173 N°. 294. Leiden, 22 November 1911. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van J. H. Sundermeyer c.s. alhier, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Witten Singel, bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons college bezwaar, mits daaraan slechts de gebruikelijke voorwaarden worden verbonden. Wij geven U mitsdien in overweging: a. aan J. H. Sundermeyer c.s. voornoemd, behoudens rechten van derden, vergunning te verleenen tot het dempen van het gedeelte sloot langs den Witten Singel, ter lengte van ongeveer 47 Meter, gelegen vóór het perceel bouwterrein tusschen de Witte Rozenlaan en de Gerrit Doustraat, onder voorwaarde 1°. dat uit het gedeelte sloot de schoeiingen en brugland- hoofden worden weggeruimd en het ontdaan worde van bodem en drijf vuil en daarna worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte; 2°. dat over de geheele lengte van het gedeelte sloot een cementen riool, inw. wijd 40 bij 00 cM. van voldoende sterkte, op doorgaande grondplank van voldoende zwaarte worde gelegd, met den bodem binnenwerks op 1.15 M. N.A.P. en dit in aansluiting worde gebracht met het Westelijk gelegen riool en aan de Oostzijde worde afgesloten door een schildmuur dik 1 steen; 3°. dat het riool voorzien worde van: a. een ruimdamkast in i vorm inw. wijd 0.6 M., de lange arm lang 5.04 M., de korte arm 2.2 M., met den bodem binnen werks op een diepte van 1.30 M. N. A. Pmet wanden en bodem ter dikte van ten minste 27 c.M., van klinkers in sterke specie te metselen op een houten roosterwerk, voorzien van 3 stel ijzeren beugels voor rioolopeningen, van gemeente model, en op door Burgemeester en Wethouders nader aan te geven hoogte af te dekken met platen van voldoende zwaarte, van ijzer, hardsteen of cementijzer; b. een ruimkast, inw. wijd 1.50X0.0 M met den bodem binnenwerks op een diepte van 1.30 M. N. A. P., met wanden en bodem ter dikte van ten minste 18 c.M. van klinkers in sterke specie te metselen op een houten roosterwerk, voorzien van 2 stel ijzeren beugels, als bedoeld sub 3a en op door Burgemeester en Wethouders nader aan te geven hoogte af te dekken met platen van voldoende zwaarte, van ijzer, hart- steen of cementijzer; 4°. dat aan beide einden van het gedeelte sloot ter plaatse van a b en c d op de situatieteekening, geplaatst worden schoeiingen met ijzeren hek, waarvan teekening en constructie vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten zijn goed gekeurd 5°. dat op de nader door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatsen, 3 gegoten ijzeren trottoirkolken, van het door de gemeente gebruikt wordende model, worden geplaatst, die door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, inw. wijd 20 c.M. met het riool worden verbonden. I)e gemetselde putjes voor de kolken, zoowel als die op het riool, af te dekken met ijzeren platen, groot resp. 50X50 en 00X60 c.M. en dik 1 c.M.; 6°. dat het riool met ruim- en ruimdamkasten alsmede de trottoirkolken met de Engelsch aarden buizen eigendom worden van de gemeente 7°. dat daags voordat met de werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt, hiervan worde kennis gegeven op het bureau van gemeenteweiken 8°. dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de gemeente worden, geschiede ten genoegen van Burgemeester en Wet houders; 9°. dat de vergunning vervalt wanneer daarvan vóór den len April 1912 geen gebruik is gemaakt. b. te besluiten dat indien door adressanten van de hiervoren genoemde vergunning gebruik wordt gemaakt, het gedempte gedeelte sloot, door en voor rekening van de gemeente zal worden verhard, en c. als tegemoetkoming in de kosten van het maken der ruimdamkast in 1 vorm, bedoeld sub 3a, een bijdrage te ver leenen van f 120, zoodra de demping geheel ten genoegen van ons college, overeenkomstig de dezerzijds gegeven voorschriften zal hebben plaats gehad. Tot het doen van het voorstel sub c vinden wij aanleiding, aangezien het gebruikelijk is eene bijdrage tot de helft der kosten van de ruimdamkast van gemeentewege te verleenen, wanneer het te dempen slootgedeelte zich bevindt op een plaats, waar later een straat op den singel zal uitloopen. Tot het dempen van de slootgedeelten nabij de Jan van Goyenkade, die geheel particulier eigendom zijn, is bereids door ons college vergunning verleend. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. L. S. ündergeteekenden verzoeken beleefd om de slooten aan den Witten Singel te Leiden en die aan de Jan van Goyenkade volgens door de gemeente aangegeven stratenplan te mogen dempen, een en ander dienstig voor de aan te leggen straat. Goedkeuring van Rijnland is hiervoor reeds verleend. Tevens na afloop hiervan door te mogen gaan met riooleering en bestrating volgens door de gemeente verstrekte situatie teekening. J. H. Sundermeyer c. s. N°. 295. Leiden, 23 November 1911. In nevensgaand adres verzoekt het bestuur van de afdeeling Leiden van den Volksbond tegen drankmisbruik des Zaterdags avonds de beschikking te mogen hebben over een 3-tal lokalen van het Caecilia-Gasthuis, teneinde daarin een consultatie bureau voor alcoholisten te houden. Een dier lokalen werd bij raadsbesluit van 6 Juli 1911 (Ing. St. n°. 169) bereids aan de afdeeling gedurende een tweetal avonden per week in de maanden October 1911 tot, en met April 1912 ten gebruike afgestaan voor het houden van een huisvlijtcursus. Noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College bestaat ook tegen inwilliging van het thans gedane verzoek bezwaar en wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overwe ging aan de afdeeling Leiden van den Volksbond tegen drank misbruik tot wederopzeggens vergunning te verleenen de gevraagde 3 lokalen van het Caecilia-Gasthuis des Zaterdags avonds kosteloos voor het bovengenoemde doel te gebruiken, onder de navolgende voorwaarden 1°. dat de kosten van verwarming, verlichting en schoon houden voor rekening der afdeeling komen; 2°. dat alle schade, toegebracht aan het Caecilia-Gasthuis, ten gevolge van het gebruik maken der lokalen door de af deeling aan de gemeente worde vergoed; 3°. dat geene veranderingen in de lokalen worden gemaakt, dan met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en voor rekening der afdeeling; 4°. dat alle ter zake van het gebruik door Burgemeester en Wethouders gegeven of nog te geven voorschriften worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Mr. H. A. Sypkens, wd. voorzitter en J. H. E. Rückert, secretaris van de Aldeeling Leiden van den Volksbond tegen drankmisbruik, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 5 Januari 1903 no. 7; dat deze Afdeeling besloten heeft tot oprichting van een consultatiebureau voor alcoholisten, waarvan de bedoeling is alcoholisten op den rechten weg terug te brengen door het geven van medische en paedagogische adviezen (dus niet door het geven van geldelijke hulp) aan hen of hun ver wanten of met hen samenwonenden; dat zich de navolgende heeren hebben beschikbaar gesteld voor het verrichten van arbeid in deze richting: dr. A. H. Oort, als psychiater, ds. H. E. Knappert, als paedagoog en Mr. P. E. Briët als jurist, voor die gevallen waarin juridische hulp van noode mocht zijn; dat de heeren dr. Oort en ds. Knappert zich voorstellen eiken Zaterdag avondzitting te houden, bij voorkeur in het lokaal van het Caecilia-gasthuis, hetwelk bij raadsbesluit van 6 Juli 1911 ter beschikking van de Afdeeling werd gesteld tot het houden van een huisvlijtcursus, zoomede in de beide daarnaast gelegen kleinere vertrekken; redenen, waarom zij Uw College eerbiedig verzoeken den Raad te willen voorstellen de 3 aangeduide lokalen op Zaterdag avonden voor het aangegeven doel te hunner beschikking te willen stellen op door Uw College vast te stellen voor waarden. 't Welk doende enz. H. A. Sypkens, wd. voorzitter. Rückert, secretaris. Leiden, 11 November 1911. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 1* s "yjU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 9