178 bestuur, beide het dienstjaar 1912 betreffende, geene beden kingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die begroo- tingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 308. Leiden, 8 December 1911. Voor de benoeming van een onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse No. 6 alhier, ter voorziening in de vaca ture welke is ontstaan door de benoeming van den onder wijzer A. Overbosch tot onderwijzer aan de school der 2e klasse voor jongens en meisjes aan de Oude Vest, hebben wij de eer U, na ingewonnen bericht van het Hoofd der school en in overleg met den Arrondissemenls-Schoolopziener, de volgende voordracht aan te bieden: 1°. L. VAN PROOIJEN, onderwijzer aan de O. L. school te Diemen 2°. P. J. H. DU CROIX, werkzaam aan de O. L. school der 3e klasse No. 6, te Leiden; 3°. C. H. A. COLLEE, onderwijzer aan de O. L. school te Sassenheim. Onder verwijzing naar de desbetreffende, in de Leeskamer ter inzage liggende stukken, verzoeken wij U thans tot de benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 309. Leiden, 8 December 1911. Op 31 December a.s. eindigt de huur van het beweiden van het Schuttersveld, laatstelijk bij openbare verhuring voor den tijd van drie jaren verhuurd aan C. Dieben, die inmiddels is overleden, voor f 450 per jaar. Door de Weduwe C.Dieben is ons thans verzocht het beweiden van dit land onderhands te mogen huren voor den tijd van 5 jaren, voor een jaarlijksche huursom van f 475. Aangezien de Weduwe Dieben, evenals wijlen haar echt genoot, hare verplichtingen tegenover de Gemeente en de militaire autoriteiten als huurders van het land voor mili taire doeleinden, steeds op uitstekende wijze is nagekomen en zij thans een hoogere huursom van f 25.— per jaar biedt, meenen wij U in overweging te moeten geven gunstig op haar verzoek te beschikken. Echter zouden wij in de voor waarden van verhuring eenige wijzigingen wenschen te zien aan gebracht, waarmede de Weduwe Dieben verklaard heelt zich te kunnen vereenigen. Deze wijzigingen zijn de navolgende: aan art. 2 een nieuwe alinea toe te voegen, luidende: »De verhuurders zijn bovendien bevoegd het Schuttersveld, hetzij geheel of gedeeltelijk, zelf te gebruiken of aan anderen af te staan voor het houden van tentoonstellingen, het inrich ten tot feestterrein, het opslaan van een paardenspel of dergelijke doeleinden, tengevolge waarvan het land gedurende eenigen tijd in beslag wordt genomen en niet kan worden beweid. In dit geval zal de huurster eene billijke schadever goeding voor het niet-kunnen beweiden en voor de even tueel aan het gras aangerichte schade, door verhuurders worden toegekend"'; aan art. 4 toe te voegen: »De mest moet op het land worden uitgespreid." Wij geven IJ, op grond van het vorenstaande, in overwe ging te besluiten, het beweiden van het Schuttersveld voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Januari 1912, te verhuren aan de Weduwe C. Dieben alhier, tegen den huurprijs van f 475.per jaar en verder onder de bestaande, doch in bovengemelden zin gewijzigde, voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 2