163 Art. 2. In art. 14 wordt 100" vervangen door 150", terwijl aan het artikel een nieuw lid wordt, toegevoegd, luidende »Het totaal dezer verhoogingen mag voor denzelfden onder wijzer niet meer bedragen dan f 600." Artikel 18 vervalt. Art. 3. Art. 4. Artikel 8, 2e lid wordt gelezen als volgt: »Het onderwijs in k wordt aan iedere school gegeven door vier vakonderwijzeressen, van welke één met den titel van eerste onderwijzeres de leiding heeft." Art. 5. Art. 16 wordt gelezen als volgt: «Voor de vakonderwijzeressen in de handwerken bedraagt de aanvangswedde f 150. Voorts bedragen de wedden: Na 2 jaar dienst aan een openbare of bijzondere school, hetzij hier, hetzij eldersf 175 Na 4 jaar dienst 6 8 10 12 De jaarwedde 200 225 250 275 300 van de eerste onderwijzeres bedraagt f 100 meer dan haar jaarwedde als vakonderwijzeres volgens deze regeling zou bedragen. Art. 6. Artikel 10, 3e lid wordt gelezen als volgt: «Deze wedden worden viermaal met f 100 verhoogd; de eerste maal 3 jaar, de tweede maal 6 jaar, de derde maal 0 jaar en de vierde maal 12 jaar, nadat het hoofd der school als zoodanig aan een openbare of bijzondere lagere school hetzij hier, hetzij elders, heeft dienst gedaan. Art. 7. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1912. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde eerbied te kennen de afdeling Leiden van de Bond van Ned. Onderwijzers goedgekeurd bij Koninklik Besluit van 22 Maart 1890 No. 28 dat zij de salariëring van de openbare onderwijzers in deze Gemeente onvoldoende geregeld vindt, weshalve zij U dringend verzoekt daarin zodanige wijzigingen aan te brengen, dat: lo. Het minimum aanmerkelik wordt verhoogd; 2o. De periodieke verhogingen beter worden geregeld en 't maximum tot een hoger bedrag opgevoerd; 3o. Aan onderwijzeressen en onderwijzers eenzelfde salaris wordt uitgekeerd; 4o. De tegemoetkoming van woninghuur wordt toegekend aan alle leerkrachten; 5o. Een minder groot verschil in salariëring wordt gemaakt tussen onderwijzers met en zonder hoofdakte en tussen onder wijzers en hoofden van scholen. Voor de gronden, waarop bovenstaand verzoek steunt, heeft zij de eer U naar bijgaande memorie van toelichting te verwijzen. Hetwelk doende enz. Namens de afdeling Leiden v. d. Bond van Ned. Onderwijzers, J. M. Vos Jz., Voorzitter. J. Tjalsma, Sekretaris. Leiden, Jutiie 1911. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen: de ondergeteekenden, allen onderwijzeressen bij het onder wijs in de handwerken aan de openbare lagere scholen in deze gemeente: dat de salarisregeling voor 't personeel bij 't handwerk- onderwijs in deze gemeente verre van gunstig is en belangrijk achter staat bij de regeling,in andere gemeenten; redenen waarom zij U eerbiedig verzoeken, wel te willen overgaan tot herziening der salarisregeling voor de handwerk- onderwijzeressen in deze gemeente. 't Welk doende, Fl. E. Pen. (Volgen de namen van nog 35 adressanten). Leiden, 14 September 1911. Druk van J. J. GROEN ZOON, te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 9