144 lijke nabijheid van het nieuw te bouwen Invalidenhuis zullen worden aangelegddoor en voor rekening van de gemeente zullen worden in orde gemaakt. Verder zal het Fonds, alles natuurlijk behoudens Uwe nadere goedkeuring, de plannen voor den bouw, voorzoover de aan den Hoogen Rijndijk en den toekomstigen boulevard op te trekken gevels betreft, aan de goedkeuring van ons College onderwerpen, opdat de gemeente ervan verzekerd zij, dat een aan zekere architectonische eischen voldoend gebouw zal komen te staan aan het begin van een verkeersweg, die bestemd is eene zoo belangrijke rol te vervullen bij de uitbreiding der gemeente. Het Hoofdbestuur heeft tenslotte zijn wensch kenbaar ge maakt, zoo mogelijk de antieke betimmering en den schoor steenmantel van de Bestuurskamer en de gedenksteenen in het bestaande Invalidenhuis te mogen doen verwijderen en overbrengen naar het nieuw te stichten gebouw aan den Hoogen Rijndijk. Daar deze wensch alleszins te billijken is, heeft ons College gemeend, daartegen geen bezwaar te moeten maken. In het kort samengevat, zijn de voordeelen, voor de ge meente aan den ruil verbonden, de volgende. In de eerste plaats verkrijgt de gemeente weder de be schikking over eenige gebouwen, en speciaal ook overeenige terreinen in het midden der stad, die haar voor velerlei doeleinden van dienst kunnen zijn en haar reeds meermalen groot nut hadden kunnen verschaffen. Bovendien blijft eene inrichting voor Leiden behouden, die tengevolge van de ge regelde uitgaven, voor hare huishouding en haar beheer ver- eischt, aan de gemeente, met name aan den middenstand, ten goede komt. Eindelijk zal aan een breeden verkeersweg en aan den ingang van een breeden boulevard, die in de toe komst een der belangrijkste verkeerswegen van Leiden be looft te worden, een monumentaal gebouw verrijzen, dat aan de schoonheid van het oostelijk stadsdeel niet anders dan bevorderlijk kan zijn. Op grond van het bovenstaande en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende correspondentie, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te be sluiten aan het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, zonder be taling van koopsom, in eigendom af te staan een gedeelte van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk te Leiden, groot 4180 M2. en gelegen aan den Hoogen Rijndijk en aan den op het uitbreidingsplan der gemeente Leiden geprojecteerden 40 Meter breeden boulevard, ten einde daarop een Invaliden huis te bouwen ter vervanging van dat aan den Middelweg en den Ouden Rijn, onder de navolgende voorwaarden: a. dat, zoodra het nieuwe Invalidenhuis in gebruik is ge nomen, de gemeente Leiden de volledige beschikking terug- verkrijgt over de haar in eigendom toebehoorende gebouwen en terreinen van het Invalidenhuis aan den Middelweg en den Ouden Rijn, welke aan het Hoofdbestuur voornoemd krachtens raadsbesluiten van 5 November 1816 en 3 Januari 1817 zijn afgestaan om te dienen tot Invalidenhuis en deze gebouwen, deel uitmakende van de kadastrale perceelen gemeente Leiden Sectie Inis 120, 121 en 2376 ook kadastraal weder ten name van de gemeente Leiden worden gesteld; b. dat voornoemd Fonds, zonder betaling van koopsom, op het sub a genoemde tijdstip in eigendom aan de gemeente Leiden afstaat de aan het Fonds toebehoorende en met de gebouwen en terreinen sub a verheelde gebouwen en terreinen van het Invalidenhuis aan den Middelweg en den Ouden Rijn, kadastraal bekend als gedeelten van de perceelen Sectie Inis 120, 121, en 2376; c. dat de sloot die het aan het Fonds verkochte terrein van den Hoogen Rijndijk scheidt, door en voor rekening van de gemeente Leiden zal worden gedempt en gerioleerd en dat de straten in de onmiddellijke omgeving van het op dit ter rein te bouwen Invalidenhuis voor rekening van de gemeente Leiden zullen worden aangelegd; d. dat de plannen voor den bouw van het Invalidenhuis, voorzoover de aan den Hoogen Rijndijk en den toekomstigen boulevard op te trekken gevels betreft, aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders van Leiden zullen zijn onderworpen e. dat de antieke betimmering en de schoorsteenmantel van de bestuurskamer en de gedenksteenen in het bestaande Invalidenhuis zullen mogen worden verwijderd en overgebracht naar het nieuw te stichten gebouw aan den Hoogen Rijndijk; f. dat de overdracht der eigendommen zal geschieden ten overstaan van een door de gemeente Leiden aan te wijzen notaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1911 | | pagina 2