171 voerd worden, die van gemeentewege niet gewenscht werd geacht en veeleer, naar het oordeel van sommigen, aan de particuliere liefdadigheid behoort overgelaten te worden. Onze Commissie besloot ten slotte dan ook, dit verzoek niet bij Uw College te ondersteunen, mede op den in den aanvang aangegeven grond, dat de gemeente hier als overheid zou op treden op eene wijze, die nog door geen on weerstaan baren dwang der omstandigheden onvermijdelijk is geworden. Evenmin vindt onze Commissie aaideiding bij Uw College op den anderen onder 2° in het request van den Leidschen Bestuurdersbond genoemden maatregel aan te dringen. Het komt haar voor, dat het volkomen buiten het terrein der ge meente ligt, als concurrent der particuliere nijverheid, als aardappel-leverancier, op te treden; het besluit tot het nemen van dezen maatregel zou de eerste stap zijn op een uiterst gevaarlijken weg, die leidt tot gemeentelijke bakkerijen, grutte- rijen en derg. meer. Waar zou de grens getrokken moeten worden Weliswaar zijn er in het buitenland voorbeelden van te vinden, dat gemeenten aardappelen hebben opgekocht om die later weder te distribueeren, maar, afgezien nog hiervan, dat het betreden van een verkeerden weg elders nog niet wettigt het betreden van een verkeerden weg hier, - is op dit oogen- blik de nood, speciaal wat betreft de aartappelen, absoluut niet nijpend, wat uit het rapport der sub-commissie blijkt; daling der prijzen is zeker geheel niet uitgesloten en de voor raad is nog ruim voldoende. Het eenig denkbare geval, dat zou kunnen doen besluiten tot het inslaan van aardappelen van gemeentewege, n.l. dat op andere wijze geen aardappel in Leiden te krijgen zou zijn, is in de verste verte thans niet aanwezig. De afgevaardigde van den Leidschen Bestuurdersbond heeft echter verklaard, dat hij den maatregel bij Uw College zou willen blijven aanbevelen. Het volgende punt (sub 3°) luidt: »de onmiddellijke uitvoering van die gemeentewerken, die daarvoor voldoende zijn voorbereid, en het zoo spoedig mogelijk overgaan tot de uitvoering van andere gemeente werken, die in staat zijn de dreigende werkloosheid zooveel mogelijk te voorkomen, ook al zouden die werken, uit ander oogpunt beschouwd, niet bepaald noodzakelijk zijn." Onze Commissie vreest, dat dit aan de hand gedane middel, voorzoover het uit een oogpunt van geméentebelang nog ver dedigd zou kunnen worden (onnoodige werken verrichten als mede onvoorbereid aan het werk gaan zou o.i. onverantwoordelijk zijn), een luchtkasteel genoemd moet worden, vooral wanneer wij de toelichting tot het 3de punterbij lezendat het bestuur »bij tijdige voorbereiding een uitstekend middel acht om werk loosheid te voorkomenhet afbreken van krotten en het bouwen van gemeentewege van behoorlijke arbeiderswoningen." Eerste voorwaarde voor de mogelijkheid van den bouw zou zijn de eigendomsverkrijging dier krotten en het is niet. moeilijk in te zien, dat hiervan zoo overhaast geen sprake kan zijn. Wij willen echter gaarne Uw College in overweging geven en er bij Uw College ten sterkste op aandringen, zooveel mogelijk gemeentewerken te doen uitvoerentot méér mogen wij U natuurlijk niet adviseeren, daar nuttelooze werken of uitvoering van wat niet of niet voldoende is voorbereid, het gemeentebelang ernstig zouden moeten schaden. En daarbij voegen wij nog gaarne onzen aandrang, om, ook alweer waar en inzoover dat mogelijk is, deze werken aan inwoners van onze gemeente ten goede te doen komen. Eindelijk blijft punt 4 van het request van den Leidschen Bestuurdersbond over: de instelling van eene werkeloosheids commissie van gemeentewege. Onze Commissie meent (op één lid na), dat voor dezen maatregel geen termen bestaan. Feitelijk is op dit oogenblik de werkeloosheid volstrekt niet grooter dan andere jaren, zoodat alleen al uit dien hoofde deze instelling op dit moment geen zin zou hebben. Maar ook afgezien daarvan, bestaat er eene organisatie, die buitengewoon veel goed doet en nog meer goed zou kunnen doen, indien de belanghebbenden er gebruik van wilden maken in die mate, waarin het zou kunnen. Misschien kan een winter als de thans voor de deur staande, de aansluiting van velen aan het Werkloozenfonds ernstig bevorderenmaar in geen geval behoeft de gemeente op dit punt thans op te treden. Wij zullen ons onthouden van het leveren van een betoog ten gunste van eene algemeene aansluiting bij genoemd Fonds; degenen, die er het nauwst bij betrokken zijn, mogen zich door dezen dreigenden winter laten leeren. Dat eene bij zondere werkeloosheidscommissie thans zou behooren te worden ingesteld, ontkent onze Commissie echter beslist, daar de om standigheden volstrekt niet zoo dreigend zijn, als uit het request op te maken zou zijn. Hebben wij hiermede onze taak van advies omtrent de beide requesten naar ons beste weten vervuld, Uw College zou ons terecht de vraag kunnen stellen, of soms nog uit den boezem onzer Commissie voorstellen zijn voortgekomen tot het nemen van maatregelen ter bezwering van den dreigen den nood, indien wij daarover in ons rapport geheel zwegen. Hoewel een enkele maatregel nog besproken is (o.a. het denkbeeld van eene reductie op de plaatselijke directe be lasting, welk, trouwens zeer vaag omlijnd, denkbeeld met groote meerderheid verworpen werd), geeft het resultaat van de be sprekingen ons echter tot geen verdere voorstellen meer aan leiding. Wij meenen dus thans Uw College het resultaat van ons onderzoek te mogen aanbieden, zooals dit in het voorafgaande is saamgevat. Behoudens hetgeen door ons werd opgemerkt naar aan leiding van het derde punt van het request van het bestuur van den Leidschen Bestuurdersbond aangaande de wenschelijk- heid van de onmiddellijke uitvoering van nieuwe gemeente werken, meenen wij Uw College op grond van al het vooraf gaande te mogen adviseeren, op geen der in de twee requesten van den Leidschen Bestuurdersbond en van de Geiueente- werkliedenvereenigingen »Recht en Plicht" en »St. Antonius van Padua" aangeduide voorstellen in te gaan, behalve op den in beide verzoeken in de eerste plaats genoemden tijde- lijken toeslag op het loon der gemeente-werklieden en -beambten, overeenkomstig de samenvatting, die wij hierboven van ons voorstel te dier zake gegeven hebben. Aldus vastgesteld op Woensdag 15 November 1911. Namens de Commissie: J. C. van der Lip, Voorzitter. J. H. W. Verzijl, Secretaris. Aan den raad der gemeente Leiden, Geeft beleefdelijk te kennen het bestuur van den Leidschen Bestuurdersbond, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 September 1905 n°. 48: dat, gelijk uw college bekend zal zijn, dezen winter dooi den buitensporig hoogen prijs der levensmiddelen zeer zorgelijke tijden dreigen aan te breken voor de arbeidersklasse, en in het bijzonder voor de bouwvakarbeiders, daar reeds in den nazomer een deel van hen door werkgebrek buiten verdiensten is geraakt, zoodat het te vreezen is, dat in den aanstaanden winter de werkloosheid weer vele slachtoffers onder hen zal maken dat reeds in andere plaatsen wordt overwogen, wat er van gemeentewege kan gedaan worden om zooveel mogelijk bij den dreigenden nood voor de arbeidersklasse helpend op te treden o.a. in Rotterdam is daarvoor een commissie benoemd, terwijl burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage de toezegging hebben gedaan hieraan hun aandacht te wijden; dat het bestuur van den bestuurdersbond er bij uw college krachtig op aandringt, dat ook uwerzijds spoedig maatregelen worden getroffen, ot althans met spoed een onderzoek wordt ingesteld naar de mogelijkheid van die maatregelen, welkeer toe kunnen leiden, dat in den ergsten nood der arbeiders klasse wordt voorzien; dat in afwachting van de te nemen maatregelen het bestuur van voornoemden bond de aandacht van uw college vestigt op de volgende middelen, die in het bijzonder z. i. geschikt zijn zooveel mogelijk de ellende op te heffen, waarin anders de arbeidersklasse dreigt gedompeld te worden door den steeds stijgenden prijs der levensmiddelen en het tijdperk van werk gebrek, dat voor menigen arbeider dezen winter zal aanbreken le. de verhooging van de loonen der gemeentewerklieden, brugwachters, politieagenten en van allen, die onder gelijk soortige arbeidsvoorwaarden in gemeentedienst werkzaam zijn, met één gulden per week; 2e. de verschaffing van gas en cokes aan de arbeiders en de daarmede, wat inkomen betreft, gelijkstaande kleine burgers tegen een lagen prijs, en de levering aan dezelfden van aard appels tegen billijken prijs, nadat de gemeente door aankoop in het groot zich de beschikking ovër een voldoende hoeveel heid van dit belangrijke levensmiddel zal hebben verzekerd; 3e. de onmiddellijke uitvoering van die gemeentewerken, die daarvoor voldoende zijn voorbereid en het zoo spoedig mogelijk overgaan tot de uitvoering van andere gemeente werken, die in staat zijn de dreigende werkloosheid zooveel mogelijk te voorkomen, ook al zouden die werken, uit ander oogpunt beschouwd, niet bepaald noodzakelijk zijn. Bij tijdige voorbereiding acht het bestuur voornoemd een uit stekend middel om werkloosheid te voorkomen, het afbreken van krotten en het bouwen van gemeentewege van behoor lijke arbeiderswoningen; 4e. de instelling van gemeentewege van een werkloosheids commissie die, buiten de nog slechts in zeer beperkten kring en op zeer onvoldoende wijze werkenden steun van gemeente wege aan de werkloozerifondsen, finantieelen steun verleent aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 7