216
DONDERDAG 14
DECEMBER 1911.
Bij een plaatsing aan het Raamland ben ik daarover niet
zoo gerust. Bovendien ligt de school dan aan een verkeersweg,
waarlangs op de marktdagen uit de omstreken met voertuigen
naar de stad wordt gereden, hetgeen het rumoer zeker niet
zal verminderen. Bovendien ligt er dubbel tramspoor en is
de weg smal. Het schijnt mij dus geen aantrekkelijke verkeers
weg toe, om daarlangs naar het Raamland te gaan. Door al
deze overwegingen geef ik verre de voorkeur aan het feest
terrein, waarvan ik niet vrees, dat daar bij een verdere uit
breiding veel rumoer kan ontstaan.
Als eenig bezwaar tegen het feestterrein is door den wet
houder aangevoerd, dat dat feestterrein met zooveel moeite is
verkregen en dat er als feestterrein behoefte aan bestaat; de
wethouder heeft ook gewezen op het tegenwoordig karakter
van deze feesten, doch ik heb dat ook niet over het hoofd
gezien, daar ik in mijn eerste rede heb doen uitkomen, dat
het doel voorzit om het feestterrein contact te doen hebben
met den overkant van den singel, met de waterpartij, omdat
de feesten zich tegenwoordig niet altijd in het feestgebouw,
maar meer buiten afspelen. Ik heb er echter bijgevoegd, dat
in 1910 m. i. het gebouw te ver naar achteren stond, waar
door dat contact er niet was, zoodat het beter zal zijn, het
later dichter bij den singel te plaatsen. Dan zal het geheel
met den overkant van den singel aantrekkelijker worden en
dan kan wellicht iets meer achterwaarts dan in 1910 de
feesttent stond, een Hoogere Burgerschool zonder bezwaar
plaats vinden. De plaatsing van de Hoogere Burgerschool lijkt
mij daar honderdmaal aantrekkelijker dan op het Raamland,
dat op het oogenblik langs den Hoogen Rijndijk al een slechten
verkeersweg heeft, wat er later niet beter op zal worden. Ik
kan dus in de overwegingen van den wethouder volstrekt
geen weerlegging vinden van mijn idee, om het bouwen van
de nieuwe Hoogere Burgerschool op het feestterrein in over
weging te nemen. Ook is die plaats zeer goed gelegen voor
het contact tusschen Gymnasium en Hoogere Burgerschool in
verband met het onderwijs in de natuur- en scheikunde,
indien dat voor de leerlingen van het Gymnasium in lokalen
van de Hoogere Burgerschool wordt gegeven, fk blijf dus bij
mijn meening, dat, wanneer op de oude plaats geen nieuwe
Hoogere Burgerschool kan komen, wanneer van het van-der-
Werfpaik geen stuk kan worden verkregen, dat er dan geen
betere plaats is te vinden dan het feestterrein.
De heer Fischer. M. d. V. De heer Sijtsma heeft gezegd,
dat hij meent gehoord te hebben, dat overmorgen een be
slissing zou worden genomen omtrent het Invalidenhuis,
waardoor het mogelijk zou zijn spoedig een beslissing te ver
nemen omtrent het gebouw en het terrein. Ik heb dat misschien
wat te voorbarig gezegd, want het beheer berust bij het
Hoofdbestuur, dat een algemeene vergadering uitschrijft,
waarop 80 heeren met eenige honderden stemmen hebben
te beslissen. Het is dus wel mogelijk, dat overmorgen een
beslissing wordt genomen, maar dan staat nog lang niet vast,
dat dan het nieuwe huis er spoedig zal komen. 3-| jaar geleden
is daaromtrent een principieele beslissing uitgelokt en werden
nieuwe plannen gemaakt, maar het laat zich aanzien, dat
het nog wel een paar jaar zal duren, voordat het nieuwe
Invalidenhuis er zal staan. Ik zeg dit slechts, om mogelijken
verwachtingen den kop in te drukken.
De heer Fokker meent, dat door het achteruitzetten van
het gebouw een kostbaar terrein verloren zou gaan, maar ik
wil er wel op wijzen, dat bij een Hoogere Burgerschool per se
een stuk grond behoort, waar de leerlingen een luchtje kunnen
scheppen. Bij de verbouwing der oude Hoogere Burgerschool
had men twee binnenplaatsen ontworpen, terwijl bij de nieuwe,
door het gebouw een eind van den weg af te zetten, vol
doende ruimte zal vrijkomen.
De heer Reimeringer. M. d. V. Ik wensch nog een enkel
woord te zeggen en zal zeer kort zijn.
Naar aanleiding van hetgeen de heer Hoogenboom heeft
gezegd, wensch ik op te merken, dat zijn voorstelling, alsof
het kanaal vlak langs het Raamland komt, volkomen onjuist
is. De Rijndijkstraat ligt daar nog tusschen. Het is dus
een verkeerde voorstelling, wanneer men denkt, dat de booten
hinderlijk zullen zijn. Er is een Ambachtsschool geplaatst aan
het Noordeindsplein en er is nog nooit een klacht ingekomen,
noch van de leeraren, noch van de leerlingen, als zou dat
terrein te ver uit de buurt zijn.
Dit wenschte ik nog even op te merken, M. d. V.
De. heer Botermans. M. d. V. Ik begin met hulde te brengen
aan Burgemeester en Wethouders, speciaal aan den Wethouder
van Fabricage, voor zijn verdediging om de school aan het
Raamland te plaatsen. Naar alle £anten heeft de gemeente
zich uitgebreid, behalve buiten de voormalige Hoogewoerds-
poort. Hoe is dit gekomen 1 Doordat de gemeente eigenaar van
het Raamland was en dit natuurlijk niet wilde verkoopen.
Gaat nu de gemeente daar de Hoogere Burgerschool bouwen,
dan zullen spoedig de terreinen daar in den omtrek ook be
bouwd worden en zal zich dit stadsgedeelte spoedig uitbreiden.
Ik heb dit zelfs bij de hand gehad bij den bouw aan de Was-
straat en andere omliggende strateneerst ging het verhuren
moeilijk, maar thans staat er geen huis meer leeg. Daarom
kan ik ook met vol vertrouwen het Raamland aanbevelen en
zullen wij daar spoedig een nieuw mooi stadsgedeelte hebben.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb mij bij deze discussie
over iets verbaasd, en dat is wel hierover, dat, waar wij hier
hebben een quaestie van onderwijs, de geachte Wethouder
van Onderwijs niets over deze voordracht heeft gezegd. Het
is toch niet alleen een quaestie van het zetten van het gebouw,
het is toch ook een quaestie van onderwijs. Ik zou daarom
gaarne de opinie van den Wethouder van Onderwijs daar
omtrent vernemen. Ik geloof, dat het gerucht, dat ik heb
vernomen, dat de Wethouder van Onderwijs niet zoo inge
nomen is met deze voordracht, wel eenigszins door zijn stil
zwijgen bewaarheid wordt. Het zal dus voor mij alsnog zeer
aangenaam zijn, te mogen vernemen, wat de geachte Wethou
der van Onderwijs over de plaatsing van de Hoogere Bur
gerschool heeft op te merken.
Dan, M. d. V., de heer Reimeringer heeft verteld, dat het
bouwen van het huis aan het Raamland 18000.minder
zou kosten dan aan het Invalidenhuis. Ik heb den heer Rei
meringer gevraagd mede te deelen, hoe dat kan, maar tot
mijn leedwezen heb ik dat mooie argument tegen het Inva
lidenhuis niet verder hooren uiteenzetten.
Verder heb ik den geachten Wethouder van Fabricage
hooren zeggen, dat de uitbreiding van de stad helaas gaat
naar den kant van den Rijnsburgerweg en daar wordt meer
en meer gebouwd. Ja, M. d. V., om voordeel te trekken van
die uitbreiding, moeten wij ons haasten met de annexatie.
Op die wijze zullen wij de vruchten van die uitbreiding pluk
ken kunnen, ik vrees, dat, wanneer wij aan het Raamland
gaan bouwen, wij dan toch niet zullen tegenhouden een
uitbreiding van de stad aan den kant van Oegstgeest. Ik
vrees, dat dit zich niet zal laten dwingen.
Nog een punt, M. d. V., wensch ik te bespreken. Het is heel
moeilijk het den menschen naar den zin te maken.
Toen het graven van het nieuwe kanaal in uitzicht is ge
steld, heb ik aan Burgemeester en Wethouders gevraagd
en daaraan wensch ik thans even te herinneren of er voor
de gemeente geen gelegenheid zou zijn om terreinen in han
den te krijgen, om die aan industriëelen te geven en daardoor
de nijverheid te bevorderen, temeer, waar door onze gemeente
zoo weinig uitgegeven wordt voor handel en nijverheid.
Ik herinner mij, dat de heer Korevaar toen zeide: Als wij
geld hadden, dan zouden wij dat kunnen doen, maar wij kun
nen dat niet; en nu wordt mij verweten, dat ik kortzichtig
ben en niet vooruitzie en minder goed in de toekomst zie
dan de fabrikanten enz. Dat de fabrikanten daar gaan bou
wen, juich ik toe, maar ik denk, dat de nieuwe Hoogere
Burgerschool dat niet prettig zal vinden, omdat de rustigheid
daardoor weinig bevorderd zou worden. Het kanaal en de Rijn
aan den anderen kant zijn voldoende grenzen, die de bebou
wing met woonhuizen daar zullen tegenhouden. Al komen
daar fabrieken, dan komt er nog niet een gewoon verdeelde
bevolking. De menschen, waarvan de kinderen op de Hoo
gere Burgerschool zullen gaan, komen niet in die buurt en
daarom geloof ik, dat die plaats voor de school niet de meest
aangewezene is. Ik meen dus in overweging te mogen geven,
de school niet op het Raamland te stichten, maar op het
terrein van het Invalidenhuis en zou dan ook het volgende
voorstel willen indienen:
»De Raad, gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot stichting van een nieuwe Hoogere Burgerschool
voor jongens op het Raamland,
overwegende, dat plaatsing van die school in het centrum
van de stad meer aanbeveling verdient en het terrein van
het Invalidenhuis meer geschikt is te achten,
besluit daarvoor aan te wijzen het terrein van het Inva
lidenhuis en gaat over tot de orde van den dag."
De heer Reimeringer. M. d. V. Mij is door deskundigen
meegedeeld, dat, wanneer men op het terrein van het Inva
lidenhuis zou gaan bouwen, daar per se geheid zou moeten
worden, terwijl dat op het Raamland niet noodig zou zijn. Dat
maakt een verschil van f 18.000.
De heer Pera. M. d. Y. Ik heb met groote belangstelling
van den heer Korevaar vernomen, dat er moeite gedaan is,
om het van-der-Werfpark weer terug te bekomen. Het is
wel 16 jaar en misschien langer nog geleden, dat ik tot
Burgemeester en Wethouders de vraag gericht heb, of het
niet mogelijk zou zijn, dat terrein weer in handen te krijgen.
Daarop is altijd geantwoord, dat dat onmogelijk was en dat
er niet aan te denken viel. Ik ben er later nog weer op
teruggekomen en ook andere heeren hebben die vraag gedaan,
doch nimmer zijn wij te weten gekomen, of daarvoor eenige
moeite door Burgemeester en Wethouders is gedaan, ik heb