180
DONDERDAG 30
NOVEMBER 191*1.
XI. Verzoek van de Eeidsche Duinwater-Maatschappij om
vergunning tot het leveren van duinwater aan bewoners van
den Zoeterwoudschen weg onder Zoeterwoude.
(Zie Ing. St. No. 292).
De Voorzitter. Bij dit punt komt tevens in behandeling
het in den aanvang reeds voorgelezen verzoek van M. H.
Fontein e.a., om aan de gevraagde vergunning de voorwaarde
te verbinden, dat de duinwaterbuis aan de Rijnkade onder
Leiderdorp met 100 Meter worde verlengd.
Burgemeester en Wethouders zijn met den Commissaris der
gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maatschappij van meening,
dat het verzoek van adressanten hoegenaamd geen verband
houdt met het verzoek van de Maatschappij en dat hiermede
incidenteel de belangen zouden worden bevorderd van hen,
die buiten de gemeente eigendommen hebben. Bovendien is
ons gebleken, dat de Maatschappij op eene rechtstreeksche aan
vrage van adressanten gaarne bereid is, ook hurr duinwater
te leveren.
Burgemeester en Wethouders stellen u om deze redenen voor,
op het verzoek van adressanten niet in te gaan.
Verder kan ik den heeren mededeelen, dat de Gezondheids
commissie ons College heeft bericht, tegen het verleenen van
de vergunning aan de Leidsche Duinwater-Maatschappij geen
bezwaar te hebben.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten afwijzend op het verzoek van M. H. Fontein e.a. te
beschikken, en daarna wordt eveneens zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming conform het praeadvies be
sloten.
XII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 9 Maart 1911 (Gem.bl. No. 5), houdende regelen betreffende
de door de gemeente-ambtenaren te stellen zekerheid.
(Zie Ing. St. No. 291).
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
XIII. Voorstel tot het sluiten van eene overeenkomst met
de naamlooze vennootschap »Leidsch Dagblad" in zake de plaat
sing der officiëele aankondigingen in het Leidsch Dagblad.
(Zie Ing. St. No. 293).
De heer Fokker. M. d. V. Het heeft mijn aandacht getrok
ken, dat de nieuwe clausule, die wordt voorgesteld om in
het contract in te voegen, zich absoluut niet aansluit aan de
toelichting, die gegeven wordt in het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders. De nieuwe clausule zal luiden»dat het
Leidsche Dagblad zich verbindt, zoodra zij door de aans chaf
fing van nieuw materiaal daartoe in staat is, de door partij
ter andere zijde aangegeven aankondigingen te plaatsen met
een kleine letter." Nu zegt de toelichting, dat de bedoeling
van die bepaling is: »om, wanneer dit aan het Leidsch
Dagblad mogelijk is, zonder te veel tijdverlies en kostende
aankondigingen, die voor het publiek van minder gewicht
zijn, met een kleinere letter te doen drukken, waardoor
natuurlijk de kosten voor de gemeente geringer worden."
De bedoeling is, dat het minder zal kosten. Ik zou het ratio
neel gevonden hebben, wanneer die bedoeling ook in het
contract was uitgedrukt en er in was geplaatst, dat het
moest gebeuren binnen een zekeren termijn. Er staat nu een
voudig in, dat het zal gebeuren, als de aanschaffing van een
nieuwe machine heeft plaats gehad. Dat slaat in het geheel
niet op de toelichting. Het is natuurlijk van het Leidsch
Dagblad niet te verwachten, dat het die aanschaffing maar
steeds uitstelt, maar nu zou het toch langen tijd daarmee
kunnen wachten, zonder dat de gemeente er iets aan kan doen.
Nu er niet in staat: »wanneer het mogelijk is zonder te veel
kosten of tijdverlies", kan de gemeente steeds het Leidsch
Dagblad aanmanen, aankondigingen te plaatsen met een
kleine letter. Ik zou de bedoeling daarvan wel uitgedrukt
willen zien in het contract en willen voorstellen er in te lezen
»om, wanneer het zonder tijdverlies mogelijk is. die aan
kondigingen te plaatsen met een kleine letter". Dan staat
in het contract wat de bedoeling van de gemeente is.
De Voorzitter. Ik kan den heer Fokker mededeelen, dat
het Leidsch Dagblad erover denkt, te zijner tijd eene verbe
tering aan te brengen iri zijne machines. Ik weet op dit
oogenblik niet, hoe de thans in gebruik zijnde machine heet,
ik weet alleen, dat men er ongeveer mee omgaat als met
eene schrijfmachine: door het neervallen van de lettervormen
wordt er alleen niet gedrukt, maar worden er letters in lood
gegoten. Bij de thans gebezigde machine kan echter slechts
ééne lettersoort verkregen worden. Wanneer men thans dus
eene kleinere letter zou wenschen, zou er een stuk open ge
laten moeten worden en later afzonderlijk met die kleinere
letter gewoon moeten worden gezet. Dit nu brengt te veel
kosten en tijdverlies mede, zoodat het Leidsch Dagblad thans
niet aan die plaatsing van advertenties met kleinere letter kan
voldoen. Het kan wel eene kleinere letter geven, doch dat
kost op hetoogenblik te veel tijd en brengt te veel kosten
met zich. Zoodra het Leidsche Dagblad zich echter eene
machine aanschaft, waarmede het mogelijk is in eenzelfde
blad eene grootere en eene kleinere letter op mechanische
wijze te maken, is het bereid aan ons verlangen te voldoen.
Ik meen, dat het Leidsche Dagblad voornemens is zich die
machine aan te schaffen, doch daartoe op het oogenblik nog
geen gelegenheid heeft. Komt die machine er te eeniger tijd
echter, dan zal dat drukken met tweeërlei letter geen tijd
verlies meer met zich brengen en ons veel minder kosten,
aangezien wij dan voor niet meer zullen hebben te betalen
dan voor het aantal regels, die men in de plaatsruimte, die
dan met kleiner letter bedrukt is, met de grootere, de gewone,
lettersoort zou hebben kunnen drukken.
Ik geloof dus, dat er alleszins reden is het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
De heer Fokker. De toelichting, M. d. V., die u nu gege
ven hebt, geeft weer, wat in het contract staat, en daarmede
is mijn bezwaar vervallen.
De heer Aalberse. M. d. V. Ik zou een enkele inlichting
willen vragen. Is een dergelijk contract voor 5 jaar, als men
hier wil sluiten, niet eigenlijk uit den tijd? Een massa aan
kondigingen hebben een inhoud, die eigenlijk door niemand
gelezen wordt, omdat ze geen sterveling interesseeren, en
daar betalen wij 4 cent per regel voor. Ik geloof, dat wij die
publiciteit wel op een andere manier konden doen, bijv. door
aanplakken e. d., dat ons zoo goed als niets kost. Als de dag
bladen er dan iets van willen opnemen, dan zoeken zij uit,
wat hun lezers interesseert. Op het oogenblik ziet men bijv.,
dat de officieele stukken, die in het Dagblad worden opge
nomen en waarvoor betaald wordt, ook worden opgenomen
in het andere dagblad hier ter stede en dan kosteloos. Waar
voor is dat noodig? Als de gemeente maar publiceert, dan is
aan de wet voldaan. Er zijn wel enkele dingen, waarvoor
wel een advertentie noodig is, maar ik geloof niet, dat er
veel gemeenten zullen zijn, die het nog op onze manier doen.
In Den Haag deed men het vroeger in het Dagblad van Zuid-
Holland en 's-Gravenhage, waarmee men een overeenkomst
had gesloten, doch het was eigenlijk een middel, om dat dag
blad in stand te houden. Zoo deed Leiden het vroeger in de
oude Leidsche Courant, die door niemand gelezen werd. Nu
in Den Haag het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage
weg is, nu doet men het niet meer, en thans ziet men, dat
de Haagsche kranten de berichten opnemen, zoodra zij mee-
nen, dat zij voor de menschen van gewicht zijn. Dat ligt voor
de hand en dat kost de gemeente dan geen cent. Als hier
een nieuwe zetmachine moet worden aangeschaft, dan is dat
een kwestie van 5 a 6 duizend gulden, en dan gaat het niet
aan, na een paar jaar te zeggen, dat men het niet meer noo
dig vindt, zooveel publicaties in het Dagblad te plaatsen.
Wij betalen dus f 800.terwijl wij eigenlijk voor wellicht
f 100.— voldoende kunnen doen, wat wij moeten doen. Zou
het nu daarom wel gewenscht zijn, dat wij ons weer voor
5 jaar binden?
De heer Vergouwen. M. d. V. Als ik mij niet vergis, zijn
er toch wel publicaties, die noodzakelijk in een dagblad ge
publiceerd moeten worden en dan kan men daarvoor niet
den weg opgaan, dien de heer Aalberse heeft aangegeven.
Als het niet verplicht is, dan kan het aan de prudentie van
Burgemeester en Wethouders worden overgelaten. De gemeente
moet echter toch een dergelijk contract aangaan, opdat ze
de zekerheid heeft, dat het adverteeren voor een beduidend
minderen prijs kan geschieden.
De Voorzitter. Ik kan den heeren opmerken, dat de heer
Vergouwen precies gezegd heeft, zooals het is. Allerlei aanvra
gen, krachtens de Drankwet, de Hinderwet enz., moeten
gepubliceerd W-orden en wij moeten eene courant hebben, die
die publicaties opneemt. Dat was vroeger de Oude Leidsche
Courant. In iedere gemeente doet men dat zoo. Ik weet niet,
in welke courant dat in Den Haag gebeurt, omdat men er
in eene andere, vooral in eene grootere plaats, niet zoo op let en
omdat de publicaties in eene groote gemeente vaak op een
achterblad geplaatst worden, zoodat zij den lezer bijna niet
opvallen. In een blad met kleiner oplage is men er echter
op gesteld, dat dergelijke officieele bekendmakingen vooraan
staan, en ik geloof ook niet, dat dit in den prijs verschil
maakt.
Wel degelijk moet er in elke gemeente een gemeentelijk
blad zijn, waarin verschillende dingen, die wij moeten be
kendmaken, gepubliceerd kunnen worden. Nu sluit men
natuurlijk voor die publicatiën een contract, omdat dit
goedkooper is dan wanneer men het niet zou doen. Boven
dien zijn er nog tal van mededeelingen enz., die, wanneer zij
aan de belanghebbenden rondgezonden moesten worden, een
groot bedrag aan verzendingskosten zouden eischen en veel