn
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 16 Mei 1908 No. 63;
dat deze Bond zich ten doel stelt de lichamelijke opvoeding
van het Nederlandsche Volk in al zijne lagen te helpen be
vorderen en wel bijzonderlijk onder die klassen der samen
leving welke door de mingunstige omstandigheden van hun
bestaan, tot heden daarvan verstoken bleven
dat de bond dit doel tracht te bereiken langs wettigen weg
en wel door:
a. Het bevorderen van lichaamsoefeningen en het houden van
wedstrijden in lichaamsoefeningen.
b. Het verbreiden door woord en geschrift van gezonde be
grippen omtrent de lichamelijke opvoeding.
c. Alle andere gepaste en geoorloofde wettige doeltreffende
middelen.
dat adressante hier ter stede zich tot taak heeft gesteld dit
doel te bevorderen maar dat, wil zij die taak naar behooren
kunnen vervullen, zij de beschikking moet hebben over een
voldoend groot speelterrein
dat in verband met het groote maatschappelijk belang van
dit streven, adressante zich niet wendt tot particulieren doch
in de eerste plaats tot, den Raad der gemeente in het ver
trouwen, dat deze haar den steun niet zal ontzeggen
dat de gemeente in eigendom heeft een terrein, gelegen aan
den Zoeterwoudschen Singel, van welk terrein dit jaar een
gedeelte voor de Lustrumfeesten gebruikt is;
dat dit terrein door vorm en ligging zich zeer goed tot
speelterrein leent, zoodat de aandacht van de afdeeling daarop
gevallen is;
dat adressante z'ch thans tot Uwen Raad wendt met verzoek
haar dit terrein onder nader overeen te komen voorwaarden
voor bovenomschreven doel te willen afstaan
dat het terrein om als speelterrein geschikt te zijn, over de
geheele oppervlakte moet worden opgehoogd, tot het vlak van
het thans reeds opgehoogde gedeelte;
dat hiervoor een bedrag van ƒ6000.noodig zal zijn, en
dat de afdeeling van onzen bond gaarne, gedurende de jaren,
dat zij over dit terrein zou mogen beschikken ƒ240 huur
(4% van ƒ6000.zou willen betalen of wel zelf voor eigen
rekening dit terrein zou laten ophoogen, indien het verder
kosteloos ter beschikking zoude worden gesteld, doch dat aan
de eerste wijze verre de voorkeur wordt gegeven, in verband
met de mogelijkheid, dat na korter of langer tijd de gemeente
dit terrein zelf noodig mocht hebben en de aan adressante
verstrekte vergunning werd ingetrokken;
Dat op het terrein een paviljoen zal worden gebouwd, zoo
als op bijgaande teekening is aangegeven, en verder alles zal
worden gedaan, om het terrein op harmonische wijze aan te
passen aan dit fraaie stadsgedeelte;
dat het terrein zich bij uitstek zal leenen voor het houden
van tentoonstellingen, concours hippiques, en andere feestelijk
heden, en dat de afdeeling zich gaarne bereid verklaart hèt
terrein steeds tegen nader overeen te komen voorwaarden ter
beschikking te stellen van de Maskerade-commissiën der
toekomst;
dat, om het speelterrein volledig aan zijn bestemming te
doen beantwoorden, het in de bedoeling ligt van adressante
het gedurende enkele dagen per week kosteloos open te stellen
voor de onderwijzers met hunne schoolkinderen;
dat het bestuur der afdeeling Uwen Raad gaarne alle verdere
inlichtingen omtrent doel en werkwijze van onzen Bond zal
verstrekken en tevens gaarne over de nadere voorwaarden en
uitwerking van het plan met Uwen Raad van gedachten zal
wisselen
Redenen waarom adressante haar bovenvermeld verzoek
nogmaals met ernstigen aandrang herhaalt, in de overtuiging,
dat de lichamelijke opvoeding der ingezetenen ten zeerste door
hare bemoeiingén zal gebaat worden, en bovendien iets tot
stand zal komen, dat tot nu toe ten eenen male in onze ge
meente ontbreekt.
't welk doende,
Het bestuur der Afdeeling voornoemd:
M. C. F. J. Cosijn, Voorzitter.
Th. A. Boeree, Secretaris.
Leiden 14 September 1910.
N°. 15. Leiden, 10 Januari 1912.
Op uit0 Februari 1912 eindigt de huur van het bovenhuis
aau de Oude Heerengracht N°. 1, laatstelijk krachtens raads
besluit van 20 April 1911 voor den tijd van één jaar ver
huurd aan A. de Mooy, boekdrukker alhier, voor 117.
per jaar.
Aangezien de huurder contractueel weder voor den tijd van
één jaar gebonden is en ons College tegen de huurverlenging
geen bezwaar heeft, geven wij U in overweging te besluiten, de
bovenwoning aan de Oude Heerengracht N°. 1 voor den tijd
van één jaar, ingaande 1 Maart 1912, te verhuren aan A. de
Mooy voornoemd, tegen den huurprijs van 117.per jaar,
en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 16. Leiden, 10 Januari 1912.
Op 14 Maart a. s. eindigt de huur van het pakhuis in de
Lokhorststraat n°. 20, laatstelijk krachtens raadsbesluit van
25 Februari 1909 voor den tijd van 3 jaren verhuurd aan P.
Rijnsburger, weduwe van F. van der Kloot alhier, voor ƒ100.—
per jaar.
Aangezien de huurster het verlangen heeft te kennen gegeven
de huur wederom te continueeren, doch thans voor één jaar,
waartegen bij ons College geen bedenking bestaat, geven wij
U in overweging te besluiten het perceel in de Lokhorststraat
n°. 20 voor den tijd van 1 jaar, ingaande 15 Maart 1912, te
verhuren aan P. Rijnsburger, weduwe van F. van der Kloot,
voor de som van 100.per jaar en verder onder de be
staande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 17. Leiden, 10 Januari 1912.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven
gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van den heer J.
Wanink, om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer
met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 3e
klasse N°. 1 alhier, en hem dat ontslag eervol te verleenen
met ingang van 1 April 1912.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 18 December 1911.
Weledelachtb. Heeren!
Wegens benoeming tot onderwijzer te Utrecht, verzoekt
ondergeteekende, onderwijzer aan de O. L. School der 3e
klasse N°. 1, met ingang van 1 April 1912, eervol ontslag.
Met de meeste hoogachting
Weledelachtb. Heeren
UEd. dw. dnr.
J. Wanink.
Aan den Raad der Gem. Leiden.