DONDERDAG
27 JULI 1911.
115
XXIX. Verordening, houdende huishoudelijk reglement voor
het krankzinnigengesticht «Endegeest", de afdeeling voor jeug
dige idioten «Voorgeest" en het sanatorium voor zenuwlijders
«Rhijngeest".
(Zie Ing. St. No. 184).
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Aan de orde is artikel 1.
De heer Hoogenboom. M. d. V. Slechts eene enkele vraag.
In den aanhef van art. 1 lees ik: »Onder het bestuur der
Commissie van Beheer zijn, behalve den Geneesheer-Directeur,
werkzaam:... enz."
«Behalve den Geneesheer-Directeur." Moet dit worden opgevat
in dien zin, dat hij niet staat onder het bestuur van de
Commissie van Beheer, of moet het zoo worden opgevat, dat hij
evenals de andere genoemde personen wel onder dat bestuur
staat?
De Voorzitter. De bedoeling is natuurlijk, dat de Geneesheer-
Directeur evengoed als de andere in art. 1 gpnoemde personen,
werkzaam is onder het bestuur van de Commissie van Beheer.
De heer Hoogenboom. Zou het dan niet juister zijn, het
artikel zoo te lezen:
«Onder het bestuur van de Commissie van Beheer zijn
werkzaam
a. de Geneesheer-Directeur;
b. de geneesheeren r.enz."
Ik begrijp niet, waarom de Geneesheer-Directeur afzonderlijk
wordt genoemd«behalve" kan toch ook beteekenen, dat men
hem juist wil uitsluiten.
De Voorzitter. De hernieuwde vaststelling van deze verorde
ning is een uitvloeisel van de vaststelling van de bedrijfsverorde-
ning voor de gestichten op 19 Januari van dit jaarin die verorde
ning nu wordt met geen woord van de overige geneesheeren gerept;
alleen komt erin voor eene vermelding in hoofdtrekken van
de betrekking van Geneesheer-Directeur, die de dagelijksche
leiding heeft. Dit huishoudelijk reglement nu, dat zich allereerst
moet aansluiten aan die groote bedrijfsverordening, op grond
van ait. 114bis der Gemeentewet tot stand gekomen, moet
dus beginnen met de mededeeling, dat, behalve de reeds in die
bedrijfsverordening genoemde Geneesheer-Directeur, nog andere
geneesheeren in de inrichtingen werkzaam zijn. Vandaar de
verandering in de redactie van het oude artikel, daar in het
oude reglement op het beheer de overige geneesheeren wèl
vermeld waren. Het artikel zegt dus eenvoudig, dat, behalve
den Geneesheer-Directeur, ook nog andere personen werkzaam
zijn onder de Commissie van Beheer. In de oude redactie had
deze bedoeling dezelfde uitdrukking gevonden, en het is niet
in te zien, waarom nü ineens deze zelfde redactie onjuist zou
zijn en tot moeilijkheden zou leiden.
De heer Hoogeboom. Het woord «behalve" is toch dubbel
zinnig: het laat twijfel over, of de Geneesheer-Directeur al
dan niet werkzaam is onder het bestuur van de Commissie
van Beheer. Daarom zou ik het beter achten te lezen„Onder
het bestuur van de Commissie van Beheer zijn, evenals de
Geneesheer-Directeur, werkzaam enz." Dan is alle aanleiding
tot twijfel opgeheven.
De Voorzitter. Het woord «evenals" lijkt mij bepaald ver
keerd. De Geneesheer-Directeur werkt niet evenals de andere
genoemde personen onder het bestuur der Commissie; hij
doet het juist op eene geheel andere wijze. Ik kan niet inzien,
dat het woord «behalve" hier tot eenigen twijfel aanleiding
kan geven.
De heer Hoogenboom. In art. 2 wordt ook gezegd: »jEvenals
de Geneesheer-Directeur worden ook de overige geneesheeren
benoemd door den Raad." Ik kan dus niet inzien welk bezwaar
er bestaat, om die uitdrukking ook hier te bezigen. Men zou
dan kunnen lezen
«Evenals de Geneesheer-Directeur, zijn onder het bestuur
van de Commissie van Beheer werkzaam:
a. geneesheerenenz."
De Voorzitter. U zoudt dus willen lezen «evenals", in
plaats van «behalve"? Ik zie niet in, dat tusschen deze twee
woorden in dit verband eenig verschil bestaat.
De heer Carpentier Alting. M. d. V. Om het bezwaar uit'
den weg te ruimen, zou men met eene kleine omzetting kunnen
lezen: «Behalve den Geneesheer-Directeur zijn mede werkzaam
onder het bestuur van de Commissie van Beheer;enz."
De Voorzitter. Wanneer men zoo de woorden «behalve
den Geneesheer-Directeur" leest, zou men weer evengoed
kunnen denken, dat de Geneesheer-Directeur niet onder het
bestuur van de Commissie van Beheer is gesteld.
De heer Carpentier Alting. Die mogelijkheid wordt weg
genomen door het woordje „mede".
De Voorzitter. Toegegeven eens, dat hier in art. 1 twijfel
mogelijk was, dan zou nog uit de andere artikelen over
tuigend blijken, dat de Geneesheer-Directeur de eerste ambte
naar is. Maar wilt u een amendement indienen, dan zal
men over deze quaestie kunnen stemmen.
Ik voor mij zie volstrekt niet in, waarom het noodig zou
zijn, de redactie van dit artikel te veranderen.
De heer Hoogenboom. M. d. V. Wanneer u meent, dat
deze lezing niet voor twijfel vatbaar is en dat ook de Genees
heer-Directeur staat onder het bestuur van de Commissie van
Beheer, dan wil ik er geen voorstel van maken.
De Voorzitter. Uit deze woorden: „Onder het bestuur van
de Commissie van Beheer zijn, behalve den Geneesheer-Directeur,
werkzaamenz." zal toch nooit iemand kunnen afleiden,
dat de Geneesheer-Directeur alleen niet zou staan onder het
bestuur van de Commissie van Beheer?
De heer Vergouwen. Nog slechts eene enkele vraag. Er
staat onder letter e, dat er een Protestantsche en een Roomsch-
Katholieke geestelijke zal worden benoemd. Maar is het wel
voldoende, één Protestantsch geestelijke te benoemen? In art.
40 wordt omtrent de geestelijken gezegd, dat de geestelijke
zich heeft te onthouden van bemoeiingen met niet tot zijn
kerkgenootschap behoorende verpleegden.
Nu is het mogelijk, dat er een Protestantsch geestelijke,
wordt benoemd, terwijl de Protestantsche verpleegden verdeeld
kunnen worden in 2 groepen, waarvan de kleinste groep slechts
is voor rekening van den predikant, daar hij zich niet mag
bemoeien met niet tot zijn kerkgenoootschap behoorende ver
pleegden.
Zoo zou het mogelijk zijn, dat iemand werd benoemd, terwijl
er van de honderd verpleegden bijv. dertig tot zijn kerkgenoot
schap behoorden en zeventig niet. Dan zou toch in de behoeften
van die zeventig anderen ook moeten worden voorzien. Vroeger
heeft dit wel eens aanleiding gegeven tot eenigen last. Onder
stel, dat de ervaring nu heeft geleerd, dat één Protestantsche
geestelijke voldoende is, hoe staat het dan met de geestelijke
verzorging van die personen, die niet tot zijn kerkgenootschap
behooren, want die zullen er toch altijd welzijn?
De Voorzitter. Zoolang als ik Voorzitter van de Com
missie van Beheer over «Endegeest" en «Rhijngeest" ben, heb
ik nooit van moeilijkheden gehoord. En omdat het artikel
uit de oude verordening, voorzoover ons bekend was, nooit
aanleiding heett gegeven tot moeilijkheden, heeft de Com
missie gemeend, in deze vernieuwde verordening wel weer
het oude artikel te kunnen overnemen. Maar wil men zeggen
één of meer Protestantsche en Roomsch-Katholieke geeste
lijken, ik heb er geen bezwaar tegen.
De heer Pera. Geconstateerd mag worden, dat tot nog toe
altijd de vrijheid heeft bestaan voor leden van andere kerk
genootschappen, dan waartoe de predikant behoort, die op
«Endegeest" de leiding heeft over de Protestanten, om ook hun
eigen predikant te spreken, wanneer dit werd verzocht, doch
altijd in overleg met den Geneesheer-Directeur. Het is waar,
wat de heer Vergouwen zegt, dat dit een enkele maal tot
moeilijkheden aanleiding heeft gegeven: dat is geweest met
Ds. Renkema van Rijnsburg; aan wien de schuld gele
gen heeft, is toen niet geheel aan het licht gekomen. Maar
het is altijd zóó geweest, dat er gelegenheid werd gegeven
aan predikanten van andere kerkgenootschappen, om de leden
van hunne gemeente te bezoeken; alleen moest men zich
dan eerst op de hoogte stellen, of de betrokken patient in
een toestand verkeerde om toegesproken te worden.
De heer Vergouwen. Op hetgeen de heer Pera heeft gezegd,
wil ik dit antwoorden, dat ik niet gesproken heb met het
oog op den bestaanden toestand; uit hetgeen ik gezegd heb,
moet men niet afleiden, dat ik op het beheer van de tegen
woordige Commissie eenige critiek wil uitoefenen. Ik heb de
opmerking gemaakt, omdat wij nu eene algemeene verorde
ning vaststellen.
De Voorzitter. Als ik u even in de rede mag vallen: het
betreft hier eigenlijk eene oude verordening, die wij moeten
herzien met het oog op de in het begin van dit jaar vastge
stelde bedrijfsverordening. Er is dus wel degelijk eenig
verschil tusschen het vaststellen van deze verordening 'en
het vaststellen van eene geheel nieuwe.
De heer Vergouwen. U wilt zeggen, dat het niet de bedoeling
mag zijn, om op elk punt aanmerking te maken, üp deze zaak
was echter mijn aandacht gevallen. Bij nadere overweging
acht ik het echter niet noodzakelijk, verder op dit punt in
te gaan; het oude reglement kan worden gevolgd, wanneer
slechts ook andere predikanten worden toegelaten, als dit
noodig blijkt.