456 DONDERDAG 26 OCTOBER 4914. tram of boot voor zaken uit de stad moeten, en ook voor kinderen en anderen, die naar de school moeten, brengt het wachten voor de brug veel onaangenaamheden mede; 5e. het gedwongen wachten voor de brug heelt voor velen, vooral bij ongunstig weer, kwade gevolgen, omdat de Noorden wind zich daar geducht doet voelen, en voor allen is dan het wachten zeer onaangenaam en ongezond; 6e. de leerlingen der Ambachtsschool komen heel vaak te laat ter school door het plotseling opendraaien van de brug, wTaar soms lange sleepen passeeeren; 7e. door het wachten voor de brug ondervindt het vestigen van bewoners op de Rijn- en Schiekade zeer grooten tegen stand. 't Welk doende enz. Driessen Leiden, den 42 Oct. 1911. (Rijn- en Schiekade 90.) (Volgen de namen van nog 71 adressanten). Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Verzoek van het Hoofdbestuur der Nederl. Vereeniging tegen de Prostitutie, om bij de samenstelling van verordeningen betreffende de bestrijding van ontucht rekening te houden met een door eene daartoe benoemde Commissie uitgebracht rapport. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met eerbied te kennenhet Hoofdbestuur van de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie, laatstelijk erkend bij Kon. Besluit van 18 Sept. 1909, No. 68, dat het zich veroorlooft Uw Raad in herinnering te brengen, dat, in onderscheiding van de overige artikelen der Wet tot bestrijding der zedeloosheid, de inwerkingtreding van art. 250 bis is uitgesteld tot 1 Januari 1912, bijzonder met de be doeling, om den gemeenteraden de gelegenheid te geven uog vóór dien datum nieuwe verordeningen betreffende bestrijding van de huizen van ontucht te maken of wel de reeds bestaande te doen aanpassen aan de wet; reden waarom het Hoofdbestuur U in overweging geeft, bij de samenstelling van dergelijke verordening rekening te willen houden met nevensgaand rapport, bijlage en toelichting. 't Welk doende, Het Hoofdbestuur voornoemd, U. Q. van Swinderen, Voorzitter. G. Velthuysen Jr., Secretaris. Weteringplantsoen 22, Amsterdam. Wordt gesteld in handen van de Commissie voor de Straf verordeningen. 4°. Verzoek van de R.-K. Kleermakersvereeniging »St. Gerar- dus Majella", om alle voorkomende leveranties bij de politie aan te besteden. 5°. Verzoek van de afd. Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen der Hollandsche Maatschappij van Landbouw in zake de oprichting van een lokaal op de Veemarkt, bestemd voor de inenting van varkens tegen vlekziekte. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: het Bestuur van de afdeeling Alphen, Oudshoorn en Aar landerveen der Hollandsche Maatschappij van Landbouw; dat door verschillende veehouders in de Rijnstreek behoefte wordt gevoeld aan eene gelegenheid om te Leiden tijdens de wekelijksche veemarkt hunne varkens, die zij op de markt hebben gekocht, te laten inenten tegen de besmettelijke vlek ziekte. Redenen waarom Uwen Raad beleefd wordt verzocht zoo spoedig doenlijk te willen besluiten 1°. tot het beschikbaar stellen van een lokaal op of nabij de markt, waarin op Vrijdagmorgen gelegenheid is tot het doen inenten van varkens tegen vlekziekte, 2°. tot het aanwijzen van een veearts, die door U met het inenten wordt belast, 3°. tot bet hellen van een billijke vergoeding voor genoemde kunstbewerking. 't welk doende enz. He't Bestuur voornd. P. den Hertog Cz., Voorzitter. A. P. Tolk, Secretaris. Alphen a. d. Rijn, October 1911. 6°. Adhaesiebetuiging van de Kamer van Arbeid voor de Textielnijverheid aan het adres van de R.-K. Kleermakers vereeniging »St. Gerardus Majella" en verzoek om den agenten van politie vrijheid te laten in het kiezen van een leverancier van kleedingstukken, enz. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 7°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting en rekening, beide dienst 1910, en begrooting, dienst 1912, van het R.-K. Armbestuur. 8°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting en reke ning, beide dienst 1910, en begrooting, dienst 1912, van het R.-K. Weeshuis. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 9°. Adhaesiebetuiging van de Yeieeniging van bezoldigde agenten van politie „Door Eendracht Saamgebracht" aan de ingediende adressen in zake de aanbesteding en de aanschaf fing van kleedingstukken voor de politieagenten. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Edelachtbaren Raad der Gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen, ondergeteekenden, Gerrit van Putten en Hendrik Dorst, beiden agent van politie te Leiden, onderscheidelijk President en 1ste Secretaris der Vereeniging van bezoldigde agenten van Politie: »Door Eendracht Saam- gebracht", gevestigd te Leiden, erkend bij K. B. van den 13den Mei '1901 No. 332 en van 30 October 1908 No. 77 dat zij, in opdracht van de op 24 October 1911 gehouden buitengewone .vergadering dier vereeniging, de eer hebben, het navolgende onder de aandacht van Uwen Achtbaren Raad te brengen dat de vergadering met belangstelling heeft kennis genomen van twee aan Uwen Raad gerichte adressen in zake politie- kleeding, ingezonden door de afdeeling Leiden van de Roomse li- Katholieke Kleermakersvereeniging: »St. Gerardus Majella" en een van de Kamer van Arbeid voor de Textiel-N ij verheid te Leiden, voorkomende in het »Leidsch Dagblad" van Dinsdag 24 October 1911 en van Maandag 23 October 1911; dat de vereeniging bedoelde adressen wenscht te steunen, meer speciaal het adres van de Kamer van Arbeid voor de Textiel-Nijverheid te Leiden, evenwel met die bijvoeging, dat buiten de kleeding, ook bet schoeisel naar keuze kan worden aangeschaft ter plaatse waar dit door de agenten van politie op de voor hen voordeeligste wijze kan worden verkregen; redenen, waarom ondergeteekenden zich, namens voren staande vereeniging, tot Uwen Achtbaren Raad wenden met het eer biedig verzoek, in deze goedgunstig te willen beschikken. 't Welk doende G. v. Putten, President. Leiden, 25 October 1911. H. Dorst, Secretaris. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is alsnu: I. Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden. De Voorzitter. Mag ik de heeren van der Eist, Driessen en Bosch uitnoodigen de commissie te willen vormen tot onderzoek van de geloofsbrieven? De vergadering wordt eenige oogenblikken geschorst en daarna hervat. De heer van der Elst. M. d. V. De commissie heeft de geloofs brieven in orde bevonden en adviseert mitsdien de vergadering tot toelating van de heeren Fischer en Dr. Kruimel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig dit advies der commissie besloten tot toelating der nieuwbenoemde leden II. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. No. 25 i). De Voorzitter. Mag ik de heeren Driessen, van Gruting, Zwierts en Corts uitnoodigen het stembureau te willen vormen? Wordt benoemd met 22 stemmen de heer Prof. Mr. J. E. Heeres, terwijl 1 stem is uitgebracht op den heer H. E. Stenfert Kroese en 2 stemmen in blanco zijn. De heer Heeres verklaart zich bereid deze benoeming aan te nemen. III. Benoeming van een secretaris der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. No. 255). Wordt benoemd met 24 stemmen de heer Mr. Q. J. Terpstra, terwijl 1 stem is uitgebracht in blanco. IV. Benoeming van een buitengewoon geneesheer aan de gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest". (Zie Ing. St. No. 260). Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen de heer P. J. A. Th. Battaerd. (De heer Sijtsma nam aan deze stemming geen deel).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 2